Roets over zijn zielenmuziek: “Niet iedereen is klaar om geraakt te worden.”

Toen Rotterdamer Roets de ‘Raw’ uit zijn artiestennaam schrapte, veranderde ook zijn muziek. Het werd persoonlijker, gelaagder en breder. Het album Ergens In Mijn Hoofd is zijn meest pure werk tot nu toe; een plaat over familierelaties, vriendschappen, en over verlies. Verlies van de ervoor genoemde zaken, maar ook van de mensen om zich heen. Hij bracht het al in januari uit, maar het is een plaat die simpelweg de aandacht verdient. Dus besloten we hem alsnog te checken voor een interview richting de twee release-shows. Dat leverde een prachtig gesprek op.

Een decennium geleden kwam Cyrano Kout onder de naam Raw Roets op de radar van Rotterdamse rapliefhebbers, met De Rauwe Mixtape. “Een tape op geripte beats, die zijn naam eer aandeed”, blikt hij terug. Door de jaren heen werd zijn geluid steeds soulvoller en zijn teksten steeds persoonlijker. De culminatie van die ontwikkeling verscheen in januari; het album Ergens In Mijn Hoofd, geheel geproduceerd door Pim Beats.

Op de reis er naartoe tekende hij bij Couture33, het platenlabel van Winne, speelde een eigen uitverkochte Paradiso-show rondom de release van zijn EP Dromen In Kleur en presenteert ook het nieuwe album live. “Dáár krijg ik direct feedback, en ik kan in de ogen van iedereen zien wat ze van mijn muziek vinden. Het is altijd spannend om af te wachten wat de reactie gaat zijn. Ik heb al een luistersessie gehouden, waar ik heel erg van heb genoten”, vertelt hij in de Poundcake Studio, aan de rand van het Rotterdamse Delfshaven.

Leeg

12 januari 2024 was voor hem dan ook een belangrijke dag. Hij sloot er een bewogen periode mee af. “Eerder lukte dat me niet. Het laatste nummer op de tracklist heb ik ook als laatst gemaakt. Het is de enige track die gemaakt is na het overlijden van m’n boy Gio. Toen hij wegviel, voelde m’n album kapot leeg. Het was gewoon niet compleet. Hij was zó betrokken bij het proces, eigenlijk bij alles wat ik doe als Roets. Ik wilde geen druk op mezelf leggen, want ik vind het sowieso lastig om geforceerd pokoe te maken. Maar het moest, want het album voelde niet meer af. Hij was een groot onderdeel van mijn carrière. Uiteindelijk is hij ook mijn tourmanager geworden. Hij was de jongen die er altijd voor zorgde dat ik me overal op mijn gemak voelde. Als hij er nog zou zijn, zou hij hier nu bij ons op de bank zitten. Honderd procent.”

En dus maakte Roets nog een track, precies in de lijn van het hele albumproces dat eraan voorafging. “Het album was eigenlijk nooit af. Ik was constant aan het puzzelen en aan het luisteren: wat hoor ik hier? Wat mis ik dáár? Wat kan ik nog? Het label wist bijvoorbeeld niet dat ik deze track had toegevoegd, want de tracklist stond eigenlijk al vast. Het artwork was zelfs al gemaakt. Ze zagen het pas toen ik een nieuw mapje met bestanden had aangeleverd.”

Iets dat genres overstijgt

“Ik ben een perfectionistische artiest, maar wel eentje die vooruit wil. Met Dromen In Kleur, en vooral Nirvana Flows, hadden Pim en ik echt iets pakken wat ons succes opleverde. Maar we wisten meteen dat we niet nóg twaalf keer die pokoe wilden maken. We zijn altijd op zoek naar wat er nog méér kan, en waar nog ruimte ligt voor ons.” En toen maakten ze de titeltrack, vertelt hij: “Toen we Ergens In Mijn Hoofd hadden gemaakt, wisten we dat dát was waarop we het album konden bouwen. We wilden iets maken dat verder ging dan “loop aan en rappen”. Ergens In Mijn Hoofd deed ons heel erg denken aan, en niet om onszelf met hen te vergelijken, met waar Michael Jackson en Prince mee bezig waren. Nét iets muzikaler, net iets gekker, net iets breder. Iets dat genres overstijgt.”

Pim, verantwoordelijk voor alle muziek op het album, zorgde ervoor dat de studiosessies ánders eruit kwamen te zien, vertelt Roets kalm. “Op de een of andere manier krijgt hij de verhalen uit me. Normaal tikte hij wat en konden we viben op de muziek tot we iets hadden gevonden dat ik hard vond. Dan ging ik achter de mic staan en ontstond er iets. Dit keer checkte hij gewoon bij me in met: “Hoe is het met je?”. De conversatie bracht de stories, en op een gegeven moment zei hij dan: “Yo, dit is hard om te vertellen.” Zo kwamen we op heel veel emoties die speelden op het moment. Als ik met liefdesverdriet de studio inkwam, hoorde je dat terug in de muziek. Het werd er puurder door.”

Eng om te delen

“En dan nog lukte het lang niet altijd, hoor. Er waren ook momenten dat we heel erg zaten te proberen en dat het er niet uitkwam. Soms kon ik iets parkeren en liep ik twee, drie of vier weken lang met een story rond. Het kwam er wel uit zodra het moest. Het was gek om dat te beseffen. Dingen lopen nou eenmaal hoe ze moeten lopen. Ergens In Mijn Hoofd was nooit de titel van het project geweest, we zaten meer richting een ‘circle of life’-ding te denken. Uiteindelijk zaten we het album te luisteren en was het dat helemaal niet. We hadden gewoon het gevoel alsof we je een glimp geven van alle kamers in onze hersenen. Even gluren en kijken wat er speelt. Dus de titel die het nu heeft past perfect.”

