HIPHOP DON’T STOP! Achtergrondartikel

Een overzicht van de geschiedenis van Hiphop in Nederland. Belangrijke pioniers, hun opvolgers, levensstijl, taalgebruik, kleding: lees het hier!

Twintig jaar hiphop in Nederland

Hiphop bestaat twintig jaar in Nederland en heeft zich na een pril begin als straatcultuur ontpopt tot een volwassen muziekstroming, een ware jongerencultuur. Het kindje van de New Yorkse Bronx integreerde begin jaren tachtig in ons land en werd groter en groter. Onlangs verscheen het boek Van Brooklyn naar Breukelen over twintig jaar hiphop in Nederland. Een korte terugblik op de geschiedenis van het fenomeen met de belangrijkste artiesten, de levensstijl, het taalgebruik en de kleding. Een ding is bij voorbaat al zeker: hiphop don’t stop!

Hiphop is een levensstijl, een sub- en straatcultuur waarbij rap de taal van de straat is. Een rap wordt meestal rijmend en in ‘rap’ tempo verwoord. Hiphop is breder dan rap omdat het naast rap uit meerdere componenten bestaat. Kortom: hiphop leef je, rap doe je. De vier elementen van hiphop zijn breakdancing, rap, turntablism en graffiti. Hiphop wortelt in de traditie van funk, reggae, soul en disco en vloeit voort uit de hoogtijdagen van de laatste twee muziekstijlen. Uit onvrede met de disco die steeds verder af komt te staan van haar wortels in de soulmuziek, zoeken zwarte jongeren naar een uitingsvorm die zowel zwart als eigentijds is: hiphop.

De geschiedenis
Rap vindt zijn oorsprong al in de middeleeuwen waar Afrikaanse verhalenvertellers, griots, rappend van dorp tot dorp trokken. Ook in de slavensongs aan het einde van de vorige eeuw zaten elementen van rap, gospel en blues. In 1975 wordt in de New Yorkse wijk de Bronx de definitieve basis gelegd voor hiphop. Daar draait de van oorsprong Jamaicaanse discjockey
DJ Kool Herc op zijn feesten discoplaten waarvan hij telkens de breaks achter elkaar herhaalt. Over dit nieuwe ritmepatroon, de beat, laat hij mc’s, de masters of ceremonies, door middel van raps het publiek aanmoedigen. De zogenaamde block parties van DJ Kool Herc worden razend populair en menigeen neemt zijn draaistijl over. Het zwarte publiek gehuld in sportkleding ontwikkelt eigen dansstijlen als breakdance en electric boogie en vereeuwigt de feesten op nabijgelegen muren in de vorm van graffiti. Discjockeys gebruiken drumcomputers en ontwikkelen verschillende draaitafeltechnieken, zoals scratchen (het bewegen van een plaat onder de naald) en transforming (het onderbreken van het geluid via een schakelaar op het mengpaneel). Ook de human beatbox, het met de mond imiteren van een drumcomputer, wordt een vast onderdeel.

Door middel van rap, dj-ing, breakdance en graffiti beschrijven zwarte jongeren uit New Yorkse buurten als de Bronx, Queens en Brooklyn hun leven in de Amerikaanse getto’s. Ook in steden als Los Angeles wordt hiphop geboren in problematische wijken als Compton en South Central. Daardoor is hiphop een bij vlagen bitter commentaar op de Amerikaanse maatschappij en het harde leven in de achterstandsbuurten. Rapcrews reageren op elkaar door in rhymes te vertellen wie de beste is, wie het best kan dansen of rappen. Zoals de gangs in de getto’s elkaars territorium bevechten, zo gebruiken de posses6 verbaal geweld om het podium te domineren. Zodoende groeit hiphop uit tot een straat- en subcultuur waarin mannelijke bravoure en maatschappijkritiek centraal staan.

