Van een lekkend dak tot ruzies om geld, vijf jaar lang rolde het grootste museum voor street art ter wereld van de ene crisis in de andere. Ondertussen werkten kunstenaars er aan metersgrote doeken die niemand te zien kreeg. Maar deze week gaat STRAAT aan de NDSM-Werf in Amsterdam (niet te verwarren met de Amsterdamse serie muurschilderingen Street Art Museum Amsterdam) dan toch eindelijk open. David Roos: “Door mensen te leiden door waar het vandaan komt, wat het inhoudt en waar het naartoe gaat, geef je het hele beeld weer.”
Een industrieel pand van honderden meters oppervlakte, vol voor het publiek volledig onbekende kunstwerken. Rijen dik stonden ze er jarenlang stof te verzamelen, terwijl nauwelijks een levende ziel ze ooit gezien had. Het klinkt als het einde van Indiana Jones and the Raiders of the Lost Ark, maar het was vijf jaar lang de praktijk aan de NDSM-Werf in Amsterdam. De internationaal vermaarde Hall of Fame voor graffiti- en street artists in de hoofdstad was niet alleen een walhalla van de kunstvorm aan de buitenkant, maar had binnen ook een collectie om de vingers bij af te likken. Die kreeg alleen niemand te zien. Tot nu.
Het was de droom van Peter Ernst Coolen, één van de mensen achter online magazine Street Art Today, om een museum van de kunstvorm die hij lief had daar te openen. Talloze kunstenaars maakten er door de jaren heen werken in de werf, op gigantische canvassen die uiteindelijk verborgen bleven. Telkens als het écht binnenkort open zou gaan, was er een nieuwe tegenslag om te verwerken. Van een lekkend dak, tot ruzie met de voornaamste geldschieter van het toen nog naamloze project. Die ruzie leidde uiteindelijk tot een onvrijwillig vertrek van Coolen, en de terugkeer van David Roos.
“Ik heb hier al twee jaar gewerkt, van 2016 tot 2018. Toen ben ik binnen gehaald om kunstenaars hier naartoe te krijgen en werk aan de collectie bij te laten dragen. Vanuit eigen vriendenkring, Instagram en persoonlijke smaak ben ik hier al twee jaar mee bezig geweest”, legt de street art-fotograaf bekend als droos86 uit. “Op enig moment zijn we toen een andere kant op gegaan, en nu ben ik hier terug als eindverantwoordelijke.”
Sinds het begin van de lente van dit jaar heeft Roos die taak op zich genomen, en een dag waarvan niemand nog wist of die zou komen, is nu eindelijk daar: op 9 oktober gaat STRAAT eindelijk open. “Er waren ontiegelijk veel werken al gemaakt, en er is een hele mooie samenstelling van kunstwerken in een prachtig gebouw, alleen de structuur in de organisatie stond er gewoon nog niet voldoende. Als je in zo’n groot project te maken krijgt met drempels en hick-ups wordt je na een tijdje murw geslagen en raakt het totaalplaatje uit beeld. Daarom ben ik teruggehaald om knopen door te hakken”, aldus de leidinggevende.
“Sommige mensen steunen Peter door te roepen dat zijn vertrek schandalig is, en dat is hun goed recht”, vindt Roos. “Maar het feit dat STRAAT opengaat, moet juist een feest opleveren. Dat is toch maar iets dat we fiksen in een voor iedereen lastige tijd.” Met dat laatste doelt hij niet zozeer op het werk dat verzet werd om de opening te realiseren, maar vooral op de wereldwijde pandemie. “Aan de ene kant worden we door de situatie rondom corona gepusht zo snel mogelijk open te gaan, maar aan de andere biedt het ook veel mogelijkheden. Er zijn veel mensen beschikbaar om bij te springen, en kunstenaars reizen nu niet heel de wereld over. Dus we maken ook gebruik van de situatie, hoe gek dat ook klinkt.”
Het biedt het museum bovendien de kans voor een ‘soft launch’ te gaan. Door de maatregelen rondom het virus is toegang beperkt en wordt er met tijdslots van een half uur gewerkt waarop men naar binnen kan. Roos: “Op zich jammer, omdat het een project is dat al vijf jaar onder de radar speelt. Dat wil je zo snel mogelijk met een grote knal openen. Maar je wilt ook dat alle kinderziektes eruit worden gehaald, en je leert van de fouten die je wellicht nog maakt. Dus wat dat betreft is het fijn dat je met een ‘slow opening’ open kan gaan.”