Hij noemt het “even gluren”, maar de plaat is een diepe kijk in zijn oprechte ziel. “Het was best eng om het te delen. Ik beweeg altijd best wel op de achtergrond, en ben niet een persoon die naar buiten schreeuwt van ‘Kijk mij!’ Ik doe m’n eigen ding en vertel mijn verhaal eigenlijk alleen met mensen met wie ik een diepere connectie heb. Dat ik nu mijn pijn en verdriet deel, maakt het eng om te delen. Maar dit album moest eruit. Nirvana Flows heeft me daarin al iets comfortabeler gemaakt.”

Verlies als rode draad

Maar, zo weet hij, er is een reden waarom hij muziek maakt zoals hij het maakt. “Verlies heeft gemaakt dat ik begon te rappen. Ik verloor mijn oma op jonge leeftijd, en ik begon met tranen in mijn ogen te pennen.” Dat was meteen in rapvorm, vertelt hij. “Ik hield altijd al van muziek. Mijn moeder zette me al heel vroeg achter een piano. En op het moment dat mijn oma overleed, luisterde ik bijvoorbeeld al naar Tupac. Zover mijn herinneringen teruggaan, ben ik altijd al met muziek bezig geweest. Ik kan me niets meer herinneren van de periode daarvóór. Maar de reden dat ik ooit begonnen ben klinkt nog altijd door in mijn muziek. Er zit vaak een soort pijn in. Pim houdt daarvan, en ik ga er ook goed op om het eruit te gooien. Ik ben het van kleins af aan gewend.” Het interview vindt ook nog eens plaats enkele uren nadat Roets te horen heeft gekregen dat zijn opa is overleden. Verlies loopt als een rode draad door zijn leven, en daarmee door zijn muzikale carrière.

Er zou een emotioneel wrak tegenover me kunnen zitten, maar het tegendeel is waar. Uit iedere lettergreep die Roets uitspreekt, klinkt een soort strijdlust. Ook als hij zijn eigen album omschrijft: “Zielenmuziek. Dat is wat ik maak. Het is geen dit of dát. It hits the soul. Op het moment dat ik deze plaat had uitgebracht kreeg ik meteen reacties in de trant van: “Ik heb gehuild op die track.” Of “Ik moest dit nummer even uitzetten en later opnieuw afspelen, want ik trok het even niet.” Weer iemand anders kondigde een van de lyrics te gaan tattoëren: “Ik ga m’n birthday vieren tot de dag dat ik daar aankom.”

Carry some shit

En dat is precies wat hij gaat doen. “I really enjoy life. Dit album betekent niet dat ik constant zielig ben, altijd verdriet heb of alleen maar pijn ervaar. Ik duik ook weleens na een feestje de studio in en heb dan gewoon zin om lekker te rappen. Een goed voorbeeld daarvan is Dat Is Roets. Dat is zo’n track die ik dan in een uurtje maak en dat moet er dan ook gewoon uit. Als hij de vraag opgeworpen krijgt op welke zin hij het meest trots is, denkt hij even na voordat hij komt met een passage uit Perfect Te Zijn: “Leerde beter mikken door eerst op mezelf te vuren / Was even wennen, het besef dat ik zelf kan sturen.” In die line zit het besef dat ik mans genoeg ben, dat ik verantwoordelijkheden heb en dat I gotta carry some shit. Ik ben vader geworden, dat heeft wel heel erg daaraan bijgedragen.”

Het artiestenbestaan als Roets heeft Cyrano ingehaald, geeft hij toe. Hij heeft amper tijd gekregen om te rouwen om zijn overleden vriend, maar dat is met een goede reden: “Winne zei me dat als ik het nu uit zou brengen, mensen me in de puurste vorm zouden leren kennen. Het verlies is tekenend voor het album. Wat je hoort op de plaat, daar ga ik op dit moment doorheen. Wat dat betreft is het ook een gek moment om hier met je te zitten.”

Uitdaging

Parallel aan de persoonlijke strubbelingen liep zijn artiestenleven ook door. Zo moest hij al vroeg de data voor zijn shows vastleggen. 16 februari staat hij in BIRD, Rotterdam en op 24 februari treedt hij op in de bovenzaal van Paradiso. Hij is er druk voor aan het repeteren: “We gaan het met een full live-band doen. Met dat in het achterhoofd hebben Pim (Pim Beats, red.) en ik ook de muziek gemaakt. Nogmaals, het idee dat het niet zomaar rappen over een loop mag zijn, trekken we door in de live-show. Dus het wordt iets bijzonders. Ik hoop dat in de ogen van alle aanwezigen terug te zien. Vroeger dacht ik altijd dat het helemaal los moest gaan om een show goed te laten zijn…”

Hij kijkt even naar de tafel, naar de grond en naar de smetteloos witte muren van de Poundcake Studio, en hervat dan zijn zin. “… maar tegenwoordig mag er ook kalm geluisterd en geapplaudiseerd worden. Dan komt iets veel beter aan. Mijn luisteraars zijn sowieso speciaal. Het besef is er maar al te goed dat ik geen muziek maak voor de massa. Niet iedereen is klaar om mij aan te horen en dan zelf een kijkje te nemen in de eigen ziel. Niet iedereen is klaar om geraakt te worden door muziek. Maar ik ben dankbaar voor iedereen die die uitdaging wél met me aangaat.”

Tickets voor de release-show in BIRD, Rotterdam koop je via deze link. Voor Paradiso check je hier. Stream het album hieronder. Het is een aanrader.

Geplaatst door bowie op 12 februari 2024