Een rappende contradictie is hij; Conway The Machine. Halverwege vorig decennium kwam hij op onder de vlag van Griselda; samen met broer Westside Gunn, neef Benny The Butcher en acts als Mach-Hommy en El Camino. Voor het grote publiek heeft hij misschien nog iets te bewijzen, maar zijn raps zijn kalm en bedacht, en doen denken aan een doorgewinterde veteraan. Hij is een emcee uit Buffalo. Gelegen in de staat New York, maar tegelijkertijd ‘niet New York genoeg’ om beschouwd te worden als een deel van de klassieke cultuur en dito geluid van die stad. God Don’t Make Mistakes is zijn eerste album op een major label.
De zaadjes ervoor werden eerder geplant dan fans misschien denken. In 2018 gaf Westside Gunn in een interview aan dat het debuutalbum van zijn broer en partner-in-rhyme voor 90% klaar was. Inmiddels zijn we door hemzelf uitgegeven platen als From King To A God en La Maquina verder, en is het bijna vier jaar ná die onthulling. Al die tijd had Conway de vrijheid om te doen wat hij wilde, maar werd zijn Shady Records-debuut uitgesteld. En dus waagde hij zich bijvoorbeeld aan exclusieve vinylreleases met Big Ghost LTD op andere labels. Er was een constante stroom aan muziek van hem. Een week vóór deze officiële albumrelease gooide hij zelfs nog een ouderwetse mixtape op DatPiff, waarop hij beats van onder meer Kanye West en Nicki Minaj pakt om overheen te spitten.
Wat het debuutalbum van ‘The Machine’ anders maakt dan zijn andere releases, is dat hij ervoor heeft gekozen om het achterste van zijn tong te laten zien. Natuurlijk zijn er zijn duizelingwekkende rijmpatronen en spooky pianotonen gemonteerd onder boombap-drumloops, door onder meer Daringer en The Alchemist. En hoe fris is het om Eminem eens níet te horen op een Shady-release? Geen overtechnische mitraillette-flow of een onnodige beatwissel die het verhaal van de hoofdpersoon onderbreekt. Conway begrijpt de kunst van het weglaten.
Uiteraard zijn er de nodige wapen- en drugsmetaforen en een heleboel featurings om het project meer cachet te geven. Een openingstrack met Beanie Sigel, gevolgd door een collabo met Rick Ross en Lil Wayne, om maar met de deur in huis te vallen. Maar tussen al die rap-zwaargewichten is het Conway zelf die het belangrijkste verhaal vertelt uit zijn carrière. Over de traumatische ervaring die een schietpartij hem in 2012 opleverde. Die verlamde zijn gezicht en had een gigantische impact op zijn geestelijke gezondheid. En het had ook sociale gevolgen voor hem, vertelt hij al snel op het album. Veronderstelde dierbaren gooiden snel hun loyaliteit overboord toen ze ten onrechte dachten dat Conway er geweest was.
Alles wordt verpakt in raphoogstandjes. De dreigende sfeer die we kennen van eerdere Griselda-platen is door de openhartigheid van Conway dan ook niet helemáál verdwenen. Rijmtechnieken worden uitgewisseld met zijn twee Drumwork-pupillen; Jae Skeese en 7xvethegenius. Samen vloeren ze meedogenloos collega’s met indrukwekkende flows en geestige woordspelingen; iets waar Conway sowieso al in uitblinkt.
Maar God Don’t Make Mistakes schittert pas echt door zijn doorlopende verhaal over zijn overleden zoon. Van veraf lijkt het wellicht een plaat die de gangster-kant op valt, maar bekijk het van dichterbij en je ziet een man die worstelt met de aanhoudende effecten van PTSD, de verschrikking van het verlies van zijn kid en de constante herinnering aan zijn eigen bijna-doodervaring. Balancerend op de rand van een mentale inzinking gebruikt Conway The Machine zijn studio als biechthok.
In Stressed pelt hij bijvoorbeeld een laagje van zijn psyche, wanneer hij de luisteraar vertelt hoeveel verantwoordelijkheid hij draagt voor zijn geliefden, hoe hij omgaat met depressie en hoe alcoholisme een sluipmoordenaar kan zijn. Het is een onthullend nummer, over de vele obstakels in zijn leven. De pijnlijkste momenten blijven ons niet onbespaard: “People stressin’ ’bout real life shit, you stressin’ your bills/ And not too long after my cousin hung his self / I never told nobody, but I lost a son myself / Imagine bein’ in the hospital, holdin’ your dead baby / And he look just like you, you tryna keep from goin’ crazy / That’s why I drink a bottle daily / For all the shit I keep bottled in lately.”
In de afsluitende titeltrack komen allerlei elementen samen. De cadans blijft vlijmscherp als we worden meegezogen in een reis langs allerlei wat als-scenario’s. Sleutelmomenten uit zijn leven bekijkt Conway nog eens, als verdere verdieping in zijn trauma. Hij beschrijft hoe het is om te vechten voor je leven. Tegelijkertijd moet hij positief zien te blijven terwijl er ondraaglijke gebeurtenissen afspelen. De kracht van herhaling speelt daarbij een grote rol, en versterkt de beschreven angst- en schuldgevoelens. Het is een wonder dat niets hem heeft verhinderd om een leven in de spotlights na te streven.
Conway weet op meesterlijke wijze te boeien met God Don’t Make Mistakes. Niet alleen door zijn vermogen om krachtige beelden te schetsen, maar ook door zijn bereidheid om zich kwetsbaar op te stellen. Gebeurtenissen die hij zelden of nooit heeft gedeeld met zijn fans, krijgen op deze plaat de volledige aandacht. Alle pijn die hij erdoor heeft moeten doorstaan buigt hij om tot een triomfantelijk moment. Zoals hij zelf rapt op Guilty: “After this album, bet a critic can’t slight me ever.” Precies. Conway is nu van een grimmige underdog getransformeerd in een doorgewinterde veteraan. Op God Don’t Make Mistakes vertelt hij precies welke struggles daarvoor nodig zijn geweest.
Conway The Machine staat op 25 maart in de Melkweg, Amsterdam. Er zijn nog tickets te koop via deze link. Het album stream je hieronder.