SCRIPTIE
Titel: Graffiti in Amsterdam: De vergankelijkheid van een eigentijdse cultuur
Auteur: Robin Vemeulen
Datum: 2015
Onderwijs: Reinwardt Academie – Bachelor Cultureel Erfgoed (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten)
Introductie:
In dit onderzoek worden de mogelijkheden rond behoud van Amsterdamse graffiti in een erfgoedcontext onderzocht, de focus ligt hierbij op de rol van de Amsterdamse graffitischrijvers bij het behoud van graffiti. Graffiti is een belangrijk fenomeen dat volgens veel graffitischrijvers en buitenstaanders behouden moet worden. Er is zelfs interesse voor graffiti vanuit formele (erfgoed)instellingen. Vanuit de graffiti-scene is er echter een afkeer tegen officiële instanties die graffiti binnen hun eigen kaders willen plaatsen. Wanneer zij interveniëren, ontstaat er vaak tegenstand vanuit de graffiti-scene. Er is in Nederland nog geen onderzoek gedaan om graffiti op een duurzame wijze te behouden vanuit de scene, maar de angst voor verlies van graffitigeschiedenis heerst onder de Amsterdamse graffitischrijvers. Het is duidelijk dat graffitischrijvers de hoofdrol hebben in het behouden van hun eigen erfgoed. Dit onderzoek verkent de mogelijkheden tot behoud van graffiti door de graffiti-scene. In algemene zin verschaft dit onderzoek meer duidelijkheid op het gebied van het behoud van erfgoed buiten formele erfgoedkaders. De hoofdvraag luidt: ‘Op welke manier kan de Amsterdamse graffiti-scene bijdragen aan het behoud van graffiti in Amsterdam?’ In het onderzoek is gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek in de vorm van literatuuronderzoek en diepte-interviews. Hoofdstuk 1 beschrijft het fenomeen graffiti en de geschiedenis van graffiti in Amsterdam. Vervolgens is in hoofdstuk 2 verwoord in hoeverre het fenomeen graffiti kan worden beschouwd als (immaterieel) erfgoed, daarnaast is gekeken naar de (on)mogelijkheden van het behoud van graffiti gezien het illegale en dynamische aspect. Hoofdstuk 3 beschrijft in hoeverre graffitischrijvers in Amsterdam kunnen worden gezien als een (erfgoed) gemeenschap. Vervolgens zijn in hoofdstuk 4 de verschillende visies op het behoud van graffiti van betrokkenen binnen en buiten de Amsterdamse graffiti-scene uiteengezet. Uiteindelijk behandelt hoofdstuk 5 de kwestie in hoeverre de Amsterdamse erfgoedsector handvatten kan bieden aan de Amsterdamse graffiti-scene bij het behoud van graffiti. In totaal zijn tien personen geïnterviewd: vijf graffitischrijvers (uit de generaties van de jaren zeventig tot heden), twee graffiti-liefhebbers en drie erfgoedinstellingen (Amsterdam Museum, Imagine IC en Stadsarchief Amsterdam). In combinatie met literatuur en film is een solide theoretische basis gelegd voor het onderzoek. De conclusie is dat graffiti het beste behouden kan worden buiten formele erfgoedkaders, door de graffiti-scene zélf. Hierbij wordt ook wel gesproken van DIY heritage management. Graffiti is hiermee per definitie vergankelijk, niet alleen in haar letterlijke vorm, maar ook in haar gedocumenteerde vorm. De ultieme vorm van behoud van graffiti is documentatie van de materiële voortbrengselen van het fenomeen. Zowel vanuit het perspectief van de erfgoedinstellingen, als dat van graffitischrijvers- en liefhebbers. De primaire aanbeveling is dat er een community archive wordt opgestart waar diverse graffitischrijvers initiators van zijn, om Amsterdamse graffiti te behouden. De Amsterdamse erfgoedinstellingen willen ondersteuning bieden aan deze vorm van behoud.
View / download: Robin_Vermeulen_-_Graffiti_in_Amsterdam