HIJS eigen Jaap van der Doelen stelde een boek samen met ‘greatest hits’ uit zijn muziekjournalistiek werk van de afgelopen jaren. Verschillende verhalen in Al Wat Ik Weet Is Wat Ik Doe verschijnen daarmee voor het eerst in het Nederlands. En de royalties van het boek worden gedoneerd aan Delia Arts Foundation, een stichting die jonge muzikanten in conflictgebieden zoals Gaza ondersteunt. Hij schreef er een slothoofdstuk bij dat over het belang van hun werk gaat, en daarvan mogen wij een exclusieve voorpublicatie doen.
Waarom was DMX de vleesgeworden oktoberrevolutie in de vorm van een blaffende rapper? Wat betekende OutKast voor een groepje stripboek-nerds uit Oss? En hoe veranderde Prodigy van Mobb Deep de loop van de muziekgeschiedenis door een mes in een bankstel te steken? Het antwoord op al deze vragen en veel meer, vind je in dit boek.
Van Brother Ali tot Little Brother neemt (muziek)journalist Jaap van der Doelen je mee op een opmerkelijke tocht door de hiphopcultuur, via een selectie van zijn beste essays, interviews en persoonlijke herinneringen. Met tussenstops bij onder meer DOOM, Dilla, Evidence en een Nijmeegse kelder vol schimmel.
Al Wat Ik Weet Is Wat Ik Doeis vanaf vandaag verkrijgbaar. Het boek kost €17 en is hier direct te bestellen.
Er is een breed gedeelde misvatting dat hiphop politiek getint hoort te zijn. Chuck D’s gepaste omschrijving van rap als “het CNN van de ghetto”, is zo vaak herhaald, dat men het is gaan zien als een intentie achter de schepping van deze cultuur, in plaats van een gevolg ervan. Maar het feit blijft dat de vroegste creatievelingen die actief waren in wat we later als hiphop zijn gaan zien, zich helemaal niet druk maakten over wat voor boodschap ze daarmee uit zouden zenden. Ze wilden gewoon een feestje van de grond krijgen.
Er is een andere breed gedeelde misvatting dat vanwege het plezier dat de jonge mensen die dansten tijdens de park jams, er platen draaiden en allerlei oppervlaktes van tags voorzagen, ze niet met een inherent politieke daad bezig waren. Het creëren van iets om het creëren, voor je eigen amusement of dat van de mensen om je heen, is het fundament waarop gemeenschappen gebouwd zijn.
En wanneer gemarginaliseerde of onderdrukte bevolkingsgroepen hun eigen samenkomsten in gang zetten, maakt het dat automatisch politiek. Of dat nou de intentie is of niet, het gebeurt simpelweg doordat ze zich uitdrukken op de meest menselijke manier mogelijk. En het vaststellen van je menselijkheid in een maatschappij die deze ontkennen wil? Niets op deze wereld is meer revolutionair dan dat.
Het betekent dat hiphop een inherent politieke cultuur is, en hetzelfde geldt voor de diverse muziek die uit dat Palestina komt. Het maakt niet of we het hebben over de opgewekte, eigentijdse sound hebben van een zangeres als Dinamiin, die soul en electro mixt met een natuurlijk gemak, op dezelfde manier als dat ze haar Arabische teksten lardeert met jeugdige Engelse frases.
Of over het werk van Zaid Hilal, die met zijn gebruik van tradi-tionele Arabische snaarinstrumenten in folky arrangementen als ‘Wassil Salam’, slim opbouwt naar een onmiskenbaar energiek stuk bluesrock.
We kunnen spreken over de dromerige sfeer die Samah Mustafa op weet te roepen, door laag op laag aan samples van haar eigen stem te manipuleren met drum pads, een laptop, mixer en andere elektronica, om elkaar heen wentelend als walmen van zoete rook. We kunnen naar talloze facetten die de Palestijnse muziekcultuur anno nu te bieden heeft luisteren. Het kan niet anders dan politiek zijn. Of dat nu expliciet zo is of niet.
