Een goede vriend van me vertelde me ooit hoe hij enigszins beschonken in de trein zat en Edan’s Beauty & The Beat aanzette. Het was 2005, de plaat was net uit, en hij drukte onderweg naar huis nietsvermoedend op ‘play’. Zijn oren werden gebombardeerd met een barrage aan geluid dat uit alle hoeken en gaten leek te zweven, en hem in geurige wolken van kleur meevoerde naar een wereld waar niks een vaste vorm had. De drums waren het enige dat hem nog een handvat naar de tastbare wereld bood, maar het was te weinig, en te laat. Hij was compleet overweldigd. De inhoud van zijn maag kolkte hortend en stotend het gangpad in, en tot op de dag van vandaag houdt hij vol dat dat slechts deels door de drank kwam, en vooral door Edan veroorzaakt werd.
Hij beschouwt dat als een enorm compliment, en rekent Beauty & The Beat dan ook tot zijn favoriete albums aller tijden.
Wie bekend is met het werk van Edan zal dat misschien minder vreemd voorkomen dan degene die het nooit gehoord heeft. Zijn beats zitten ergens in het midden tussen Marley Marl en Frank Zappa, met samples uit psych-rock en freejazz, en hoeveelheden reverb en echo waarvan zelfs Jamaicaanse dub-grootmeesters zouden zeggen ‘mag het een onsje minder?’
Wonderbaarlijk genoeg werkt het perfect. We hebben op een enkele beat en feature hier en daar (op Help met Wiki en Droog bijvoorbeeld, één van onze favoriete tunes van vorig jaar), weinig van hem gehoord in de afgelopen jaren. Dat verandert vandaag, nu hij de handen ineen geslagen heeft met Homeboy Sandman voor het meesterlijke Humble Pi.
Het gros van de vocalen op Humble Pi komen van Homeboy Sandman. Een rapper met een uitgekiende techniek en adembeheersing zoals maar weinig van zijn collega’s hebben. Bovendien is hij niet vies van het maken van uitgesproken statements en heeft hij een vlijmscherpe pen. Zijn technisch indrukwekkende bars komen er vaak alleen uit in een tempo waarmee ze voorbijvliegen voor je er erg in hebt, terwijl zijn warme, kalme stem je na langdurig luisteren soms juist onbedoeld in slaap dreigt te sussen.
Maar zoals dat met de beste duo’s in hiphop gaat (Outkast, EPMD, Mobb Deep, RTJ, etc.), haalt zijn partnerschap met Edan het beste in hem naar boven, en is hun samenwerking meer dan de som der delen. Al dat psychedelisch geweld in de beats van Edan krijgt ineens een welkom anker in de aardse flow van Homeboy Sandman. En de flow van Sandman wordt door de uitzinnige beats van Edan juist aangespoord om een expressievere vlucht te nemen. Luister naar de met de vocal distortion opgetuigde uithaal “Anything to get a fuckin’ like / One day I decided I should get a fuckin’ life!” op #NeverUseTheInternetAgain, en je hoort ineens een rapper wiens voordracht past bij het maken van knallende statements.
Op Rock & Roll Indian Dance wisselen Sand en Edan bars uit als de beste old school zwaargewichten, maar dan uit een parallel universum waarin de New Yorkse boombap uit de vroege jaren ’80 onder de invloed van een berg LSD en paddo’s gemaakt werd. Op The Gut wordt een pleidooi gemaakt voor wat je voelt in plaats van ziet, en ondanks dat dat zweverig klinkt, doet de track dat eerder met de beuk van een (paars gespikkelde) klauwhamer, dan de lucht van een bed viooltjes.
Zeven tracks lang is het smullen van deze Humble Pi, en we hopen dan ook dat dit duo nog vaak teruggaat naar de Bronx Zoo om daar de kooien open te zetten, zoals omschreven in het eerder genoemde Rock & Roll Indian Dance. In diezelfde track omschrijft Edan ook reddend de doelgroep van dit project: “African-American, Asian, Caucasian, Haitians that originated from ancient spaceships”.
Wij sluiten graag bij die groep aan, want dit heerlijk psychotrope baksel is niks om bescheiden over te zijn.