Op Acid Rap probeert hij te bewijzen dat het product van zijn schorsing geen toevalstreffer was en hij de bliksem voor de tweede keer in kan laten slaan. Hij doet dat op verfrissend eigenzinnige wijze. Geen overstuurde trap-beats of van Armin van Buuren geleende synths en andere stokpaardjes uit de huidige Amerikaanse mainstream. Chance kiest liever voor rustig opbouwende beats met koper en piano, die hem de ruimte geven voor zijn teksten en vele stembuigingen. Die stembuigingen zijn tegelijk een sterk punt en een achilleshiel; het toont aan dat hij een rapper is die buiten de gebaande paden durft te treden en een goed gevoel voor melodie heeft. Tegelijkertijd kan zijn hoge, ietwat raspende stem soms irritatie wekken. Zijn vaak gebruikte ad-lib, een gilletje van achter uit de strot dat klinkt alsof Jadakiss zich verslikt in zijn beroemde ‘A-HA!’ ad-lib, is vaker aanwezig dan het welkom is. In het begin van Juice wordt het zelfs bijna onderdeel van de beat. Herkenbaar is ‘t zeker, maar of het daarbuiten toegevoegde waarde heeft valt te betwijfelen.
Wanneer je je als luisteraar over deze relatief kleine hindernis heen zet wacht je een verrassend volwassen geluid van de 20-jarige Chancelor Bennett. Naast dat hij over een gevoel voor humor met de nodige zelfspot beschikt maakt hij op de openingstrack Good Ass Intro direct duidelijk een gewone jongen te zijn graag iets met rappen verdienen wil: Better bet I’d take that deal, gotta watch out for my mother / Get a watch with all that glitters, come in clutters, different colors / Ben A Baller, Benford, Butler’s, Chauffeur’s, hit a stain-er, did I stutter? / Did a ton of drugs and did better than all my Alma mater. De manier waarop hij klanken aan elkaar rijgt en de lol die daar vanaf spat verraadt echter dat Chance een rapper is die simpelweg rappen om het rappen niet laten kan. Daar mag het publiek hem dankbaar om zijn, want hij weet dat zeer aanstekelijk te laten klinken. Goed klinkende ongein schrijven is echter niet het enige waar hij zich mee bezig houdt. Lost gaat over jezelf verliezen in drugs, Everybody’s Something handelt over eigenwaarde (met dezelfde Gap Mangione sample die J.Dilla voor Slum Village’s Fall In Love gebruikte er subtiel in verwerkt) maar het meest opvallend is van Pusha Man.
Na een vrolijke, zomerse track met een typisch gangsta refrein (Pimp slapping, toe taggin, I’m just tryna fight the man, I’m yo pusha man) volgt daarin een lange stilte. Niet skippen, want wat er volgt is een hoogtepunt in de plaat. In eerste instantie haalt de pauze de opgebouwde sfeer en het momentum van het project volledig onderuit, maar dit blijkt al snel wel degelijk de bedoeling te zijn. Al snel klink er namelijk een duistere, nerveuze beat van Nosaj Thing, waarop Chance paranoïa de boventoon laat voeren. Het is een spiegel van die eerdere helft, en laat zien dat de vrolijkheid waar de raps van Chance mee gepaard gaan een extreem donkere schaduwzijde kennen. Chicago is al jaren één van de meest gewelddadige steden van Amerika, en heeft te kampen met en epidemie van gang-problematiek waar zowel de media als politiek liever van weg lijken te kijken. Move to the neighborhood, I bet they don’t stay for good, watch / Somebody’ll steal daddy’s rollie, and call it the neighborhood watch. Spitsvondigheid die deze keer geen enkele humoristische ondertoon heeft. Zijn tweede verse benoemt het nog directer: They merking kids, they murder kids here / Why you think they don’t talk about it? They deserted us here. Hij vraagt zich af waar de nationale media, normaal gesproken klaar voor elke tragedie, met hun camera's blijven. Hij haalt de afstand tussen de autoriteiten en de bevolking aan, en schroomt bovendien niet om toe te geven dat de situatie beangstigend is. I know you scared, you should ask us if we scared, too. / If you was there, then we just knew you’d care, too, zingt hij onderkoeld in de brug naar de finale van het nummer. Zeer krachtig en beklemmend.
Chance The Rapper is een technisch begaafde rapper, wars van populaire stijlen en zijn eigen plan trekkend. Dat zou op zich al voldoende reden zijn om hem in de gaten te blijven houden. Het tweeluik dat in Pusha Man verborgen zit maakt echter duidelijk dat hij nog veel meer te bieden heeft. Los van elkaar zouden het al sterke nummers zijn, maar door het als tweeluik te presenteren maakt hij er een conceptueel meesterwerkje van. Acid Rap is een lekkere plaat, grotendeels gevuld met aanstekelijke raps die meer op klank dan inhoud geschreven zijn. Toch herbergt het een verborgen, scherpe angel die steving hangen blijft. Zo blijkt die vrolijke Acid Rap toch nog een behoorlijke dosis venijn in zich te hebben.
Tracklist:
01. Good Ass Intro ft. BJ The Chicago Kid, Lili K. & Kiara Lanier (prod. Peter Cottontale, Cam for J.U.S.T.I.C.E League & Stefan Ponce)
02. Pusha Man ft. Nate Fox & Lil K. (prod. Ceej for Two9)
03. Cocoa Butter Kisses ft. Vic Mensa & Twista (prod. Cam for J.U.S.T.I.C.E League & Peter Cottontale)
04. Juice (prod. Nate Fox)
05. Lost ft. Noname Gypsy (prod. Nate Fox)
06. Everybody’s Something ft. Saba & BJ The Chicago Kid (prod. DJ Ozone)
07. Interlude: That’s Love (prod. Ludwig Gorransen)
08. Favorite Song ft. Childish Gambino (prod. Nate Fox)
09. NaNa ft. Action Bronson (prod. Brandun Deshay)
10. Smoke Again ft. Ab-Soul (prod. Blended Babies)
11. Acid Rain (prod. Jake One)
12. Chain Smoker (prod. Nate Fox)
13. Everything’s Good (Good Ass Outro) (prod. Cam for J.U.S.T.I.C.E League)