“In dit artikel duiken we in het verleden van street art. Hoe werd iets dat als vandalisme gezien werd nou precies kunst? Ook zoomen we in op een aantal sleutelfiguren die daarbij grote rollen hebben gespeeld.”
De evolutie van street art
Hoe werd iets dat eerder gezien werd als vandalisme, nou precies kunst? Voor sommigen is een tekening op een beslagen raam al kunst; voor anderen is het het moment dat ze een grootschalig schilderij op een straathoek tegenkomen. Straatkunst heeft een lange en controversiële geschiedenis, maar de laatste twee decennia is het flink geëvolueerd en opnieuw uitgevonden als een hoge kunstvorm. Steeds meer kunstenaars die zich de openbare ruimte toe-eigenen, benutten ook de marktwerking voor hun eigen gewin.
Street art toen
De term ‘graffiti’ verwijst vaak naar guerrillawerken op binnenstadsmuren en treinstellen, een beweging die eind jaren ’60 en ’70 gepopulariseerd werd. Een van de vroegste vormen van graffiti was “tagging”, of het gebruik van uitgebreide typografie om de naam van de schilder op de zijkant van gebouwen of metro’s te coderen. Kunstenaars kregen ‘bonuspunten’ voor het taggen op ontoegankelijke locaties, vaak op grote hoogte, en taggers gingen de concurrentie met elkaar aan om hun stempel te drukken en te winnen aan naamsbekendheid. Ze bepaalden de benodigde vaardigheen door de controle over de spuitverf te evalueren en hun unieke typografische merktekens te ontwikkelen.
Vanaf het begin was deze kunstvorm bedoeld als transgressief: in een wereld die gedomineerd wordt door global branding, vervreemde graffiti de macht van de commercie en de overheidsinfrastructuur. Street art werd vaak negatief bekeken door politici en meer welvarende gemeenschappen, omdat het geassocieerd werd met de bendecultuur. Maar de kunstwerken dienden vaak als een manier voor rechteloze groepen burgers om hun ontevredenheid over de samenleving te uiten.
Straatkunst was ook nauw verbonden met de hiphopcultuur. Veel van de kunstenaars begonnen dan ook in New York te werken, maar het medium breidde zich snel uit naar diverse stedelijke centra in de Verenigde Staten. Raplegende Fab 5 Freddy was via kunstenaars als Keith Haring en Jean-Michel Basquiat nauw verbonden met de graffiticultuur.
Haring is een begrip geworden in de geschiedenis van de straatkunst, vooral bekend door zijn openbare kunstinstallaties in de metro’s van New York in de jaren tachtig. Zijn stijl was duidelijk herkenbaar – hij stond bekend om zijn gedurfde contouren, levendige kleuren en zijn kenmerkende ‘stralende baby’-motief. Zoals dat van veel straatkunstenaars was Haring’s werk onlosmakelijk verbonden met zijn activisme. Hij werd beïnvloed door de AIDS-crisis om werk te creëren dat een boodschap aan de maatschappij over het gevaar van vooroordelen uitstraalde.
Haring’s vriend en collega Jean-Michel Basquiat begon zijn carrière met het spuiten van raadselachtige epigrammen in de Lower East Side van Manhattan in de jaren zeventig. In de jaren tachtig was hij bevriend met collega-kunstenaar Andy Warhol, en de twee werden samenwerkingspartners. Het Whitney Museum of American Art onderstreepte de betekenis van de straatkunstbeweging en hield in 1992 een overzichtstentoonstelling van het werk van Basquiat. Vandaag de dag bevinden zijn werken zich in de privécollecties van bijna alle grote instellingen en in de privécollecties van vele prominente verzamelaars.
Terwijl graffiti zich buiten New York City verspreidde, ontwikkelde elke stad zijn eigen helden en voorbeelden. In Washington, D.C. was het Taki183, een tagger die zijn bijnaam combineerde met het nummer van de straat waar hij woonde. Tegenwoordig worden Taki183’s doeken voor duizenden dollars verkocht via veilingen.
De beroemde hedendaagse kunstenaar Barry McGee wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke leden van de street art-beweging. Geboren en getogen in San Francisco, is McGee’s werk geïnspireerd op de gedurfde, cartoonachtige vormen die vele andere graffitikunstenaars gebruikten. Hij gebruikt zijn werk om de aandacht te vestigen op de grote daklozenpopulatie in de Bay Area. McGee’s werk werd opgenomen in de Biënnale van Venetië in 2001, en al snel daarna begon het werk van de kunstenaar op de secundaire markt te verschijnen. Daardoor steeg het in waarde. Zijn vrouw, collega-kunstenaar Margaret Kilgallen, was voor haar dood in 2001 ook een sterke stem in de straatkunstgemeenschap en groeide uit tot een van de weinige vrouwelijke kunstenaars die in het veld erkend werden.