De eerste grote hiphophit wordt in 1979 gescoord door The Sugarhill Gang met Rapper’s Delight, gevolgd door The Message van Grandmaster Flash uit 1981. Begin jaren tachtig wordt hiphop langzaam maar zeker een populaire, geaccepteerde muziekstroming en contracteren kleinere Amerikaanse platenmaatschappijen hiphopartiesten als Afrika Bambaataa en Grandmaster Flash. Het feestelement van weleer maakt langzamerhand plaats voor een rauwere vorm waarin hiphop steeds meer de punk van de funk wordt. De raps worden feller, de beats kaler en harder. Hiphop wordt een vorm van verzet. Evenals punk is hiphop een jeugdcultuur, maar daar waar punk politieker is, zijn hiphoppers meer classy. Hiphop verschaft jongeren een identiteit. Sommige jongeren kunnen nauwelijks lezen, maar als ze rappen wordt er naar ze geluisterd.

Hiphop in Nederland
In 1982 waait de muziekstroming over naar Nederland en ontdekken jongeren de hiphopbeweging. Sommigen gaan naar het Amerikaanse voorbeeld in het Engels rappen (in het Nederlands wordt dan nog nauwelijks gerapt), doen aan graffiti of aan dansstijlen als electric boogie en breakdance. In de begintijd van hiphop in Nederland speelt dans een veel belangrijkere rol dan nu. In het hele land worden breakdance-wedstrijden georganiseerd. Maar al snel wordt het rappen populairder en verdwijnt ook de graffiti meer naar de achtergrond. Als de breakdance-rage in 1985 over zijn hoogtepunt heen is stappen veel pioniers over van dans op rap.

De inhoud van hiphop heeft hier aanvankelijk minder betekenis dan in Amerika. Het zijn vooral allochtone jongeren uit grote steden als Amsterdam en Rotterdam die in hiphop een model zien om hun stem te laten horen. Doordat zij zich achtergesteld voelen in de Nederlandse maatschappij nemen ze rap serieus als vorm van jeugdig protest.

Een van de eerste Nederlandse hiphopacts is het in 1983 in Amsterdam opgerichte Alex & The City Crew. De band maakt internationaal furore met een plaat waarop in verscheidene talen uitleg wordt gegeven over breakdance en hiphop in het algemeen. In 1986 nemen rapper MC Miker G en DJ Sven de single Holiday Rap op waarmee ze in vierendertig landen op nummer een komen te staan. Hoewel dit duo al snel door de echte hiphopfans uitgekotst wordt en MC Miker G aan lager wal raakt, wordt Holiday Rap de eerste grote hit in de Nederlandse hiphopgeschiedenis. In Amerika worden op dat moment door diverse grote platenmaatschappijen massaal rapartiesten gecontracteerd en regent het gouden platen in hiphopland. Vanaf 1987 zijn er in Nederland de eerste serieuze pogingen tot hiphop en scoort de van origine Bredase rapper Extince een bescheiden hit met The Milkshake Rap. Twee jaar later, in 1989, wordt het album Don’t Accept Mass Notion van het Eindhovense D.A.M.N. door de nationale pers ‘het eerste volwaardige Nederlandse hiphopalbum’ genoemd. Daarnaast krijgen rapper Tony Scott en de band Urban Dance Squad internationaal erkenning.

Osdorp Posse: de opkomst van nederhop
De Nederlandse hiphopscene krijgt pas echt een verrassende wending als in’89 in het undergroundcircuit een tape circuleert van het in onvervalst Amsterdams rappende, blanke viertal Osdorp Posse. Rauwe teksten uit de Amerikaanse gangstarap7 worden letterlijk naar het Nederlands vertaald. Dat levert originele, grappige rhymes op, doorspekt met frustraties over het alledaagse leven in Amsterdam-Osdorp. Nederlands eerste hiphoplabel, Djax Records, durft het aan om Osdorp Posse in 1992 een platencontract aan te bieden en hun debuut Osdorp Stijl ongecensureerd uit te brengen. De als eerste in het Nederlands rappende band staat direct op
de kaart en krijgt ruimschoots aandacht van de media. Spil van Osdorp Posse is rapper Def P die de term nederhop introduceert en met zijn pakkende, recht voor je smoel-teksten veel invloed uitoefent op de jeugd die zich aangesproken voelt door de uit het dagelijkse leven gegrepen teksten. Plotseling schieten hiphopacts in het kielzog van Osdorp Posse als paddestoelen uit de grond. De harde, agressieve stijl van de band wordt door vele OP-klonen gekopieerd en Djax Records contracteert een aantal van die bands. Muzikaal en tekstueel gezien blijft de nederhopscene echter hangen in eenzijdigheid en kleurloosheid, voornamelijk door de talrijke Osdorp Posse-adepten.

