Op SKAV&BOOS, het duo-album van Utrechtse veteraan SKAV (voorheen Skafalau, één derde van de groep Stropstrikkers) en Maastrichtse underground-koning $KEER&BOO$, hoor je twee rappers met een chemie die generaties overstijgt. Aan de vooravond van een zonovergoten weekend, spreekt HIJS de twee mannen over de impact van straatlegendes, mannen die thug life claimen maar pedicure-vingernagels hebben, en het loslaten van verwachtingspatronen. $KEER&BOO$: “Al die bullshit met blije views en viral gaan, dat is voor sukkels zonder identiteit.”
“Ga maar even chillen met de rest, we gaan zo voetballen”, zegt SKAV vriendelijk tegen één van de kids die tijdens het interview herhaaldelijk even komen inbreken. Zijn drie eigen kinderen hebben gezelschap gekregen van zes van hun jonge neefjes en nichtjes, die in de buitenlucht met hen komen barbecueën. Overduidelijk zijn ze graag in het gezelschap van deze beer van een kerel met zijn kenmerkende rossige baard. De rapper die ooit dreigde de rapgame op te knopen als onderdeel van de formatie Stropstrikkers, is inmiddels een familieman pur sang geworden.
Aan de andere kant van onze groeps-videochat is het contrast met zijn partner-in-rhyme scherp. Terwijl SKAV lamsbouten uit de marinade haalt, wacht $KEER&BOO$ op de bezorger die zijn zojuist bestelde maaltijd komt brengen. Koken ging vandaag niet gebeuren, op dit tijdstip van de dag is hij naar eigen zeggen immers ‘behoorlijk crusty’. Maar ondanks dat hun levens er anders uitzien, en ze hiphopmuzikanten van heel verschillende generaties zijn, blijken de overeenkomsten tussen de Slenterprise-frontman uit Mèstreech, en de generaal van Fort BUKU, vele malen sterker dan hun verschillen.
“Ik wil alleen nog maar met hongerige mensen werken.”
Samen brachten zij vorige week het duo-album SKAV&BOOS uit, een plaat waar de chemie vanaf spat. Terwijl de zich dreigend voortslepende flow van $KEER&BOO$ klinkt alsof de Limburger het gewicht van de wereld met zich meedraagt en het djoeken, stabben en steken het eindpunt is van geduld dat jaren geleden al opraakte, strooit SKAV zijn bars juist opgetogen rond alsof de mic een honkbalknuppel is en de beat hem enkel homerun-klappers pitcht. Tel die twee bij elkaar op, en je hebt een heerlijk staaltje rauw machtsvertoon, verbonden in eeuwigdurende honger. “Als je je omringt met likeminded mensen, haal je bij elkaar het onderste uit de kan”, weet Utrechter SKAV. “Ik wil alleen nog maar met hongerige mensen werken.”
“Het idee dat hij met mij zou werken voelde onwerkelijk”, blikt $KEER&BOO$ terug. “Ik pompte Stropstrikkers als klein menneke al, vroeger vroeger, weet je wel. Samen met een mattie van mij waarmee ik altijd verfde. We waren veel met kunst bezig en praatten over moves maken, en hij zei ‘Je moet een track met Skafalau fiksen, bro. Wat denk je nou? Dat die man jou niet hard zou vinden?’ Ik dacht ‘Oké, dat gebeurt vast niet, maar ik kan het op z’n minst proberen.”
De aarzeling bleek al snel overbodig, want de twee bleken meer dan een kleine overlap in hun muzieksmaak te hebben. Maar belangrijker nog, was dat hun manier van werken bijzonder compatibel bleek.
“Vaak als je ophookt met een emcee, komt er aan het eind van de avond met moeite zestien bars uit”, vertelt SKAV. “En als je die dan tapet, willen ze het later overnieuw doen. Daar word ik ongelukkig van. Met hem was het gewoon gelijk fire; die werkethiek is ook heel belangrijk. Wanneer je dat herkent weet je dat je oneindig door kan gaan. Dit hebben we nu uitgebracht, maar we hebben al twee, drie keer zoveel tracks klaarliggen.” Zijn kompaan beaamt dat gevoel. “Met SKAV werken is als een machine. We zijn even snel klaar met schrijven en het tapen duurt ook nooit te lang. Ik speel één potje pool op mijn telefoon en die man heeft zijn shit ook al af, dan kunnen we meteen door.”
Die snelheid van werken waar hij zo van houdt, is iets dat SKAV pas later in zijn carrière als rapper omarmt heeft. “Vroeger hing ik veel te veel gewicht aan mijn lyrics. Maar dat is een proces waar je doorheen moet als muzikant. Ik kan nooit meer een writers block hebben. Ik schrijf gewoon op wat eruit vloeit, en we bekijken het later. Is het niet goed genoeg, dan komt het er niet op en was het gewoon een trainingssessie. Sinds ik zo denk, kan ik oneindig door.”
“Stropstrikkers gingen uit elkaar en dan moet je het ineens solo doen. Dat wilde ik eigenlijk helemaal niet, ik vond er geen hol aan zo.”
