Al sinds haar geboorte functioneert hiphop als proteststem. Zij het om maatschappelijke onrechtvaardigheden zichtbaarder te maken, of een podium te bieden voor verhalen die anders niet gehoord worden. Hoe dan ook, hiphop inspireert luisteraars om kritischer naar de samenleving te kijken. Precies vanuit die essentie omarmt het nieuwe album van de op Curaçao geboren en getogen rapper Juny Martina deze kunstvorm. NEGROPONT verkent schurende vraagstukken over een postmoderne Curaçaose identiteit en pleit voor collectieve bewustwording. “Het is tijd om voor elkaar te zorgen.”
Op een regenachtige herfstmiddag staat Juny Martina in de portiek van het atelier van zijn schoonmoeder in Amsterdam West. In de kelder van het pand zit in een studioruimte waar hij de afgelopen 4 jaar samen met zijn partner Josephine Zwaan heeft gewerkt aan zijn nieuwe plaat, NEGROPONT. Het album is de opvolger van Destrukshon uit 2023 en volgt net als dat project een kritisch web aan hersenspinsels over de staat van de maatschappij van zijn geboorteplaats. “Destrukshon dient als verkenning van het verleden zodat ik met NEGROPONT naar de toekomst kan om de huidige en toekomstige Curaçaose identiteit te verkennen. Om te kijken naar ons als land, als volk en waar we heen willen gaan”, vertelt de rapper.
Even voor de context: Curaçao kent een geschiedenis met diepe wortels in kolonialisme, slavernij en het samenkomen van Afrikaanse, Europese en Latijns-Amerikaanse invloeden. Identiteitsvorming op Curaçao is daarom geen vaststaand gegeven, maar een dynamisch proces waarin oude tradities en moderne invloeden continu clashen. Een nog altijd koloniale geest leeft op het eiland wegens economische afhankelijkheid van de relatie met Nederland, met negatieve impact op het zelfbeeld van de inwoners als gevolg. “Omdat we ‘slechts een Caribisch eiland zijn’, wordt van ons verwacht dat we ons ook zo gedragen. Op die manier wordt een bepaalde waarde aan ons gekoppeld en op basis van zo’n maatstaf zijn we eigenlijk elkaar onderling ook gaan meten.”
Daarom is het ook niet vreemd dat dit bij velen voor een bepaalde interne onrust zorgt, waarbij veel vragen en frustraties komen kijken. En die confrontatie met een vervreemding van je identiteit heeft hij al vroeg ervaren. “In het kader van jezelf via een bepaalde maatstaf meten; één van mijn eerste herinneringen is hoe ik op de kleuterschool werd gepest om mijn huidskleur”, vertelt hij. “Maar dan kijk je jaren later terug naar een schoolfoto en zit je tussen allemaal andere kinderen die ook zwart zijn. Tegelijkertijd komt mijn vader uit Sint Maarten en mijn moeder uit Suriname, maar voel ik me wel een Curacaoenaar. Ik ben er geboren en getogen, maar zag op sommige momenten duidelijke verschillen. Bijvoorbeeld dat ik me schaamde dat ik thuis Nederlands spreek met mijn moeder, terwijl guys uit de buurt Papiaments spraken.”
Maar ongelijkheid op Curaçao komt in vele vormen. Hoe ouder de rapper werd, hoe meer dingen hem opvielen. “Mijn ouders werkten beiden fulltime, maar toch waren er regelmatig periodes waarin ze niet genoeg verdienden om mee rond te kunnen komen. Dit lag echt niet aan mijn ouders, maar aan ongelijkheden in een dieper geworteld systeem dat al jaren voortbestaat. Maar er zijn me ook ongelijkheden opgevallen waarvan ik juist wél kon profiteren binnen dat systeem. Doordat ik toevallig thuis dus Nederlands spreek, had ik bijvoorbeeld wel een voorsprong op school vergeleken met andere kids. Het onderwijssysteem is op die taal ingericht. Dat er zulke verschillen zijn op Curaçao tussen wie wel of niet kunnen excelleren vind ik oneerlijk. Ik wil die ongelijkheden blootstellen zodat we er uiteindelijk over in gesprek kunnen gaan met elkaar.”
Om die dialoog te openen is hij vervolgens gaan werken aan NEGROPONT. “Op het album schets ik een dystopische toekomst op het eiland waarin alles wat fout kán gaan en fout ís gegaan”, vertelt hij. “Ik heb Environmental Sciences gestudeerd, waar je vooral leert om systemen te analyseren. Een van de manieren om dat te doen is met backcasting. In die methode ga je van de toekomst stapsgewijs terug naar het heden en traceer je welke transities er zijn geweest om tot die toekomstige situatie te komen. Gebaseerd op de informatie die we nu hebben schets ik een Curaçao in 2050 waar het neokolonialisme, racisme en kapitalisme in de worst possible state zijn die je je kan bedenken. Dus op het album onderzoek ik wat we moeten doen om daar juist niet te belanden.”
