Twee jaar na zijn laatste album SINCE ’93 is CHO terug. En hoewel fans wellicht kunnen denken dat hij er met hits als Misschien Wel Hè en Workshop al een carrière op heeft zitten, voelt het voor de Amsterdamse mc zelf nog maar als een begin. In gesprek over zijn nieuwe album CHOSEN, zijn liefde voor r&b uit de 90’s en 00’s en God, die een groter plan voor hem heeft dan enkel hits maken.
“Een combinatie van de diepgang, de chickie-shit, de stoerdere kant, het is een beetje ’the usual’, precies wat men gewend is van me. Ik heb veel kanten, dus die laat ik graag allemaal zien.” Giovanni Rustenberg (28) alias CHO doet zijn eigen nieuwste geesteskindje haast tekort, als we hem ontmoeten in een vergaderruimte van het Top Notch-kantoor in Amsterdam. Hij voegt snel een ‘maar’ toe. “Je hoort wél een gegroeide, geëvolueerde artiest, het is op een next level nu.”
Dat level heeft hij zowel tekstueel, conceptueel als muzikaal bereikt, vindt hij. “Het is letterlijk New Vintage College. De oude shit in een nieuw jasje steken, daar houd ik van. En ik denk dat dat op dit album heel duidelijk te horen is.” Zijn producerteam, waarvan Spanker de aanvoerder is, zorgt ervoor dat hij een muzikale ondergrond krijgt die bestaat uit samples en vooral het gevoel van de muziek uit CHO’s eigen jeugd. Wie zijn album beluistert hoort een opgepoetste versie van Gotta Get You Home van Foxy Brown en Blackstreet, maar ook knipogen naar werk van Ginuwine en Omarion. “Die nineties- en zeroes r&b is wel echt mijn vibe, daar ben ik mee opgegroeid.”
Ook als het géén samples zijn, moest het wel zo’n feel hebben, vond CHO. “In Laat Zien bijvoorbeeld, zijn het geen letterlijke samples maar het heeft wel heel duidelijk Timbaland’s Pony-vibe. Dat is de shit die ik zelf pompte. Als ik mijn oudere broer moet geloven, is het moment dat ik verliefd werd op muziek zelfs letterlijk aan te wijzen. Er werd altijd al veel muziek gedraaid thuis, voornamelijk soul en r&b. Maar toen rond mijn tiende, elfde, mijn ouders uit elkaar gingen en mijn oma overleed, trok ik mezelf veel terug. Daar zag hij toen al dat ik dingen van me afschreef, dat ik muziek als een uitlaatklep begon te gebruiken. Ik was heel stil, ik ben nooit echt een prater geweest. Op die manier kon ik waar ik mee zat toch ergens kwijt.”
“Je ziet me pas váák op de momenten dat ik muziek uitbreng. Dan is het nodig.”
Op die jonge leeftijd was hij fan van Michael Jackson. “Ik was gewoon onder de indruk van alles eromheen”, gaat hij verder. “De fans, de outfits, de heftigheid, het had iets magisch, man. Gek genoeg streefde ik altijd naar de erkenning en de liefde voor wat ik doe, maar houd ik zelf helemaal niet zo van de spotlights.” In een eerder interview noemde hij dat ‘uit de hiphopbubbel stappen.’ “Ik stap er nooit helemaal uit, maar ik moet wel even leven en dingen meemaken om de beste muziek te maken. Als ik er zo over nadenk, zou dit weleens de reden kunnen zijn dat mensen vinden dat ik niet genoeg in de picture ben of dat ik underrated ben. Op mijn eigen manier ben ik gewoon aanwezig, maar vind ik het ook heerlijk om lekker laid back te zijn. Je ziet me pas vaak op de momenten dat ik muziek uitbreng. Dan is het nodig. Voor de rest laat ik graag de muziek spreken.”
Waar sommige van zijn collega’s ervoor kiezen om meerdere losse singles, EP’s of zelfs albums in één kalenderjaar te releasen, kiest CHO zijn momenten. “Iedereen wil graag gezien worden, sommigen zijn bang om hun plek kwijt te raken. Maar ik heb daar, hoe arrogant het ook klinkt, helemaal geen last van. Ik geloof heel erg in mijn potentie, in wie ik ben en wat ik doe. Continu singles droppen heeft voor mij geen nut, ik ben een album-artiest. Ik heb het gevoel dat ik een body of work moet geven, want dan kan ik het hele verhaal vertellen. Mijn albums zie ik als films; als je je ogen dichtdoet kun je de storyline checken. Daardoor heeft het veel meer impact dan een los nummer, op deze manier begrijpt men beter wat het is.”
“Ik zie mezelf als degene die de deuren opent.”
