Stadstekenaar Erico Smit kon aan het begin van het jaar nog niet vermoeden wat voor absurd jaar in de geschiedenis van Rotterdam zijn tekeningen vast zouden gaan leggen. Het theehuis in het Afrikaanderpark werd uiteindelijk een even bitterzoet als boeiend kunstwerk voor iedereen die aan huis gekluisterd zit, met zijn eigen zoon in de hoofdrol. Erico Smit: “Ik wil dat het lijkt alsof het zo moet zijn.”
“Sorry, ik geef hele lange antwoorden”, zegt Erico Smit halverwege het gesprek lachend. “Dat is wat er gebeurt als ik over kunst ga praten.” Excuses die nergens voor nodig zijn, want Smit is een even openhartig als interessant spreker. Als stadstekenaar kreeg hij dan ook een bijzonder jaar voor de kiezen. Dat wist hij al toen hij gevraagd werd om één van de drie stadstekenaars van Rotterdam zou worden, maar hoe dat er uit zou gaan zien, kon toen nog niemand bevatten.
“In eerste instantie was het thema dit jaar ‘De Mens en de Stad’”, herinnert Smit zich. “Toen kwam het coronavirus en werd het plan om de coronatijd in tekeningen vast te gaan leggen. Fotografie en film zijn manieren om dingen vast te leggen, maar in het stadsarchief wilde men ook opslaan hoe tekenaars het zien. Dat werd onze rol als stadstekenaar. En dat bleek vaker gebeurd te zijn, want na het bombardement op Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog hebben ze ook tekenaars op pad gestuurd om de situatie te tekenen. Er zijn zo door het hele archief veel voorbeelden van tekenaars die momenten in de historie van Rotterdam vastlegden.”
Het is een rol die hem naadloos past; Smit zijn werk is van zichzelf al bijzonder observerend en verhalend. “Ik analyseer dingen heel lang, bestudeer mijn onderwerp, en haal daar het beeld uit”, legt hij uit. “Als ik al mijn projecten naast elkaar zet, merk ik dat mijn tempo bepaald wordt door wat het onderwerp nodig heeft. Het is een beetje alsof je een documentaire maakt; je moet eerst onderzoeken wat je wilt vertellen. Hoe wil je het inpassen in de ruimte die je hebt?”
“Het is niet gewoon ‘Oké, muurtje; tekening erop. Klaar.’”
Diezelfde benadering zie je ook terug in het werk dat hij in de publieke ruimte maakt. Smit plaatst zelden een afbeelding simpelweg op een muur. “Ik kijk naar wat het object is, waar wil ik iets plaatsen, en wat is de verhouding van dat object tot de omgeving ervan? Het is niet gewoon ‘Oké, muurtje; tekening erop. Klaar.’ Wat is de functie? Hoe kan ik dit meerwaarde geven? Ik zeg niet dat ik daar altijd in slaag, maar het is wel mijn insteek wanneer ik iets in de openbare ruimte doe.”
Een bijkomend voordeel van die aanpak, is dat hij op klaarlichte guerrillakunst maken kon, zonder dat iemand hem een strobreed in de weg legde. Zoals de tegelmuur die hij beschilderde langs het spoor in het centrum van Rotterdam. “Een muurtje waar ik altijd aan voorbijliep. Daar ben ik een soort pixel art op gaan maken”, vertelt hij over de vierkantjes opgebouwde vossenkop, die technisch gezien als vandalisme omschreven kan worden. Maar omdat het zo logisch in de omgeving paste, ging iedereen er blind vanuit dat hij er toestemming voor had. “Ik kijk naar het materiaal, de functie, en hoe ik daarmee kan samenwerken, in plaats van mijn wil eraan op te leggen. Soms werkt dat namelijk gewoon niet. Dan is het enkel een plaatje. Ik wil dat het lijkt alsof het zo moet zijn.”
Zijn werk in de openbare ruimte en zijn rol als stadstekenaar vielen in september samen toen hij het theehuis in het Afrikaanderpark beschilderde tijdens POW! WOW! Rotterdam. “Een mooie gelegenheid om één van die objecten te manifesteren zodat het niet alleen in het archief gaat, maar dat er ook fysiek een moment is geweest waarmee dit voor de buitenwereld toegankelijk gemaakt is”, vindt de tekenaar.
Smit maakte er een serie portretten van zijn zoontje, die een sequentie vormen voor de kijker die om het huisje heen loopt. “Ik schilderde hem met verschillende emoties”, legt hij uit. “Het is eigenlijk als een animatie uit zes frames, die rondom het huis zit. Maar hij is ook gebonden aan huis, aan die rode lijn. Hij wil vrij zijn, mist zijn vrienden en wil terug naar school. Want hij heeft veel energie!” Het theehuis is zo een sprekend document geworden van de tijd waarin het gemaakt is. De bitterzoete ironie wil dat dat pas volledig ervaren kan worden wanneer men juist wel het huis verlaat, op een plek die nota bene een sociale ontmoetingsplaats voor mensen uit de wijk is.
De stilistische handtekening van Smit is direct herkenbaar in de bijna interactieve reeks portretten. Organisch, schetsmatig, bewust ruw en met een bijna tastbare emotie. “Ik probeer wel altijd iets analoogs erin te houden, omdat ik heel lang digitaal heb gewerkt. Maar zelfs daarin had het iets analoogs”, zegt hij. “Het heeft voor mij een meerwaarde dat je er een menselijke hand in ziet, met alle oneffenheden en dingen die niet kloppen. Dat is ook gewoon een kwestie van smaak”, zegt hij met een glimlach. “Ik kan er wel heel diep op ingaan en zeggen dat het een tegenbeweging is in een wereld die steeds digitaler wordt, maar het is ook gewoon zo dat ik dat mooi vind.”
De schildering van Erico Smit op het theehuisje is één van de twintig nieuwe werken in de de Rewriters app, beschikbaar via de App Store (voor iOS toestellen) of Google Play (voor Android-toestellen).
Een tentoonstelling van zijn werk als stadstekenaar is van dinsdag 15 december t/m 7 februari 2021 te zien in Kunsthal Rotterdam. UPDATE: Door de verscherpte coronamaatrdegelen is Kunsthal Rotterdam gesloten tot 19 januari.