Het is de dag vóór Koningsdag 2019. Het Amsterdamse centrum is een komen en gaan van vrachtwagens vol podiumonderdelen, bierleveranciers en werklui. Niet in Black Gold, het rustige koffie- en vinylzaakje aan de Koningsstraat. Het blijkt de ideale locatie voor het interview met de nieuwe groep Fat Windjacks, die vandaag hun album C U L T voorstelt aan de wereld. Tussen de lachsalvo’s, de dikke beats en lekere koffie door in gesprek met rappers Nosa, James en Tenshun en hun producer Soulution Beats.
C U L T is een album waarop de honger van een driekoppig rijmmonster wordt gevangen op beats die je doen denken aan het beste werk van Roc Marciano, The Alchemist of Daringer. Producties die je niet per sé mee terug nemen naar de jaren negentig, maar je er wel weer even naar doen verlangen. Terwijl Nosa nog een parkeerplaats moet vinden voor zijn auto, gaan James en de producer al los: “Het was eigenlijk helemaal niet de bedoeling dat we een plaat zouden maken, het is gewoon zo gelopen. ‘Soul’ -een veelgebruikte afkorting voor Soulution vandaag- kwam met een oude verse van Tenshun aanzetten, uit het begin van de jaren 2000. Hij vroeg ‘Noos’ en mij voor een remix ervan. Toen Ten het hoorde, wilde hij meteen zijn verse updaten, maar dat lieten we niet gebeuren, natuurlijk”, lacht de Fakkelbrigade-mc. “Het is mooi dat het zo gelopen is, man. Ik ken Tenshun al sinds 2000. We zijn bijna twintig jaar verder en eindelijk mag ik m’n ding doen op tracks waar hij ook op staat. Het is een eer.”
Nadat het gesprek een wending neemt over langdurige consitentie in hiphop, de beats van GZA’s Liquid Swords, Nas die met Rick Ross als executive producer een plaat moet maken en de huidige staat van hiphop, komt Nosa binnen en kunnen we met de hele groep terugkijken op het albumproces. “We kwamen elkaar tegen bij de opening van Beatheaven. Dat is de studio van Nikes”, blikt Tenshun terug. De producer van het stel heeft lovende woorden. “Dat is echt een fijne spot. Zijn aandeel in de plaat is ook groot en dat willen we niet onvermeld laten.” Tenshun hervat: “Het was gezellig, we waren gewoon aan het viben. We hadden toen al wel besloten om samen te gaan werken. Die gezelligheid hebben we gewoon mee de studio in genomen. En als je dan kunt kiezen uit drieduizend beats die allemaal even hard zijn, krijg je gewoon een plaat als dit.”
Soulution: “Ja, ik ben een productieve guy. Voor dit album haalde ik inspiratie uit die Griselda-shit waar James mee kwam. Niet alles hoeft per sé drums te hebben vind ik. Het mag rauw, het mag edgy, maar het moet niet stoffig aanvoelen. Dit…”, zegt hij terwijl hij zijn woorden weegt en wijst naar de jongens om hem heen, “…zijn voor mij de hardste rappers van Nederland. Ten met de wordplay, Nosa met de storytelling en James met een combinatie daarvan. Het zijn jongens die de mensen willen kunnen verstaan, dus voor mij lag er de uitdaging om beats te maken die hen die ruimte geven”, vertelt de producer uit Hoorn kalm. “Niet alles hoeft ook te knallen”, haakt Nosa in. “Als je kijkt naar wat nu in de charts staat, dat is allemaal beats, beats, beats.” Fat Windjacks probeert daar met C U L T wat tegenwicht aan te bieden. “We brengen het hopelijk weer een beetje in balans, snap je?” Dat vindt ook zijn partner uit Almelo. “Ja, dit is gewoon weer lekker ouderwets rappen op beats. Er mag weer gerapt worden op beats, dames en heren.”
Een combinatie van Zo Moeilijk, Kohfie Konnect en Fakkelbrigade dus. Alledrie de rappers kwamen op in de jaren nul van dit decennium en beleefden daar ook hun hoogtepunt qua bekendheid. Of er algemene behoefte is aan deze plaat weten ze niet. James heeft er een hersenspinsel over op het album. “Je kan ‘t zo zien / onze generatie luistert ook meer Nas dan Rakim”, rapt hij op de plaat. “Ik zie het ook echt zo”, legt hij uit zodra ik de bar aan hem voorleg. “We moeten niet belerend zijn richting de nieuwe generatie. Dat hiphop nu zo groot is, komt mede dankzij hen. Ik vind het schitterend hoor, ik ben gewoon fan van de cultuur. Ik luister net zo graag naar Benny The Butcher als naar Gunna. Het is niet voor niks dat Kleine nu zo rijk is. Die jongen werkt te hard ervoor om erop te haten…” “Ja, maar hij kan ook gewoon rappen”, voegt Tenshun eraan toe. “Hiphop is nu de populairste subcultuur van de wereld. Wie zijn wij om de jeugd de lessen te leren?”