“En natuurlijk een paar hits, maar ik wist was nog niet m’n tijd”, rapt hij terugblikkend op de indrukwekkende introtrack. Van de zaadjes die hij in de afgelopen jaren plantte, plukten anderen vruchten. “Ik weet dat mijn rol in dit spelletje heeft te maken met impact en vernieuwing. Ik zie mezelf als degene die de deuren opent. Een nummer als Misschien Wel Hè is bijvoorbeeld een game changer geweest. Het is niet dat ik de magische key heb, maar daardoor ontstaan wel nieuwe opportunities…” CHO zoekt naar de juiste woorden. “Ik weet niet goed hoe ik het moet uitleggen. Ik heb in de afgelopen jaren vaak muziek gehoord waarvan ik later besefte dat ik dat weleens neer kan hebben gezet. Met alle passie en liefde heb ik de scene dat gegeven, maar tegelijkertijd wist ik dat er nog véél grotere dingen op mij stonden te wachten dan alleen hits.”
Een bevestigend moment kwam toen hij in no-time twee shows in Paradiso uitverkocht. Aanvankelijk stond er ééntje gepland, in de kleine zaal, maar uiteindelijk werden het er twee in de grote. “Het was onwerkelijk om te zien. Ik ben geen streaming-koning, maar daar kreeg ik bevestigd dat mensen voelen wat ik doe. Als je mensen ook woord voor woord de niet-singles ziet meerappen. Dat was… wauw”, zegt hij dankbaar. “Het was echt een key-moment, met de power die ik daar ontving ben ik terug de studio ingedoken.”
“In de kerk kwam ik erachter dat ik mensen kan raken.”
Niet toevallig een goed gekozen locatie, de Amsterdamse kerk-turned-poptempel. In de kerk, toen hem op jonge leeftijd werd gevraagd om een liedje te schrijven over Jezus, kwam hij erachter dat hij zijn gevoelens goed kon overbrengen. “Toen al koos ik ervoor om te rappen. Bij de voordracht zag ik zoveel emotie. De één huilde, de ander lachte, weer iemand gooide zijn handen in de lucht. Toen wist ik al dat het dieper gaat dan rap, en dat ik mensen kan raken.”
Meer recente bewijzen daarvan zijn hoorbaar in verschillende passages; in zowel de raps als geknipte audiofragmenten. “Mijn kinderen moeten CHO straks ook kennen”, horen we een hoorbaar jonge fan stellig zeggen. En op een ander moment op de plaat rapt CHO over een verjaardagswens die hij opnam voor een doodzieke fan. Het zijn momenten die hij van zich af moest schrijven, drukkende momenten uit een artiestenbestaan.
Die titel, CHOSEN, sluit daar perfect op aan. “Die komt heus niet uit de lucht vallen. Natuurlijk is het tof dat mijn artiestennaam in dat woord zit, maar ik vóel het ook echt zo. Ik voel me ook echt verkozen om te doen wat ik doe. In a way is dat het woord van God verspreiden. Het geloof speelt nog steeds de belangrijkste rol in mijn leven, ookal ga ik niet meer iedere zondag naar de kerk.” CHO vraagt het zich ook hardop af op zijn nieuwe album: “Vraag Gado: Why me? Voel me chosen”, klinkt halverwege de plaat. En de afsluitende titeltrack kent zelfs een gospelkoor, waardoor je je direct midden in een kerkdienst waant: “Daarin zingt ook mijn dochter een klein stukje mee.”
“Dat heeft ook heel erg bijgedragen aan mijn groei, het vaderschap”, gaat hij verder. “Toen zij zes jaar geleden geboren werd, ben ik met een hele nieuwe drive muziek gaan maken. Maar daarnaast zit mijn groei vooral in het feit dat ik een betere zanger ben geworden.” Prompt deelt hij nog een nieuwtje: “Dit heb ik nog niemand verteld. Eigenlijk was ik bezig met Knock Knock 4, maar uiteindelijk besloot ik om een nieuw hoofdstuk toe te voegen. Dit klinkt meer all round dan de Knock Knock-serie. Om dát [KK4, red.] te kunnen doen, moet ik weer een in een hele andere energie stappen.”
“Als ik dit album luister, hoor ik een artiest die beter weet dan ooit wat hij wil maken.”
Op CHOSEN horen we wellicht wel de meest complete versie van CHO tot nu toe. We vinken af; de storyteller, de motivational speaker, de ware mc en de clubhit-maker. CHO rapt over stukgelopen liefdes, zijn langetermijnvisie en schetst hoe hij verjaardagsfelicitatie opnam voor een doodzieke fan. Dat alles verpakt hij in raptechnische bars, vlijmscherpe flows en hij topt het af met fijne hooks. Het crossover-jasje bestaande uit r&b en hiphop zit hem als gegoten. Gastbijdragen zijn er van onder meer Frenna, Murda, Henkie en Idaly. Én Stefflon Don, waarmee hij eerder de zwetende clubkraker Popalik maakte.
Hij is tevreden met waar hij nu is: “Ik ben in een goede space, heb een goede energy te pakken. Als ik dit album luister, hoor ik een artiest die beter weet dan ooit wat hij wil maken. Ik weet zeker dat dit weer mensen gaat inspireren.” En hoewel het voor de buitenwereld misschien kan lijken alsof hij er al een hele carrière op heeft zitten, weet CHO wel beter: “New Vintage College staat eindelijk zoals ik het wil, als platform en als label. We gaan nu pas beginnen.”
Stream CHOSEN hieronder.