Pas als je ruim halverwege de tweede track bent, krijg je de eerste rap op het nieuwe album van Illa J’s nieuwe album Home te horen. Tegen die tijd heeft hij al een soulvolle melodie gezongen over een vocal chop door producer Calvin Valentine, terwijl Dank (van Frank-N-Dank) ad-libs dropt die refereren aan platen als Fantastic en Ruff Draft, klassiekers die Illa’s oudere broer produceerde. Wanneer de song Sam Cook aan bod komt, flext Illa J zijn falsetto voordat hij de finale ervan een paar bars meegeeft.
Het mag duidelijk zijn dat dit niet het Illa J album is dat velen van hem verwacht hadden. Wat je wel krijgt, is de aangename verrassing van het horen van een artiest die eindelijk zijn eigen stem gevonden heeft.
Het was in december van 2006 dat de wereld voor het eerst kennis maakte met John “Illa J” Yancey, toen hij bijna letterlijk in de schoenen van zijn broer J Dilla’s stapte, om zijn raps te playbacken in diens postume Won’t Do video. Op dat moment was er nog niks bekend over de jongere Yancey-broer zijn eigen talenten als muzikant. In de jaren erna maakte steeds meer mensen daar kennis mee, doordat hij een naam opbouwde als één van Detroit’s vele talentvolle rappers.
“Ik zag mijn broer het doen, en volgens mij is dat de enige formule. Gewoon heel hard werken.”
“Mensen denken dat het makkelijker is, maar Questlove hoeft niet met mij te werken omdat hij dat ook met mijn broer deed”, zegt hij. “Ze moeten mij daarvoor respecteren als artiest op eigen benen. Ik moet dat verdienen.” En de manier waarop hij dat doet, is door continu te grinden in de studio, slijpend aan zijn vak, zonder te stoppen. “Ik zag hoeveel uren het kostte”, vertelt hij, terugblikkend op Dilla’s legendarische talenten als beatmaker. “Ik zag mijn broer het doen, en volgens mij is dat de enige formule. Gewoon heel hard werken. Er zit geen geheim achter. Gewoon hard werken.”
Het doel daarvan is uiteindelijk op gelijke voet te kunnen staan met iedereen die hij ooit in de studio tegenkomen kan. “Met Robert Glasper werken was echt een big deal voor mij. Dat is een artiest van hetzelfde niveau als mijn broer. Dat ik met hem kon werken, heeft me veel zelfvertrouwen gegeven.”
Precies wat hij nodig had om meer op zijn zangtalenten te durven leunen. Zijn publiek mag hem dan vooral als rapper kennen, maar als het aan hem ligt komt daar snel verandering in. “Ik wil duidelijk maken op dit album dat ik in de eerste plaats een zanger ben”, legt hij uit. “Ik maak zoveel nummers waarop ik zing, maar als de tijd daar is om de joints voor mijn album te kiezen, kies ik vooral die waarop ik rap. En aan het begin van mijn carrière, op mijn eerdere albums, had ik niet het vertrouwen in mijn zangstem dat ik nu heb.”
“Voor mij is het altijd al een verlengstuk van mijn zang geweest, want het is gewoon mijn stem gebruiken op verschillende manieren.”
Ietwat aarzelend vergelijkt hij zichzelf met Lauryn Hill, in de zin dat “er mensen zijn die rappen en zingen, maar ik ben net als zij eerder een zanger die rapt.” Hij mag dan eerder niet zo op zijn zang vertrouwd hebben als hij op Home doet, zijn wil dat te doen is er altijd geweest. “Zang is altijd een passie geweest, door de manier waarop mijn vader me opvoedde. Ik groeide op met de muziek van groepen als Manhattan Transfer, Four Freshmen, a capella jazz-groepen. Dat trainde mijn oor. Toen ik me met verschillende muziekstijlen bezig begon te houden, zoals hiphop, vond ik het tof mijn stem op andere manieren in te zetten. Voor mij is het altijd al een verlengstuk van mijn zang geweest, want het is gewoon mijn stem gebruiken op verschillende manieren.”
Zijn broer (toen nog bekend als Jay Dee) bouwde in de jaren vlak voor de eeuwwisseling een naam voor zichzelf op als producer, en was de voornaamste katalysator van wat uiteindelijk ‘neo soul’ of ‘nu soul’ zou gaan heten. Het was de succesvolle mengvorm tussen organisch, warm geluid een de bouwstenen van boombap, en beïnvloede een generatie van artiesten. De ironie wil dat het precies in datzelfde idioom is dat zijn broer ooit populariseerde, waar Illa J nu de ruimte vindt om aan zijn lange schaduw te ontsnappen.
“Eerst was het, ‘ik moet mijn naam als solo artiest vestigen.’ Nu is het ‘ik moet mijn naam als zanger vestigen.’” Hij spreekt over het enorme respect dat hij voor Solange Knowles heeft, en de manier waarop zij zich als op zichzelf staande artiest in de kijker heeft weten te spelen. Hij snapt als geen ander dat dat met zo’n beroemde zus geen makkelijke klus geweest is. “Het was lastig vanwege het hele ‘broer van’-ding. Eerlijk gezegd heb ik nu pas het gevoel dat ik dat achter me gelaten heb. Natuurlijk zal het er altijd zijn, maar mensen beginnen mij nu te zien als artiest met een eigen gezicht.”
