Aan wat ik deed op school in de CKV-, muziek- en tekenlessen kon je het al zien en horen; ik was zowat de enige in mijn HAVO-klas die naar Nederlandse hiphop luisterde en het ook echt kon waarderen. Opgezwolle, Duvelduvel en eigenlijk de hele rest van de BuitenWesten-groep waren bij niemand zo geliefd als bij mij en een groepje jongens uit een dorpje verderop. We zaten dan ook midden in onze middelbare schooltijd toen Fakkelteit werd aangekondigd, de tijd dat je zelf ook fakkels rondpasste. ‘Omdat het erbij hoort, toch?’. Toen ruim een jaar na de beoogde releasedatum de plaat van Sticks & Delic toch eindelijk in de winkel lag werd het meteen gebombardeerd tot soundtrack van de tweede helft van mijn tienerjaren.
In de anderhalf jaar na Eigen Wereld, door de lezers van dit platform verkozen tot De Hardste Hiphopplaat van de Lage Landen, werd ik almaar benieuwder naar Fakkelteit; na Microphone Colossus de tweede langspeler waarop Sticks de vocale hoofdrol zou spelen en Delic in plaats van Kubus die zou tekenen voor de beats. Het album werd al voor Opgezwolle’s magnum opus aangekondigd en de titel kwam in die tijd veel voorbij op fora als ML75, NLHiphop en HIJS, maar Sticks en Delic bleven schaven aan het album, waardoor het ruim anderhalf jaar vertraging opliep. “Het duurde effe maar het was het wachten dubbeldwars waard”, een quote van partner-in-rhyme Rico uit eerder Opgezwolle-werk, was dan ook te lezen in de aankondiging van de releaseparty. En op het Zwolse festival The Rhythm The Rebel, drie weken vóór de release, speelde Sticks Slangeleer voor ‘t eerst; met de Oosterse invloeden, de klappende drums en de constant dope flowende Sticks die zonder refrein associatief maar woorden aan elkaar blijft rijgen was het een veelbelovende sneak preview in Zwolle.
Fakkelteit was zo’n album waar je het, dagen voor de release, over had in de klas. Vrienden vroegen zomaar of ik de hotline al had gebeld; op internet ging schijnbaar een nummer rond dat je kon bellen om de eerste soundbites van het album te horen. Daar mobiele telefonie in die tijd ernstig duur was wachtte ik tot ik thuis was, en met de huistelefoon ben ik uiteindelijk gaan luisteren naar wat korte snippets. En toen, op 21 september 2007, was het zover. Ik had een gewone schooldag, maar kreeg het laatste uur onverwachts vrij en snelde naar de Free Record Shop op het Wagnerplein in Tilburg Noord om mijn bestelde exemplaar op te halen. Volgens de vrouw achter de balie waren er nog twee versies van het album, waarvan ik er al één had besteld, de versie in het gelimiteerde schoolschrift. Er bleek nóg een exemplaar te zijn, maar dat was voor mij een mythe. Nooit heb ik die versie in de winkel zien liggen of überhaupt gezien, tot het moment kwam dat een vriend ‘m mij liet zien; het bleek dezelfde hoes als de ‘gewone’ versie te zijn, met daaromheen nog een velvet sleeve. Tja, die verkooptrucjes werken wel schijnbaar.
Ik leefde in die tijd nog voornamelijk op de zolderkamer in mijn ouderlijk huis en waar ik en mijn hiphopluisterende homies soms ervoor kozen om samen te komen om een plaat te luisteren, was dat bij Fakkelteit niet het geval. De eerste keer dat ik het album beluisterde was ik alleen, op mijn kamer. De hele plaat raasde als een sneltrein voorbij, zo leek ‘t. Even naar beneden omdat mijn moeder me had geroepen voor het eten, maar vervolgens snel weer naar boven om nog eens alle tracks te beluisteren. En nog eens. Wauw, de beats waren muzikaal, maar tegelijkertijd zo rauw. De zigeunersound die _Eigen Wereld zo kenmerkte was nog steeds aanwezig, maar toch klonk Fakkelteit voor mij iets luchtiger, als een soort verlengde ervan. Mooie gelaagde producties met daarin accordeons, een flamencogitaarpartij, droevige vioolsamples, fluiten en saxen; Delic versterkte met een breed scala aan instrumentaties het gevoel wat na Eigen Wereld heerste nog maar eens; hij was de beste producer van het land, zonder enige twijfel.
