Het is altijd huiveren als een klassiek duo samenkomt om een vervolg te geven aan hun baanbrekende album van weleer. Zo ook bij all time hiphoplegendes Snoop Dogg en Dr. Dre. Twee van de eerste hiphopcoryfeeën die écht schitterden aan de Amerikaanse westkust, en invloedrijk zijn geweest op zowel de ontwikkeling van de kunst van het rappen als het produceren. The Chronic, 2001 en Doggystyle zijn enkele van de meest iconische hiphopplaten van de gouden jaren negentig – platen voor de eeuwigheid. Laatstgenoemde heeft 31 jaar na dato een vervolg gekregen. Zelfde personeel, ander standje. Wat doet Missionary voor hun legacy?
Het is een vraag die meteen opborrelt als het gaat om zowel Snoop als Dre. De gouden periode van hun carrière ligt inmiddels ruim tweeënhalf decennium achter hen. Er werden nog grote hits gescoord, maar over het algemeen zwalkte Snoop tussen ‘ok’ en ‘ruk’ als het gaat om albums en NFT-tapes vol loosies, en Dre’s productie werd met de tijd minder vernieuwend. Maar als ze samenkomen, zou er nog weleens magie kunnen ontstaan. Althans, dat is waar ondergetekende sterk op hoopte. Dit zijn de mannen die me van hiphop leerden houden.
En warempel, Snoop klinkt zowaar gezond en fris op Missionary. Hij bewijst – nog altijd met slechts maximaal vijf flows – dat hij nog steeds geweldig kan rappen. Zijn stemgeluid is zo uniek dat hij daadwerkelijk alles kan proberen, en doet dat hoorbaar met plezier. Aan de andere kant is de productie van Dr. Dre beduidend minder vooruitstrevend dan vroeger. Er staan een paar beats op die geweldig zijn (Hard Knocks, The Negotiator), maar het merendeel is te simplistisch voor Dre-begrippen.
Sommige nummers leunen teveel op nostalgie en roepen herinneringen op met interpolaties. Neem Gunz ‘N Smoke, de eerste collabo van Dr. Dre, Snoop Dogg, 50 Cent en Eminem ooit. Het zou een big deal geweest zijn anno 2004, maar twintig jaar later is het gewoon een oké nummer. De Biggie-sample is cool, maar doet niet genoeg om een middelmatige samenwerking te verbloemen. Een ander muzikaal knipsel is al eens veel beter geflipt door Dilla (Shangri-La) en het gebruik van een vocal sample van M.I.A. voelt eerder cheesy dan op zijn plaats.
Er staat niets op Missionary waar Snoop niet eerder over heeft gerapt, en er zijn ook amper features te vinden die voor een écht verrassende wending zorgen. Ja, Sting rapt een couplet (!) over een sample uit zijn eigen oeuvre en Method Man op een Dre & Snoop-plaat is een mooie vondst, maar veel andere featurings zijn uiterst inwisselbaar. Na zo’n zes nummers zakt daarbij ook de productie in elkaar, wat zorgt voor een identiteitscrisis. De vraag of Dr. Dre zich wel echt bemoeid heeft met de beats rijst dan al snel. Now Or Never is saai, de beatwisselingen in Hard Knocks en Gangsta Pose onnnodig – want in beide daalt het niveau drastisch na de flip.
Het is dan ook knap dat Snoop zich vrij solide een weg baant door het overtal ideeën dat Dre en zijn team (met daarin onder meer Focus… en Dem Jointz) in 46 minuten hebben gestopt. ‘Tha Doggfather’ klinkt niet zo uitgeblust als op voorgaande albums; op de een of andere manier haalt Dre het beste in hem naar boven. Moeten we het feit dat de ondergrond waarover hij mag banjeren klinkt als pure Hollywood-kitsch links laten liggen? Hell no. De beats zijn goed geproduceerd, maar uiteindelijk te gepolijst en daardoor gevoelloos.
Het is een gebruikelijke tactiek om songs te laten herrijzen uit de as van eerdere successen, maar de meeste keuzes hier – behalve Thank You, dat naast een interpolatie van Dre’s eigen The Watcher ook Sly & The Family Stone’s gelijknamige track samplet, op z’n minst discutabel te noemen. Last Dance with Mary Jane herhaalt Tom Petty’s klassieker met bijna dezelfde titel, met Jelly Roll om de een of andere reden erbij.
Muzikaal lijkt het dus nergens te mogen schuren, en juist dat is precies de reden dat ik zo’n 25 jaar geleden fan werd van dit duo. Alle potentie is uit Missionary geschaafd door perfectie. Dan kan het wel Snoop’s beste album sinds Doggystyle zijn, maar dat zegt uiteindelijk vrij weinig. Slecht is Missionary allerminst te noemen, maar het tweede door Dr. Dre geproduceerde album van 2024 valt, zeker vergeleken bij Marsha Ambrosius’ CASABLANCO (dat we grenzeloze magie durfden te noemen), amper op in muzikale zin. Voor iemand die predikte dat hij houdt van albums met één producer aan het roer, in plaats van zeven, laat Dr. Dre de veelzijdigheid teveel in de weg zitten.