Extince: de Nederlandstalige revolutie 
Als rapper Extince in 1995 met de single Spraakwater de eerste Nederlandstalige hiphophit in de vaderlandse hitlijsten scoort, waait er ineens een frisse wind door de gestagneerde hiphopbrouwerij. Extince, al vanaf medio jaren tachtig bezig met hiphop, brengt Nederlandstalige hiphop zoals die nog niet eerder vertoond is. De Brabantse rapper met de zachte G grossiert op zelfverzekerde wijze in flexibele, nonchalante raps en een strakke flow. Doordat het geheel is afgerond met een funky hiphopbeat en geestige samples uit De Fabeltjeskrant sijpelt er weer originaliteit en vernieuwing in de Nederlandstalige hiphopscene. De soepele hiphopfunk van Extince is nauwer verwant aan Amerikaanse hiphop dan de beukende nederhop van Osdorp Posse en Spraakwater betekent voor veel hiphoppers een Nederlandstalige revolutie.

Osdorp Posse, en dan met name frontman Def P, reageert cynisch op het commerciële succes van Extince dat hij altijd diep veracht heeft, door hem te dissen (op zijn nummer te zetten) in het nummer Braakwater. Hierop dist hij Def P weer terug met de single Kaal Of Kammen. De media gooit olie op het vuur door de vete tussen de twee rappers breed uit te meten en er ontstaat een kloof tussen fans van Osdorp Posse en Extince. Uiteindelijk blijft dit in wezen gewoon een smaakverschil tussen de rauwe, op metal gebaseerde hiphop van Osdorp Posse en de swingende funky hiphop van Extince. Het smaakverschil zorgt echter wel voor een blijvende splitsing in twee kampen: de meer funky stijl tegenover de harde underground.

Def Rhymz
In 1997 is de Turkse rapper Yukkie B met de single Wat Nou? de eerstvolgende veteraan na Extince die een hit scoort. In datzelfde jaar brengt het Amsterdamse trio Spookrijders het goed ontvangen debuut De Echte Shit uit waarna ze in ‘99 de hitparades veroveren met de sterke single Klokkenluiders. In 1999 is ook de eerste nummer 1-hit in de Nederlandse hiphopgeschiedenis een feit, Doekoe van Def Rhymz. Deze Surinaamse Rotterdammer ontpopt zich al snel als karakteristieke clown/entertainer die om de haverklap tijdens optredens en op tv zijn blote billen toont en melige, seksistische taal bezigt. Wanneer hij ook nog eens met de single Schudden een nummer 1-hit scoort, wordt de rapper in een klap een nationale kinderheld. Hoewel hij commercieel succesvol is, worden zijn kwaliteiten als rapper door menigeen in twijfel getrokken. Def Rhymz zou te jolig en te simpel klinken en hiphop in de uitverkoop hebben gegooid door naar hitlijsten snakkende hiphop te produceren.

Wat betreft Engelstalige hiphop zijn vooral rappers als C.A.N.E en Deams geduchte namen in Nederland. Commercieel succesvol zijn de Rotterdamse rapper E-Life en de eveneens in die stad gewortelde groep Postmen. Hun stuk voor stuk sterke singles en albums leggen de lat van Engelstalige hiphop in ons land hoger. Het feit dat beide acts tevens op Pinkpop staan toont aan dat hiphop in Nederland allang geen kinderspelletje meer is, maar een volwassen muziekstroming. Het is een onmiskenbaar onderdeel geworden van de jongerencultuur.