Graffiti over de hele wereld
Vanaf het begin evolueerde graffiti in verschillende richtingen: sommige kunstenaars begonnen sjablonen te gebruiken om meer uitgebreide werken te maken, waaronder portretten en landschappen, terwijl andere kunstenaars verf bleven gebruiken om muurschilderingen te maken in hun steden.
Straatkunst begon ook internationaal te verschijnen. In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw was Blek le Rat een pionier op het gebied van sjabloonkunst in Parijs. De rattenstencils van de kunstenaar zinspeelden op het controlerende karakter van de staatsmacht in de Franse hoofdstad en dienden als een manier om kunst uit de traditionele galeriewereld te halen. Door het gebruik van kant-en-klare sjablonen kon hij snel werken en zich vaak aan arrestatie onttrekken.
In Groot-Brittannië is straatkunst haast synoniem geworden met de naam Banksy. De kunstenaar, wiens identiteit zijn diepst bewaakte geheim is, werd direct beïnvloed door Blek le Rat om politiek geladen stencils en installatiewerken te maken. Banksy begon in de jaren negentig van de vorige eeuw in Bristol met het maken van zijn kunst, maar reist nu de hele wereld over om pleken uit te kiezen voor zijn stukken. Verre van zijn nederige begin is Banksy nu het onderwerp van een veelgeprezen documentaire, Exit Through the Gift Shop, en heeft een overvloedige lijn aan werken op de secundaire markt.
Naarmate zijn ster rijst, verdwijnen Banksy’s straatinstallaties sneller. Eigenaren van gebouwen met Banksy’s muurschilderingen vernietigen of behouden de werken voor de verkoop. De meeste straatkunstenaars zullen de verkoop van hun werken echter alleen sanctioneren als ze het werk speciaal voor dat doel hebben gemaakt.
De Braziliaanse tweeling Os Gemeos ontdekte graffiti door middel van hiphop en werd sterk geïnspireerd door Barry McGee, die ze ontmoetten tijdens zijn bezoek aan Brazilië in 1993. Hun grootschalige muurschilderingen zijn verschenen op Art Basel Miami Beach, Tate Modern, en op het Institute of Contemporary Art, Boston.
Street art nu
Straatkunst en graffititechnieken blijven zich ontwikkelen. Kunstenaars als KAWS, die vinylspeelgoed en -kleding ontwerpt, en Vhils, die zijn werk maakt door het verwijderen van lagen om optische portretten te onthullen, behoren tot de hedendaagse straatkunstenaars die vandaag de dag aan populariteit winnen.
Veel kunstenaars die vandaag de dag werken hebben mainstream succes geboekt, zoals de Amerikaanse kunstenaar Shepard Fairey en de Franse kunstenaar Invader. Fairey kreeg voor het eerst internationale aandacht tijd
ens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2008 met zijn nu iconische poster getiteld ‘Hope’, waarop de toenmalige presidentskandidaat Barack Obama te zien is. Amper acht jaar later werd zijn werk opgenomen in de permanente collecties van het Smithsonian Institution in Washington, D.C., het Museum of Modern Art in New York, en in de V&A in Londen.
Invader’s pixelachtige, videogame-achtige installaties zijn verschenen in meer dan 65 steden, in grote galerietentoonstellingen en op veilingen. Ondanks dit succes bevinden deze kunstenaars en hun tijdgenoten zich nog steeds aan de verkeerde kant van de wet voor hun soms ongesanctioneerde publieke vertoningen.
De fundamentele aantrekkingskracht van de straatkunst is tweeledig: het betwist de hypocrisie van en de ongelijkheid binnen de samenleving, omdat het dient als zelfbevestiging voor kunstenaars wier oeuvre buiten het traditionele bereik van de beeldende kunst ligt.
Inmiddels is straatkunst een economisch levensvatbare vorm van kunst geworden. In 2014 verkocht Phillips Banksy’s Submerged Phone Booth (2006) voor 722.500 pond, daarna de op twee na duurste Banksy die op een veiling werd verkocht en de hoogst geprijsde sculptuur die de kunstenaar ooit heeft aangeboden. In datzelfde jaar veilde Sotheby’s een doek zonder titel van Keith Haring uit 1986 voor 4.869.000 dollar. Deze voorbeelden laten zien dat wat als een grassroots-beweging naar voren kwam, zich heeft ontwikkeld tot een internationaal erkende kunst waar verzamelaars op het hoogste niveau om zullen blijven strijden.