Toch zit er een dubbele laag in, want tegelijk voelt hij het als een plicht om de toorts van zijn broer voort te blijven dragen. “Ik heb er nu meer vrede mee dan ooit. Ik ken mijn verantwoordelijkheden als erfgenaam. Maar voor mij komt er ook de persoonlijke verantwoordelijkheid bij om zijn muzikale nalatenschap te dragen. Hij was niet alleen een hiphopproducer, maar hij kon nog zoveel meer. Ik heb het gevoel dat door alles wat ik doe, ik dat vertegenwoordig. Alles wat hij had kúnnen doen. Want hij kon bijvoorbeeld ook zingen.”
“Mijn loopbaan en die van mijn broer zullen altijd met elkaar verbonden zijn.”
“Mijn loopbaan en die van mijn broer zullen altijd met elkaar verbonden zijn, op een of andere rare manier. Buiten dat we broers zijn en allebei muziek maken, is er ook iets op een heel ander, bijna spiritueel niveau”, merkt hij op. Zijn broer vond zichzelf ook opnieuw uit een onafhankelijk Duits platenlabel, toen hij Ruff Draft in eerste instantie via Groove Attack uitbracht. Home wordt uitgebracht via het Berlijnse Jakarta Records, en Illa J’s debuutplaat werd uitgebracht door Delicious Vinyl, hetzelfde label waar zijn broer vroeg in zijn carrière veel voor werkte.
“Er zijn zoveel dingen die parallel lopen aan wat mijn broer deed.” Die berusten weliswaar niet op bewuste beslissingen, maar het houdt ook niet op bij hun professionele keuzes: “Het gaat terug tot onze jeugd. In de vijfde of zesde klas zong hij Billie Jean in een talentenjacht. En toen ik in de zesde klas zat, trad ik ook op met Billie Jean tijdens de talentenjacht.”
En net als zijn broer, wil Illa J niet vastzitten aan één stijl. “Ik wil beschouwd worden als muzikant. Als songschrijver”, zegt de man die niet meer als rapper gelabeld wil worden. “Als muzikant wordt je niet zo in een hokje geduwd. Je kan spelen wat je wilt. Daarom zijn mijn live shows zo belangrijk voor me. Ik speel toetsen, ik maak beats live, gewoon om mensen mijn hele spectrum te laten zien.”
Het is ook een belangrijk onderdeel van zijn klik met producer Calvin Valentine, die voor alle beats op Home tekende. “De melodie, wat de muziek ook is, schrijft zichzelf. Ik laat me dat meenemen in een richting, in plaats van dat ik een richting probeer te forceren. Ik kan alle kanten opgaan, en hij haakt daarop in, want hij kan dat ook. Het geeft me zoveel vrijheid wanneer we samenwerken, om gewoon allerlei stijlen uit te proberen.”
“Ik heb een constante drang om op te nemen. Als ik niet aan het opnemen ben, ben ik bang dat ik het misschien kwijtraak”
Illa J vertelt hoe Frank Nitty (van Frank-N-Dank) Valentine’s werk voor het eerst aan hem liet horen: “Frank is mijn onofficiële A&R. Hij zei ‘Ik heb een dope producer ontmoet. Zodra je klaar bent om met je zang gedoe te beginnen, is dit de dude daarvoor.’”
Dat duurde wel nog enkele jaren, maar toen het eenmaal zover was, was er inderdaad direct chemie tussen de twee. “Ik had een show bij Low End Theory in 2015, en ik had een week vrij in L.A. voordat ik in San Antonio moest zijn. Ik dacht ‘ik ben er nu toch, ik kan net zo goed die Calvin opzoeken.’ De eerste keer dat wel elkaar ontmoetten, namen we meteen drie tracks op. Vanaf toen was het constant samenwerken.”
“Mijn vocalen en zijn productie, we zijn een uitstekend tagteam. Hij passt me heel de dag alley-oops en ik gooi ze de basket in. Calvin is a beast.” Maar het was niet alleen hun stijlen die in tandem vielen. “Één van de dingen waardoor we een band opbouwden was onze werkethiek. Iedere keer dat ik hem zie heeft hij veertig tot vijftig nieuwe beats die hij me wil laten horen. Minstens.”
“Ik heb een constante drang op te nemen. Als ik niet aan het opnemen ben, ben ik bang dat ik het misschien kwijtraak. Mij helpt dat mijn stem en artistieke vaardigheden te ontwikkelen; continu opnemen, ook de nummers die uiteindelijk niet houdt. En met Calvin maak ik gemiddeld drie nummers per dag wanneer ik bij hem ben.”
“Hij is beïnvloed door mijn broer, maar hij heeft ook zijn eigen stijl en andere invloeden, en daarom voelt Home zo natuurlijk. We hadden al veel samengewerkt en een hoop tracks gedaan, maar we gingen opnieuw met elkaar zitten om zo’n soort album te doen. Als je de muziek hoort, hoor je hoe comfortabel het klinkt, niks is geforceerd. Hij zet niet veel op mijn vocalen; die zijn rauw. Als ik vlak klink, is het gewoon vlak. Het is daar, het is echt.”
“Ik bedoel ‘Home’ echt in de zin dat we allemaal verschillende soorten muziek maken, maar dit soort hiphop-soul komt gewoon van nature bij ons”, zo benadrukt hij. “Hoe ik opgroeide met muziek van Al Green en al de mensen waar mijn broer voor produceerde… dat is thuiskomen voor mij, dat soort muziek.”
Dit artikel is eerder in het Engels verschenen bij MASS APPEAL en wordt hier gepubliceerd met toestemming van de rechthebbenden.