Over wie de grootste drive had om een album te maken zijn ze stellig: “Het is het doorzettingsvermogen van Soul!”, roept Tenshun wijzend naar de producer. “Maar echt hè”, beaamt Nosa. “Hij is de lijm van de groep. We zouden in eerste instantie alleen die remix doen, maar hij bleef ons bestoken met beats.” Ook over de rolverdeling binnen de groep zijn ze het al snel eens: “Soul flikt alles. Niet alleen de beats, ook de mix, de mastering, de vormgeving, de promo, de clips. Wij komen alleen om te rappen”, zegt Tenshun. “Spreek voor jezelf, alsjeblieft”, breekt Nosa lachend in. “Ok, ík kom alleen om te rappen.”
“Je houdt elkaar wel scherp. Ik voelde me verplicht om mijn A-game te brengen.”
Het is ook wat hij goed kan. Als echte woordkunstenaar en punchline-rapper is hij ongeëvenaard. Tenshun is dan ook vaak als eerste klaar met zijn couplet. “Daar voel ik me lekker bij. Ik ben niet gewend om hele tracks te maken. Ik moet het hebben van ‘zestiens’, daarin blink ik uit.” De anderen pakken vaak zijn couplet als uitgangspunt en borduren daarop voort. “Ja, ik hobbel er vaak gewoon achteraan”, geeft James toe. Nosa: “Ik neem ook vaak mijn tijd. Toen ik eenmaal met Ten in de stu zat, gaf me dat wel een kick. Ik kende hem nog helemaal niet. Toen Kohfie aan was, zat ik nog helemaal in mijn Zo Moeilijk-bubbel. Af en toe moest ik tijdens de sessies gewoon buiten even een sigaretje gaan roken en angstig tegen James zeggen dat die gast ons helemaal opvrat.” De anderen barsten in lachen uit. “Je houdt elkaar wel scherp. Ik voelde me verplicht om mijn A-game te brengen.” “Ik ook. Ergens op het album heb ik ook wel een wordplay die kan levelen met Ten”, lacht James. “Lultohnievent!”, grijnst Nosa.
Op de plaat groeien de drie naar elkaar toe. De stemmen van de rappers passen bijzonder goed bij elkaar en hun individuele rapstijlen staan niet haaks op die van de anderen. Het resultaat is een authentieke hiphopplaat die bol staat van de verrassende samples, gevatte woordspelingen, indrukwekkende storytelling en creatieve flows. Optreden gaat niet gebeuren, laat Nosa al weten met een line op het album waarin hij zegt niet met een neppe brassband op Lowlands te willen staan.
“Ik houd helemaal niet van optreden, man”, zegt Tenshun eerlijk. Ook Nosa wil de bühne niet meer op, ondanks dat hij er vaak genoeg te vinden was met Zo Moeilijk. “Nee man, dan ben ik de hele dag stront-zenuwachtig. Niemand hoeft dan tegen me te praten. Althans, dat kan wel, maar het komt gewoon niet binnen bij me.” De enige rapper van het stel die performen wel leuk vindt is James: “Maar ik heb me er al bij neergelegd dat het niet gaat gebeuren. Dat moet je met z’n allen willen of gewoon niet doen.” Tenshun rakelt een oude anekdote op: “Vroeger zat ik in een rapgroepje en die wilden altijd repeteren”, zegt hij terwijl hij het laatste woord met zijn vingers omringt met aanhalingstekens. “Ik dacht dan altijd wat wil je gaan oefenen dan? Danspasjes? Ik ken mijn teksten gewoon, hoor.”
“Eigenlijk is dit interview exemplarisch voor het hele project. Als wij bij elkaar komen is het gewoon lang leve de lol.”
“Als ik dit album moet plaatsen in mijn discografie… dan zie ik het als een logisch gevolg op de Eerstelingen-tape. Die maakte ik ook al met Soul. Daarop ging ik wat persoonlijker en abstracter te werk”, vertelt James. “Voor mij geldt hetzelfde”, aldus Nosa. “Met Novi wilde ik mezelf echt blootgeven. Dat proces was veel zwaarder, daarvoor moest ik wat dieper gaan. Nu kon ik gewoon genieten en lekker rappen.” Tenshun: “Tja, ik heb niet echt een discografie, hè. Dus ik weet hoe ik ‘m moet plaatsen. Ik heb gewoon mijn ding gedaan, maar ik ben wel heel blij dat het met deze boys is gebeurd. Ik ben trots op het eindresultaat. Soulution besluit: “Ik denk dat we dat allemaal kunnen zijn. Het klinkt als iets wat we allemaal nog nooit hebben gemaakt en ik denk dat dat met onze oeuvres al een hele prestatie is. Fat Windjacks is gewoon fresh en dit album is, zoals de naam al doet vermoeden, voor de culture. Eigenlijk is dit interview exemplarisch voor het hele project. Als wij bij elkaar komen is het gewoon lang leve de lol.”
Een gezonde dosis hiphop ván en vóór de cultuur is nu te streamen. En ook als je wilt weten hoe ze aan de naam Fat Windjacks komen; luister die plaat!