Verandering komt altijd in fases van transitie en zo heeft Juny zijn album opgedeeld in vier verschillende hoofdstukken. “Voordat iets kan veranderen, heb je eerst een fase van een hoop vingerwijzen. Dus in het eerste hoofdstuk, Punta Dede, ben ik heel erg kritisch op het kolonialisme en kapitalisme. Dat het te onzeker is waar we in de toekomst zullen zijn, omdat we vastzitten in een vicieuze cirkel. Op Curaçao opereren we heel erg vanuit een hustle culture waarin we onszelf allemaal net iets meer waard willen voelen dan de ander. Er zit echter een vals idee in het concept dat de invisible hand het allemaal wel gaat fixen in onze economie. Dus waarom verkopen we onszelf en ons eiland aan kortzichtige oplossingen die eigenlijk niks fixen, maar erger maken?”
Iedere oplossing begint bij het signaleren van het probleem. Dus moet je oude bruggen verbranden om nieuwe te kunnen bouwen. “Het tweede hoofdstuk, Nos Tur Ta Nubia, gaat over het besef dat we elkaar weer moeten vinden door vanuit verschillende perspectieven te leren kijken. Als we elkaar beter begrijpen, kunnen we meer van elkaar houden. We zijn uiteindelijk allemaal onze eigen goden. Zo rap ik bijvoorbeeld over een dealer die beroofd is en vanuit het perspectief van degene die hem beroofd heeft. Maar hoe breek je een patroon als dat vanaf je geboorte al ingeprogrammeerd wordt door het milieu waarin je opgroeit? Vervolgens kijk ik ook naar hoe we in ons dagelijkse leven continu micro-agressies tegenkomen en hoeveel meer daarvan nog nodig is om te realiseren wat het met ons doet.”
Zodra je bewuster wordt van de cyclus waarin je vastzit, ontstaat er ruimte om te gaan kijken naar waar je heen wilt. “Ik heb dit hoofdstuk E Vishon Di Rasta genoemd, omdat ik daar echt mijn visie voor het eiland vormgeef. Ik wil het gevoel overbrengen dat mensen united en vrij kunnen zijn. Dat het hoe dan ook wel goed gaat komen, want daar gaan we elkaar naartoe tillen. En daarvoor moeten we gaan inzien dat als we onze krachten eindelijk bundelen, geen rijk, ideologie of systeem sterk genoeg zal zijn om ons tegen te houden. De macht ligt immers in onze eigen handen.”
Wanneer al deze fases hebben plaatsgevonden, kom je waar je wil zijn. Dus, waar het album begint vanuit een dystopie, eindigt het op weg naar utopie. “Als laatste is er E Seru Di Mas Haltu. Nadat we alle emoties hebben gevoeld die nodig waren en elkaar eindelijk hebben gevonden, kunnen we afscheid nemen van racisten, kapitalisten en alles wat ons schaadt. Het is tijd om voor elkaar te zorgen. Dat we boven op de berg staan en nu niet alleen voor elkaar, maar ook Mama Tera goed moeten zorgen. Daarom eindigt het album bij Dinopano, wat voor mij de track is die de kern raakt van wat ik wil vertellen: minder individualisme, meer collectief denken. Elkaar helpen groeien en beter leren delen om elkaar te verrijken. En dat kan alleen als we dat dóór ons, vóór ons doen.”
Opvallend genoeg leeft dat stukje ‘door ons, voor ons’ vooral ook in de productie van de plaat. De beats van Josephine Zwaan gaan van samples uit traditionele Curaçaose genres als tambú en muzik di zumbi, tot aan zware 808’s en Afrofuturism. “Het project is er niet alleen om je aan het denken te zetten. We wilden qua geluid ook innoveren op wat er mist binnen de Curaçaose scene”, vertelt Juny. “Ik vind dat we op het eiland te veel een Amerikaanse sound nabootsen. Dus we zijn gaan zoeken naar een sound die daarmee kan concurreren terwijl we heel erg intappen op mijn roots met culturele muziek. We hebben een hoop moeten filosoferen en experimenteren. Maar ik durf te zeggen dat het ons is gelukt een innovatieve manier te vinden om hiphop met die culturele roots te mixen.”
Zodoende heeft Juny Martina een album gemaakt wat de grenzen opzoekt. Het geeft een verfrissende nieuwe sound, het verkent waar we vastlopen en most of all houdt het album ruimte om het op verschillende manieren te interpreteren. “Er is een open einde aan het project, omdat ik niet degene ben die de antwoorden heeft op de vragen die ik stel. Het doel was vooral om die vragen een keer te stellen. Daarom sta ik achter alles wat ik zeg op het album, omdat het de potentie van mijn eiland is dat ik verken in NEGROPONT. Uiteindelijk wil ik zelf ook weer terug naar Curaçao, om verder te werken aan het Curaçao waar ik over droom.”
Check hieronder het hele album. Je kan het album a.s. zondag ook live meemaken bij zijn show in Tolhuistuin.