Tussen het punt waarop hij die denkwijze bereikte, en zijn doorbraak met Stropstrikkers in 2006, zat een lang traject. “We hadden een paar tracks opgenomen en ‘Bedek Je Nek’ voor de fun online gezet”, blikt SKAV terug. “In één keer werd dat zo hard opgepikt. Dat was allemaal nieuw voor ons, zeker niet gepland. Op een gegeven moment met [Stropstrikkers debuutalbum] Donkere Dagen—je maakt gewoon wat je maakt, en ineens zit je in de game, en wordt je geboekt. Dan is het ‘Oké, wat gaan we nu maken?’ Je gaat veel meer nadenken over hoe je je moet positioneren en in de groep kwamen toen ook meningsverschillen. We gingen uit elkaar [na zes jaar vond onlangs een reünie plaats -HIJS] en dan moet je het ineens solo doen. Dat wilde ik eigenlijk helemaal niet, ik vond er geen hol aan zo.”
Hij twijfelde daardoor zelfs een tijd of hij überhaupt door wilde gaan als rapper. “Wie wil je zijn als artiest en wil je überhaupt wel artiest zijn? Mensen kwamen naar me toe; ‘Hé, jij bent Skafalau toch?’ En dat vond ik eigenlijk kut, want ik was bezig met heel andere dingen. Die love was wel lekker, maar ik wist niet meer of ik het wel wilde.” Uiteindelijk veranderde hij zijn artiestennaam door deze af te korten tot SKAV, en startte voor zichzelf een nieuw hoofdstuk waarin hij de verwachtingen die anderen zouden kunnen hebben volledig losliet. “Toen ik daar uiteindelijk uit was, ging die rem eraf.”
Ook daarin hebben de twee een raakvlak. “Je hebt fame en je hebt fame” legt $KEER&BOO$ uit. “Er zijn ook mannen die street legends zijn en inspiratie vormen voor volgende generaties. Zo iemand is SKAV ook voor mij. Wat hij deed, resulteert in hetgeen dat ik doe. In die zin fok ik wel met fame, maar ik maak geen moves om…” SKAV vult hem aan: “Dat zijn credits. Credits zijn lekker.” $KEER&BOO$: “Ja! Maar al die bullshit met blije views en viral gaan, dat is voor sukkels zonder identiteit. Dan laat je anderen eigenlijk bepalen wat goed is, en ga je daarnaar handelen. Dat is iets wat ik absoluut niet wil.”
Minder zelfverzekerd was hij echter over zijn eigen beats. “Ik zal eerlijk zeggen, over weinig dingen in mijn leven ben ik onzeker, maar tot op de dag van vandaag ben ik dat over mijn beats. Voor mijn gevoel is het een beetje ‘B’”, zegt $KEER&BOO$. “Dat komt omdat ik in de eerste plaats geen beatmaker ben. Ik denk dat als een producer een verse legt, hij zich daar ook eerder shaky over voelt dan over zijn beats” Het duo ging echter zo hard, dat ze al snel door alle beschikbare beats van producers uit de Slenterprise-stal heen waren. “SKAV vroeg ‘Heb je nog meer beats?’ Ik slingerde maar wat van mezelf aan. Hij zei meteen ‘Dit wil ik doen!’”
“Ik denk dat struggle de beste drijfveer is op creatief gebied”
Beats maakt $KEER&BOO$ sinds 2015, nadat hij tijdens het maken van een graffiti-piece viel en zijn been brak. Twee jaar lang kon hij niet lopen. In diezelfde periode liep de relatie met de vrouw waarmee hij samenwoonde stuk, en brak hij met de producer die tot die tijd zijn vaste muzikale partner was. “Het is nooit zo geweest dat beats maken me een leuke hobby leek, het was op dat moment pure noodzaak. Ik ging geen internetbeats lopen rippen. Dus dan ga je het maar zelf leren”, zo herinnert hij zich. “Ik lag daar toch met een gebroken been en dacht ‘als ik elke dag een beat maak is de 50ste vast wel hard. Eindstand had ik bij beat elf zoiets van ‘fuck it, deze ga ik doen.’”
Het was precies ook die periode waarin hij besloot zich vol op zijn muziek te gaan richten, en waarin het creatief collectief Slenterprise ontstond. “Ik denk dat struggle de beste drijfveer is op creatief gebied”, zo beseft hij nu. “Het is loslaten. Als je ergens over praat, voelt het daarna vaak beter.” SKAV is het met hem eens: “Je moet als emcee ook wat meegemaakt hebben. Anders ga je dingen verzinnen, en dan ben je gelijk fake. Misschien ben je wel hard, maar dan is het zo uit het hoofd dat het niet binnenkomt. Het moet uit het hart komen, je moet het voelen. Alleen als je dingen meemaakt kun je het zo overbrengen dat anderen het ook voelen.”
“Het maakt het niet uit of je een boekenwurm-emcee bent of een sloopkogel uit de hood, als je het maar echt houdt.”
“Ik ken veel te veel gasten die een thug life claimen maar pedicure-vingernagels hebben”, vindt de Maastrichtenaar. “Mannen moeten die dirt erin hebben gezet als ze daarover willen spitten.” “En dat gaat niet alleen over straat-shit”, valt SKAV hem bij. “Ook op emotioneel vlak; je hoort wanneer dat bij mensen echt is. Pete Philly vind ik daar een goed voorbeeld van. Je hoort bij hem dat er wat gaande is. Het is geen straat-shit, maar de emotie komt binnen door hoe hij het weet te brengen. Het maakt niet uit waar het vandaan komt, als de vertaling van je gevoel maar authentiek is.”
$KEER&BOO$ is het met hem eens: “Iedereen is zijn eigen persoon. Je hoeft niet van dezelfde achtergrond te komen om iets samen te maken. Als je het maar real houdt. Dat moet de rode draad zijn voor alle hiphop. Dan maakt het niet uit of je een boekenwurm-emcee bent of een sloopkogel uit de hood, als je het maar echt houdt.”