Brainpower
De Amsterdamse rapper Brainpower onderstreept dat eens te meer door na eerder de Grote Prijs van Nederland8 te hebben gewonnen, in 2001 te debuteren met Door Merg En Brain.
Een plaat boordevol kwalitatief hoogstaande hiphop waarbij Brainpower schittert in creatieve woordvondsten en doordachte metaforen. Het zal een van de beste Nederlandstalige hiphopalbums ooit zijn. In 2002 scoort de blanke rapper met bril een nummer 1-hit met Dansplaat en verschijnt zijn tweede album Verschil Moet Er Zijn. Hij wint als eerste Nederlandstalige rapper een Zilveren Harp (een prestigieuze nationale muziekprijs) voor zijn ’spitsvondige rijmtechnieken’ en treedt op tijdens het huwelijksfeest van Willem Alexander en Maxima in de Amsterdam ArenA. Dit alles maakt de doctorandus communicatiewetenschappen tot een van de succesvolste Nederlandse rappers van dit moment.

De nieuwe lichting
Inmiddels is de volgende generatie hiphopacts al opgestaan waarvan een aantal namen door de scene blijven circuleren. Het zijn voornamelijk kwalitatief sterke acts als Opgezwolle, Raymzter, DAC en Pete Philly die het vermogen hebben om door te breken. Een aantal van hen hebben reeds een platencontract en de deur naar succes staat voor sommigen al op een kier. Het is geen kwestie van of die deur ooit opengegooid wordt, maar wanneer.

Volgens Paulus van het Veer, manager van het Zwolse hiphoptrio Opgezwolle, is hiphop ondertussen een echte cultuur geworden: ‘Voor mijn gevoel was Extince de eerste die werkelijk Nederlandstalige hiphop maakte. En nog steeds de beste. De cultuur is eigenlijk in eerste instantie de scene die Osdorp Posse geïntroduceerd heeft. Dat heeft nog steeds invloed op de hedendaagse scene. Aan de ene kant zie ik de nederhoppers die hard en rauw blijven komen, maar eigenlijk tekstueel en muzikaal blijven hangen. Aan de andere kant zie ik circus. Gasten uit voornamelijk de randstad die denken dat ze helemaal de shit zijn en vaak naar glitterende Amerikaanse voorbeelden opereren. Ik zie de meeste ontwikkelingen in de ondergrondse periferie waar gasten lang geïsoleerd hebben kunnen weken in hun eigen stijl. Daarvan verschijnen de laatste tijd de rijpe vruchten: Opgezwolle, Raymzter, Spacekees & Terilekst. Daarnaast heeft internet natuurlijk veel invloed gehad.’

Levensstijl
In hiphop draait het vooral om respect. Respect voor jezelf en voor anderen. Respect krijg je dankzij je skills, door goed te kunnen rappen of dansen, gewaagde graffiti te maken, veel van muziek te weten en de juiste kleding te dragen. Maar ook door je houding. Cool zijn, echt zijn, rustig proberen te blijven en tough (stoer) doen. Bovendien gaat het in hiphop om originaliteit. Je mag wel nadoen en afkijken, maar je moet er iets mee doen. Je moet jouw manier van denken en doen verwerken in je muziek, graffiti, breakdance of iets anders. Je moet je eigen ding doen en geen kopie zijn van een ander. Hiphop draait om creatief en innovatief zijn. Het spelen met woorden, het anders dan anderen zijn. Een hiphopper is maatschappijkritisch en heeft een bepaalde fuck you-mentaliteit waarin hij respect heeft voor anderen, maar hij zich niet zo druk maakt over wat anderen van hem denken.

Een echte hiphopper leeft hiphop. Hij staat ermee op en gaat ermee naar bed. Voor veel jongeren is het een levenswijze, een leerschool. Door hiphop ontwikkelen ze hun eigen identiteit en krijgen ze zelfvertrouwen. Zo zegt de Rotterdamse rapper E-Life in het boek Respect!: ‘Hiphop geeft je de ruimte jezelf te ontdekken. Wie je bent, wat je voelt, maakt niet uit. Alles heeft invloed op mij, alles maakt indruk op me. Ik kijk niet teveel naar andere mensen.’ De Surinaamse DJ Sergio kijkt er op ongeveer dezelfde manier tegenaan: ‘Hiphop gebruikt wijsheden, over het leven, over de maatschappij. Dingen die je niet op school leerde. Als je een jaar of 18 bent, en je luistert naar rapper KRS-One, dan gaat er een wereld voor je open.’

