Tegen het einde van de wereldtour voor zijn vorig jaar verschenen album All The Beauty In This Whole Life, ontmoeten we Brother Ali terwijl hij zich voorbereidt op een show in Amsterdam. Wat volgens de planning een kort gesprekje had moeten zijn, ontvouwt zich al snel tot een diepte-interview over filosofie, geschiedenis, zijn geloof en oh ja, over hoe al die thema’s zich in zijn laatste album spiegelen. Een conversatie met een man die niet bang is grote vragen te stellen.
“Als je nooit een misdaad gepleegd hebt of er verdacht van bent geweest, zou je je gewoon vrij moeten kunnen bewegen.”
“Het gaat op en neer”, antwoordt Brother Ali wanneer hem gevraagd wordt of het veel moeite koste de Atlantische oceaan over te steken. Het is meer dan een beleefdheidsvraag, want op Uncle Usi Taught Me, één van de uitschieters van zijn meest recente album, vertelt hij hoe de Amerikaanse douane hem door de mangel haalde omdat veiligheidsdiensten hem als zogenoemde ‘4S’ gevlagd hadden. Een 5S classificatie betekent dat je nooit meer op een vliegtuig toegelaten wordt.
“Er zijn momenten dat ik een 4S en momenten dat ik een 3S ben”, zegt hij onomfloerst. “3S betekent dat ze altijd je tas doorzoeken maar dat is oké —ik bedoel, idealiter zou ik helemaal geen S-classificatie moeten hebben; ik heb nooit een misdaad begaan en ben nergens verdacht van geweest. Als je nooit een misdaad gepleegd hebt of er verdacht van bent geweest, zou je je gewoon vrij moeten kunnen bewegen. Maar gewoon vanwege het feit dat…” Hij zucht even. “…Ik reis veel en spreek diverse mensen, als moslim ken ik veel moslimleiders en leraren. Maar de mensen waarmee ik in contact sta, zijn juist niet degenen die zich associëren met extremisten. Zoals in Egypte, daar waren moslims juist het slachtoffer van extremisten.”
Hij heeft het over de recente aanslag op een moskee waarbij minstens 305 mensen overleden, de dodelijkste terroristische aanslag in de Egyptische geschiedenis. De slachtoffers werden omschreven als Soefistische moslims, wat het voor Brother Ali nog dichterbij laat komen. “Extremisten noemen mijn leraren en mijn gemeenschap ook Soefisten”, legt hij uit, al is er volgens hem veel verwarring over de betekenis van de term. “Het betekent veel verschillende dingen, en echte Soefies zouden zichzelf nooit zo noemen. Het is het toppunt van bescheidenheid, dus iemand die dat is zou dat nooit over zichzelf zeggen.”
Het is een wrange ironie voor Brother Ali als Amerikaanse moslim, dat zijn eigen regering hem in dezelfde categorie plaatst als de extremisten die hem als heiden zien. “De moderne islam is hetgeen dat voor al deze problemen heeft gezorgd. Binnen de islamitische traditie, zoals die voor 1200 van de 1400 jaar dat deze religie bestaat geweest is, hadden verschillende geleerden verschillende interpretaties. Er wat het begrip dat er verschillende methodologieën waren om bij een besluit uit te komen, en dat zo lang je methodologie steekhield, deed je besluit dat ook. Er waren diverse methodes om de islam te begrijpen en interpreteren.”
“Extremisme, deze stroming die zegt dat er maar één islam is, is een moderne uitvinding. Het idee dat de geleerden samen zouden moeten werken met politici, dat was tot voor kort nooit het geval. De toonaangevende geleerden, in de eerste generatie na de profeet Mohammed —vrede zij met hem— waren de kaliefen. Zij waren zowel politiek als religieus leider. Maar er waren slechts vier van hen, volgens sommigen vijf. De profeet heeft zelf gezegd dat na zijn overlijden de politieke leiders gewoon weer politieke leiders zouden zijn, het zouden geen religieuze leiders zijn. En dat was het geval.”