De voor de hand liggende vraag of street art in een museum nog wel street art is, is er eentje waar het museum al sinds het prilste begin mee om de oren wordt geslagen. “Wij zijn natuurlijk van mening van wel”, lacht Roos. “Je komt straks in een industrieel pand terecht, waar kunstenaars ter plekke hun werk hebben gemaakt, op doeken ter grootte van muren. In een pand dat op zichzelf al straats aandoet. Ja, het is binnen, maar zo straats als dat zou kunnen. En dat geeft ons een goed platform om recht te doen aan de kunst die we tonen.”
Belangrijkste doel is om de werken binnen een bredere, culturele context te kunnen plaatsen dan je op straat meekrijgt. “We willen laten zien dat er ook betekenis achter die werken zit. Dat er een grote diversiteit aan stijlen samenkomt op straat. We vertellen het verhaal over het werk wat je ziet. Dat is het idee rondom het museum. Dat zal door veel mensen worden toegejuicht, maar er zullen altijd mensen zijn die de kunst niet die kant op willen zien gaan”, denkt Roos. “De expositie begint met waar het vandaan komt”, legt hij uit. “Hoe kunstenaars vanuit de graffiti hun eigen persoonlijke stijl hebben gecreëerd en een unieke draai hebben gegeven aan het zetten van letters en tags.”
Dat verhaal loopt door tot aan het punt dat street art een geaccepteerde en gerespecteerde kunstvorm is. “Dé kunstvorm van het moment”, vindt de creatief directeur. “Dat is het eigenlijk al een tijd; je kunt graffiti, street art en urban art niet meer wegdenken. Een museum van deze schaal daarover was er alleen nog niet. Door mensen te leiden door waar het vandaan komt, wat het inhoudt en waar het naartoe gaat, geef je het hele beeld weer.”
Roos waakt voor het clichébeeld van opstandige jeugd met spuitbussen, maar in een zucht naar bredere acceptatie, moeten alle rebelse plooien ook weer niet té gladgestreken worden. “Het moet aansluiten op de ethiek van de kunstenaars. Natuurlijk maak je het wat commerciëler, maar we maken er geen pretpark van hier”, verzekert hij. “Het blijft rauw, en het blijft dichtbij waar het om draait.”
Dat laatste mag heel letterlijk genomen worden. Met de Hall of Fame aan de buitenkant van het pand, is er een directe link tussen het museum genaamd STRAAT, en de straatkunst die de wortels ervan vormen. “Ik kom net van de telefoon af met Adnate uit Australië, en die noemde nog dat toen dit project net gestart werd, hij op de buitenkant heeft staan painten. Het staat internationaal al wel bekend als een goeie plek daarvoor”, vertelt Roos. Die connectie moet dan ook vooral levend blijven, vindt hij. Onder meer door geen verwarming in de oude werf te installeren zodat je de buitentemperatuur blijft voelen, en in de giftshop van het museum ook spuitbussen te gaan verkopen. “Dat maakt de naam ook zo mooi, je brengt de straat van buiten naar binnen.”
Naast de vaste collectie in het museum, zal in het pand ook een galerie huizen. Dat maakt dat er vaak nieuwe werken te zien zullen zijn, van een veranderende selectie kunstenaars. “We gaan daar om de zes tot acht weken nieuwe shows organiseren”, zegt Roos. “De eerste expositie is er één van Niels ‘Shoe’ Meulman, getiteld ‘What The Fuck’. Hij is dat nu hier in het museum aan het voorbereiden.” De deelname van een van de meest gerespecteerde graffiti-veteranen in Nederland, is voor hem bevestiging dat het museum de juist weg ingeslagen is. “Voor ons is het heel belangrijk dat mensen zoals hij zich koppelen aan STRAAT, en zien waar we mee bezig zijn. Dat het niet een partij is die hier denkt even snel een slaatje uit te slaan. Gasten zoals hij werken niet met je als je er zo instaat.”
Roos kijkt uit naar het moment dat iedereen voor zichzelf kan komen checken waar STRAAT voor staat. “Wij respecteren de kunstenaar hier in alles. We hebben het samen met hen opgebouwd. Dat willen we tentoonstellen aan mensen”, benadrukt hij. Op 9 oktober is het eindelijk zover, maar aan een goede afloop twijfelt Roos inmiddels niet meer. “Er komt hier zo’n diversiteit op je af; aan het einde van je bezoek kan je niet anders dan om zijn over hoe geweldig street art en graffiti is.”
STRAAT museum opent op 9 oktober haar deuren. Reguliere toegangskaarten kosten online €17,50 of €18,50 aan de deur.