En hoewel de recensies op internet een ander gevoel beschreven, was Sticks voor mijn gevoel ook erg lekker op dreef. Het eerste hoogtepunt komt al in de tweede track, wanneer hij soepel zevenlettergrepige (ook een zevenlettergrepig woord toevallig) eindes van zinnen op elkaar rijmt en het ook nog eens laat klinken alsof het supermakkelijk is. Dat ook Rico en Shyrock -de enige niet-Zwollenaar wat featurings betreft- doorkomen met zulke swingende flows versterkt de track nog eens. Ook Utopia, waarop Delic een dikke drumloop laat samenlopen met oosters getokkel en vervolgens een sublieme accordeonpartij eraan toevoegt, is een parel. Op Tot Zowisselen Sticks en Rico moeiteloos af door op elkaars laatste rijmwoord door te rijmen in hun eigen opvolgende couplet, in Snelle Jongens zit een hele memorabele beatswitch en het drieluik aan tracks halverwege de plaat gebruikt Sticks om een flinke dosis maatschappijkritiek te leveren. Het hoogtepunt van Fakkelteit is Water/Vuur, waarop wordt samengewerkt met Jawat!, die situaties in een vriendengroep beschrijft, terwijl Fakkelbrigadier nr. 4 in de finale van het nummer het woord glimmeriken terugbrengt en dat alles op een glansrijke productie van Delic. En zelfs wanneer Delic een stap terug doet om A.R.T. de enige gastcredits op de productie te gunnen, rolt er een parel uit; Spaanse Vlieg wordt tien jaar na dato nog altijd voluit meegezongen bij shows.
De luchtige topics en het monotone stemgebruik van Sticks zorgen voor een relaxed album, dat voor doeleinden als chillen vóór het schoolfeest, chillen ná het schoolfeest of gewoon überhaupt chillen, gebruikt kon worden. Ergens in een schuur in Udenhout, zaten we eens met een man of twaalf toeters door te geven, b-merk whisky met b-merk energiedrank te mixen en op een kleine high de bars van Fakkelteit mee te rappen, nog vóórdat we een uur zouden doen over een fietstocht die makkelijk in een half uur kon, om vervolgens op het schoolfeest semi-los te gaan op de platte hits van Nelly, Justin Timberlake en Sean Paul. Zodra we die muziek dan beu waren, was het gewoon weer Fakkelteit pompen op de fiets, afgewisseld met eerder Zwolle-materiaal.
Mijn allermooiste herinnering aan Fakkelteit kwam echter pas toen Delic al officieel was uitgezwaaid; in de zomer van 2009 stonden Fakkelbrigade, Winne, Zwart Licht en Zo Moeilijk in de Paradiso en gingen ik en drie vrienden even chillen (wat zoiets betekende als een biertje drinken en een jointje halen). We zochten op Google Maps de dichtstbijzijnde coffeeshop op en liepen erheen. In Kandinsky, vlak aan het Rokin, zouden we eigenlijk alleen een jointje kopen, maar heel toevallig stond Fakkelteit er nét aan; het werd een gezellige middag waarop we samen het hele album hebben geluisterd onder het genot van een drankje en iets te roken alvorens we ons naar Paradiso begaven. Klassieke momenten.
Inmiddels ben ik van het smoken on a regular af, maar ik twijfel nog om er vandaag eentje op te steken en onder het genot van een fakkel dit geweldige album nog maar eens te beluisteren, puur om mijn puberteit te herleven. Fakkelteit is namelijk nog steeds te beluisteren via Spotify, en we raden je vandaag dan ook met klem aan om dat te doen.