“Maar toen Saudi-Arabië nog gewoon Arabië was, waren de leden van de familie Saud de gouverneurs van de kleinere regio Najd die helemaal niet uitzonderlijk belangrijk was, en zij gingen een alliantie aan met de Wahabisten. Ibn Abdul Wahhab was hun religieus leider en hij zei ‘er is maar één islam en dat is die van ons. Alle anderen zijn heidenen.’ De VS en de Britten ondersteunden die coalitie om het Ottomaanse rijk omver te kunnen werpen.
“Als het tegenwoordig in het nieuws over Soefisme gaat, heeft men het over de ‘mystieke leer’ en klinkt het alsof er iemand zweven gaat.”
Volgens Brother Ali werd Soefisme tot die tijd helemaal niet als een aparte stroming binnen de islam gezien, maar als een centraal onderdeel van de religie. “Binnen de islam heb je de code over hoe je je naar buiten toe hoort te gedragen in je leven, wat men de Shariah noemt. Daarnaast was er de theologie, de innerlijke dimensie, de spiritualiteit ervan, het hart. Simpel gezegd ‘hoe houd ik mijn hart rechtschapen? Hoe maak ik het makkelijk liefde te geven? Hoe word ik vergevingsgezind? Hoe ban ik jaloezie en het oordelen over andere mensen uit, hoe verban ik al het slechte uit mijn hart? Als het tegenwoordig in het nieuws over Soefisme gaat, heeft men het over de ‘mystieke leer’ en klinkt het alsof er iemand zweven gaat. Daar heeft het niks mee te maken.”
Brother Ali heeft een zachte, warme spreekstem en weegt kalm zijn woorden om zo duidelijk mogelijk te zijn. Soefisme mag dan wel niet over de mystieke krachten gaan die de moderne pers eraan toeschrijft, in de gemoedelijke toon waarmee hij een gesprek voert heeft zijn stem toch haast iets bedwelmends. Hij refereert naar zijn onderwijzers en de traditie die hij volgt als “mensen van de innerlijke realiteit”, zij die een interpretatie volgen van de islam die precies daarvoor ruimte overlaat: interpretatie. Die persoonlijke groei, het zoeken naar antwoorden en het stellen van vragen juist aanmoedigen. Maar hij wil wel duidelijk maken dat hun cultuur geen puur pacifistische is. “Ze zouden nooit een conflict beginnen. Maar ze verdedigen wel de zwakkeren. Dus het zijn strijders, ze vechten alleen niet voor zichzelf. Maar ze kunnen dodelijk zijn, als iemand kwetsbare mensen onderdrukt.”
“Als we gezamenlijk een minder strikte definitie van God accepteren, hebben we een deel van de conversatie misschien niet nodig.”
De zwakkeren verdedigen is een waarde die vele culturen overstijgt, merkt hij op. “Er is niemand die daar niet in gelooft. Geen van de mensen die ik ken. Zoals sommige van mijn meest dierbare vrienden, die atheïsten zijn; hoe langer we over dingen praten, hoe minder gebonden we zijn aan onze termen en cognitieve frames. Je realiseert je dat er hetzelfde over denkt.” Op de vraag of dat dan niet betekent dat je dus ook een moreel persoon zonder geloof in een God kunt zijn, neemt hij een moment om na te denken. “Ik snap wat je bedoelt en heb daar geen problemen mee. Ik zou zeggen dat als we gezamenlijk een minder strikte definitie van God accepteren, we dat deel van de conversatie misschien helemaal niet nodig hebben.”
