Kirsten Spuijbroek (1981) is voor velen nog onbekend als kunstenares. Dat komt vooral omdat zij bekend is als sieradenontwerpster en dan specifiek het maken van rouwsieraden. De Brabantse heeft een onverzadigbare fascinatie voor diepe, menselijke emoties en observeert van nature. Na jaren haar techniek te hebben ontwikkeld en geperfectioneerd, vindt ze het nu tijd om haar sculpturen met de wereld te delen. Kirsten exposeert deze maand voor het eerst haar kunst in onze HIJSkamer, de multi-functionele ruimte onder ons kantoor aan de Delftsestraat 25 in Rotterdam. Tijd om kennis te maken.
Spuijbroek is opgegroeid in een protestants gereformeerd dorpje in katholiek Brabant. Ze kreeg kunst niet met de paplepel ingegoten, maar kreeg wel alle support van haar familie. “Ik kom niet uit een creatief gezin maar wel uit een open-minded gezin”, vertelt ze daarover. Na een persoonlijk verlies begon ze met het creëren van rouwsieraden op de kunstacademie.
“Als je dicht bij jezelf blijft en jezelf de kans geeft om als mens te ontwikkelen, dan gebeurt het.”
Het ontwerp van haar sieraden gaat over menselijke emoties en het rouwproces, die lijn trekt ze door in haar sculpturen. Haar studio staat dan ook vol met materialen, waaronder drogende bloemen. Het is erg indrukwekkend om de sculpturen te zien, maar ook hoe veel werk erin zit. Over de transitie van rouwsieraden naar sculpturen: “Ik heb altijd de wens gehad om daar sculpturen van te maken, niet alleen sieraden. Dat ik nu alleen maar sculpturen maak, is heel organisch gebeurd. Als je dicht bij jezelf blijft en jezelf de kans geeft om als mens te ontwikkelen, dan gebeurt het. Dit is mijn ontwikkeling.”
“Als je het gesprek aangaat over je werk, en het is heel specifiek het maken van rouwsieraden, dan krijg je ook alle verhalen van anderen mensen terug. Dat is heel mooi, dat het mensen aangrijpt en hen motiveert om hun eigen verhaal willen vertellen, maar ook heel confronterend. Voor mij werd het te persoonlijk. Het kwam te dichtbij, dus ik ben er een hele tijd mee gestopt. Ik heb het links laten liggen totdat mijn eigen vader kwam te overlijden. Toen ben ik begonnen met het bewerken van bloemen in porselein. Ik had in één keer heel veel bloemen, van die rouwboeketten. En toen dacht ik: ´Shit, ik wil hier wel echt iets mee doen´. Toen heb ik wat voor mezelf gemaakt, voor mijn moeder, m´n tantes en voor m´n zusje. Het voelde zo fijn om ermee bezig te zijn. Toen besloot ik om alleen maar vrij werk te doen.”
“Men mag zien dat dit een schoonheid toont.”
Kirsten woont tegenwoordig in Rotterdam met haar partner Jelmer Noordeman, die ook kunstenaar is, en zoon Wolf. Ik vraag haar hoe het is om beide kunstenaars te zijn en een studio te delen. “Je bent natuurlijk wel een setje, je leeft met elkaar en we werken in één ruimte met elkaar. Hoewel ons werk op het eerste gezicht heel erg van elkaar verschilt en weinig met elkaar te maken heeft, heeft het wel degelijk sterke overeenkomsten. Sowieso vinden wij allebei het maken heel belangrijk, handwerk dus. Men mag zien dat dit een schoonheid toont. Imperfectie is heel mooi. Het is superfraai om te zien dat het gemaakt is met liefde, met de hand.”
Haar daaropvolgende zin is een rake: “Je leeft niet in een perfecte wereld, die bestaat niet. Die proberen we ook helemaal niet te laten zien, verre van zelfs. Bij mij zit er minimaal kleurgebruik in en dat heeft Jelmer ook. Zijn werk is heel anders, alleen hij zorgt er wel voor dat ik wat losser kom. Iets minder keurig, iets rauwer en dat ik minder streng ben tegen mezelf. Dat er meer ruimte is voor toevalligheden. Zijn persoonlijkheid of commentaar op mijn werk zorgt ervoor dat ik dat méér kan doen.”
De komende expositie, genaamd Facszes, bestaat uit ongeveer twintig met porselein bewerkte bloemen waar Kirsten sculpturen van heeft gemaakt. “Ik ga nu laten zien waar ik echt mee bezig ben. Ook mensen die mij goed kennen weten niet wat ik precies doe; ik sta nog bekend als ´Kirsten van de sieraden´. Heel veel mensen hebben deze werken nog nooit gezien. Dit is de eerste keer dat ik echt dit werk laat zien in op zichzelf staande context. Ik heb altijd bedacht ik ga in stilte aan dingen werken en dingen opbouwen. Je wilt iets opbouwen en het moment dat ik er klaar voor ben dan ga ik het laten zien. En nu ben ik er wel klaar voor… ik ben trots op wat ik heb gemaakt en wil het delen.”