Een hiphopper heeft meestal het vertrouwen dat er een uitweg is voor problemen. De hoofdgedachte is om jezelf en anderen te respecteren en eerlijk te zijn tegen jezelf en anderen. Naast respect draait het ook om concurrentie. Hiphoppers zijn vaak competitief ingesteld. Ze willen beter zijn dan de ander, of ze nou rappen, breakdancen, dj-en of graffiti maken. Erg veel rappers roemen hun eigen kunnen, hun vaardigheden in de vorm van zogenaamde bragging & boasting-raps. Daarin verwoorden ze hoe goed en echt (dope) ze zelf zijn en hoe slecht en nep (wack) de rest is. Deze vorm van opschepperij heeft altijd een stempel gedrukt op de hiphop en zal altijd blijven voortbestaan. Sommige rappers, dj’s en breakdancers gaan ook een battle aan, maar als ze overtroffen worden door een ander hebben ze daar respect voor.

Religie neemt geen bijzondere plek in binnen hiphop. Een bescheiden aantal rappers draagt wel een religieuze boodschap uit, maar het komt vaker voor dat een spirituele, oosterse denkwijze in de teksten verweven zit.

De allereerste hiphoppers in Nederland waren heel clean. Ze dronken fris, vruchtesappen en shakes. Drugsgebruik en sigaretten waren taboe onder breakdancers. Maar hiphop komt van de straat en drugs raken vooral de jaren negentig snel geïntegreerd in de scene. Veel hiphoppers gaan blowen en drinken alcohol.

Hoewel het voorkomt dat er tijdens hiphopconcerten of party’s aan het einde van de avond ruzie ontstaat, zijn de meeste hiphopliefhebbers relaxed en respectvol voor elkaar. Het woord ‘peace’ dat in de jaren zestig veel door de hippies gebruikt werd, wordt ook nog steeds binnen de hiphop verspreid.

Het ideaal van veel hiphoppers is om van hun hiphopactiviteiten te kunnen leven. Die activiteiten kosten vaak veel tijd en energie waardoor niet zelden school en werk op een tweede plaats komen te staan.

Taalgebruik
Rappers en hiphoppers gaan creatief met taal om. Rappers, dj’s en producers bedenken bijnamen en Nederlandse hiphoppers creëren met een mix van Amerikaans en Nederlands taalgebruik een eigen slang. De zinsconstructie ‘die beat is tight’ (strak) is daarvan een goed voorbeeld. Ook typische hiphopwoorden zijn dope (vet/goed), wack (slecht), beef (ruzie) en dissen (op zijn nummer zetten).

Hiphop is de enige muziekstroming waarin zoveel woorden in een nummer zitten. Dat maakt het niet alleen een uniek medium, maar heeft er tevens voor gezorgd dat de inhoud van vele raps in de mediabelangstelling kwamen te staan. Was het niet vanwege het vele braggin’ & boastin’, de opschepperij over het eigen kunnen, dan was het wel vanwege de zinvolle of juist opruiende, shockerende teksten die op platen te horen waren. Hiphop predikt, ook in Nederland, nog steeds regelmatig vergelding, woede en teleurstelling die te maken hebben met seksualiteit, relaties en de postindustriële samenleving.

Vooral de samenleving moet het nogal eens ontgelden. Een goed voorbeeld hiervan is het maatschappijkritische nummer De Verkeerde Kant Op van de Almeerse rapper Raymzter:

‘Vanwaar we komen weten zelfs geleerden nog niet en waar we heen gaan is destructie of niet?Ik zie het gebeuren, mensen vechten om huidskleuren en religieuze oorlogen die families verscheuren. Ik wil niet zeuren, maar denk dat het al te laat is Neem als bewijs maar eens een kijkje hoe het op straat is. Mensen geven geen fuck om elkaar, ook al slaan gasten iemand met een stok in elkaar. Ze kijken ernaar als je ligt met je kop op het trottoir. En dat is nou je medemensAls ze denken dat je niet meer in leven bent nemen ze nog een foto van je met een telelens. En verkopen het voor publikatie aan een tijdschrift. Die op haar beurt zelf maar wat verzint over hoe je erbij ligt.’