Er is nog iets dat de zojuist voornoemde artiesten allemaal delen, en dat is hun deelname aan de Delia Sessions, een serie van live muziek showcases georganiseerd door Delia Arts, die doet denken aan gelijksoortige platforms als NPR’s Tiny Desk Concerts of die van het Duitse ColorsxStudios.
“Als Palestijnse mensen beschikken we over vele talenten en een erg oude, rijke cultuur”, vertelt Samah Mustafa tijdens haar sessie. “Er is een veilige plek nodig om die talenten en muziek te kunnen demonstreren.”
Precies dat is wat Delia doet. In eerste instantie met een cultureel centrum in Gaza, dat een veilige plek bood in de zin dat jonge creatieven er hun talenten ontplooiden zonder te vrezen voor een oordeel, konden oefenen met hun instrumenten, opnames maakten met andere muzikanten, en er alle andere basisvoorwaarden vonden waarbinnen een muzikale infrastructuur kan floreren.
Tot het het centrum gebombardeerd werd, en zij veilige plek opbouwden in meer letterlijke zin: een hoognodige schuilplaats voor het geweld. De voortrazende oorlog dwong hen er in 2024 toe ook die te evacueren.
“Ik geloof dat kunst het beste instrument is dat we kunnen gebruiken om onze stem te laten horen.”
Er waren ook nog de Creative Corners; innovatieve stations gericht op kinderen, met een touchscreen en pianotoetsen, te vinden in scholen, gemeenschaps- en ziekenhuizen. Naast instructiemateriaal bevatten deze stations een brede selectie aan software om muziek, animatie en grafische ontwerpen te maken en bewerken.
Op die manier kon Delia iedereen binnen het bereik van zo’n station de kans geven iets te creëren, ongeacht hun maatschappelijke status of omstandigheden. Helaas worden door de aangerichte ravages de eerder in Gaza aanwezige Creative Corners inmiddels allemaal verloren geacht.
En toch blijven de mensen achter Delia volhouden. Veel van de Palestijnse muzikant-en met wie zij door de jaren heen relaties hebben opgebouwd, worden nu aangenomen om de tentenkampen vol vluchtelingen rond te gaan, waar ze simpele instrumenten maken van bouwmateriaal. Een stuk buis wordt met enige handigheid een fluit, als er ergens een aardige galm in zit kan het een trommel zijn, en natuurlijk is er altijd nog de eigen stem.
Zo ontstaat er ineens iets waarmee de dag een moment van kleur gegeven kan worden. Het biedt de ontheemde muzikanten houvast, die er op hun beurt weer vele kinderen muziek-educatie en een lichtpuntje in hun bestaan mee bieden. Een cynicus zal zeggen dat mensen die worstelen om voldoende water, voedsel, medicijnen, kleding en beschutting te vinden, wel andere dingen aan hun hoofd hebben dan of er muziek klinkt.
Maar dat zou de mensen die daadwerkelijk met die zorgen kampen de kans ontzeggen om die juist heel even te vergeten, verwerken of verlichten. Om eraan herinnerd te worden dat er nog steeds schoonheid in de wereld is. Dat creativiteit waarde heeft. Dat hun cultuur leeft. En dat daardoor hun menszijn, zelfs onder de meest zorgwekkende omstandigheden, simpelweg niet ontkend kan worden. Want dat is wat kunst doet.
“Ik houd ervan dat we ons uitspreken, als Palestijnen. Als mensen die liefhebben, sociale en ook politieke problemen hebben”, vertelde Zaid Hilal tijdens het optreden dat hij voor de Delia Sessions opnam in 2022. “Ik geloof dat kunst het beste instrument is dat we kunnen gebruiken om onze stem te laten horen. Door muziek, theater, schilderkunst, wat voor artistieke vorm dan ook. Ik geloof dat [kunst] de beste manier is om je stem te laten horen als mens.”