Kleding
In hun kleding keren hiphoppers zich af van middenklasseconventies. Begin jaren tachtig dragen ze op het podium kleding die ze ook op staat aanhebben: sportschoenen, honkbalpetten, wielrenbroeken en trainingspakken in felgekleurde synthetische stoffen. De kleding is zowel een teken van ongebroken vitaliteit als een ontkenning van een bestaan als normale, in het arbeidslegioen geïntegreerde burger. Hiphop is de eerste jongerencultuur die het trainingspak of de trainingsbroek met sweater, de baseballpet en sneakers omarmt.

Als hiphop na 1985 aan terrein wint, verandert ook de hiphopmode. De glimmende, kleurige trainingspakken maken geleidelijk plaats voor strakke spijkerbroeken, leren baseballjacks, sweaters met capuchon, sportschoenen van Adidas en baseballpetten. Begin jaren negentig dragen hiphoppers wijde broeken, houthakkersblouses, T-shirts, sweaters met capuchon en sportschoenen. Ook dunne en dikke bodywarmers zijn populair.

Nadat de hiphopscene begin jaren negentig een vermainstreaming ondergaat, raakt het uiterlijke vertoon van luxe artikelen in een opmars. In clips voeren regelmatig grote auto’s, geld, dure merkkleding en gouden kettingen de boventoon. Rappers hebben iets bereikt en willen dat laten zien. Veel hiphoppers gaan van ‘authentieke’ straatkleding over op het dragen van steeds duurdere merken zoals Gucci, Ralph Lauren en DKNY. Het Amerikaanse hiphopcollectief Wu-Tang Clan start met Wu Wear een eigen kledingmerk en andere groepen en artiesten volgen hun voorbeeld.

Inmiddels zijn de wijde oversized broek, (sport)schoenen (Nike, Adidas, Timbaland), T-shirts, sweaters met capuchon en een baseballpet in trek. De kleding is dus over het algemeen oversized, gemakkelijk zittend en veel bewegingsruimte toelatend. Het kapsel is over het algemeen kort.

Doordat hiphop in de loop der jaren is veranderd en aan populariteit heeft gewonnen, is ook de kledingstijl veranderd. De gedachte dat je origineler moet zijn dan de ander maakt dat tevens de kledingstijl regelmatig veranderd. Kleding is om op te vallen, het kopiëren van een stijl is fout binnen hiphop. Het gaat om het ontwikkelen van je eigen stijl en identiteit. De basis van hiphopkleding is om rebellie en ‘being different’ uit te drukken.

Hiphop don’t stop!
Na een aanvankelijk aarzelend begin als straatcultuur heeft hiphop zich in twintig jaar tijd ontwikkeld tot een designcultuur, een miljoenenindustrie. Hiphop had de rauwe energie die disco miste en begon als dj-muziek medio jaren zeventig. In essentie is het nog steeds de belangrijkste zwarte muziekstroming. Nadat het steeds populairder wordende genre in 1982 van de Verenigde Staten overwaaide naar Nederland, werd hiphop hier een bloeiende subcultuur. Toen begin jaren negentig in de VS de vermainstreaming inzette, werd hiphop ook in Nederland groter. Daarnaast ontstond de nederhop en werd rappen in het Nederlands langzaam maar zeker een geaccepteerde, volwassen muziekvorm. De revolutionaire hiphopscene van weleer is nu commercieel. Dat leverde zowel in de VS als in Nederland meer middelmatige artiesten en eenvormigheid op, maar heeft er wel voor gezorgd dat hiphop een maatschappelijk geïntegreerd fenomeen is geworden. Daar waar het in de Bronx kleinschalig begon met de block parties, is hiphop nu doorgedrongen tot de hele wereld. De sub- en straatcultuur is uitgegroeid tot een ware jongerencultuur, het kindje is groot geworden. Maar ook onsterfelijk, want hiphop zal wereldwijd mensen aan blijven spreken. Hiphop don’t stop!

Geplaatst door bowie op 14 november 2002