“Het is een heel oude discussie die wij hier niet gaan beslechten”, zegt hij goed gehumeurd, om vervolgens zijn blik erop te geven. “Als je zegt dat ethiek grotendeels overlapt bij allerlei volkeren in allerlei tijden, waar komt die hang naar die waarden dan vandaan? Het is niet iets van de tastbare wereld. Het is iets uit de ongeziene wereld van betekenis, dat mensen een hang naar bepaalde ethiek geeft. Dat als iemand kwetsbaar is, je ze beschermen moet. Of dat onze ouders onze beteren zijn, en respect verdienen.”
De oplossing voor veel moderne problemen zou volgens hem liggen in een herwaardering van oudere tradities. “Als je bedenkt wat onze grootouders allemaal wisten; hoe ze dieren groot moesten brengen, hun eigen huizen konden bouwen, vuur stoken terwijl ’t regent, gewassen verbouwen, hun eigen kleren maken, ze konden alles.” Het is inderdaad een heel ander kennisveld dan waar de meesten van ons zich tegenwoordig mee bezig houden, inclusief Brother Ali zelf. “Als er geen vrachtwagen naar de supermarkt kwam om er voedsel te brengen zou ik verhongeren. Binnen een week.”
“Ik rap trouwens, ik weet niet of je dat wist”, grapt hij nadat we een groot deel van de middag ineens gespendeerd hebben aan het bespreken van spiritualiteit en wereldgeschiedenis. Veel van dat soort onderwerpen komen echter ook langs op zijn album All The Beauty In This Whole Life. Een album dat, ondanks dat het veel van de problemen in een steeds sterker gepolariseerde samenleving behandelt, eerder warm en persoonlijk dan kwaad of gefrustreerd klinkt.
“Woede kan in de juiste context moed worden.”
“Ik denk niet dat er een tekort aan woede is; andere mensen kunnen heel goed kwaad zijn. We hebben veel pijn en als we niet weten wat daarmee te doen, leidt het naar woede. Ik denk dat woede misplaatst verdriet is. We worden kwaad als we iemand zoeken om de schuld te geven van ons verdriet”, zegt hij. “De Soefies leren dat woede als een jachthond is; je moet het trainen. Een jachthond kan vogels voor je halen, maar ze zijn sterk en kunnen die vogels ook verslinden. Als je ze niet traint, vernietigen ze juist hetgeen dat ze voor je kunnen halen.”
“Woede is hetzelfde. Woede kan in de juiste context moed worden. Maar ik denk dat we veel ongeremde en misplaatste woede hebben, en de mensen die aan de macht zijn gebruiken hun propaganda om ons tegen elkaar op te zetten. Links en rechts. Ondanks dat links mij gedurende mijn leven altijd meer aangesproken heeft. Want ik heb nooit geld gehad. Voor links voel ik meer. Maar het is nog altijd een creatie van de mensen met macht. Het komt voort uit de moderne wereld. Het biedt niet de antwoorden. Ik dacht vroeger dat het wel deed, maar daarover ben ik van mening veranderd.”
Het is een verrassende uitspraak van een rapper die heel zijn carrière behoorlijk politiek uitgesproken geweest is. “Ik denk dat we ons beter kunnen richten op het vinden van een meer natuurlijke en organische manier van leven dan op wat modern links of rechts te bieden heeft. Ik spendeerde zoveel tijd aan wijkorganisaties en politiek activisme, om macht op te bouwen en te verkrijgen. Maar we zijn zo geconditioneerd en gevormd door de moderne wereld, door de systemen daarin, dat als we uiteindelijk macht verkrijgen, we waarschijnlijk hetzelfde gedrag als onze voorgangers vertonen. Dan is het gewoon ‘wij’ die dat doen in plaats van de ander. Is het winst als ik zelf een onderdrukker wordt? Dat is geen winnen, voor mij.”
“Macht en wetenschap geven ons de mogelijkheid te doen wat we willen. Maar het verandert niet wat het is dat we willen. We hebben al deze prachtige wetenschap, en we gebruiken het om onszelf en onze wereld de vernieling in te helpen. Ik houd van wetenschap, het kan heel waardevol zijn, maar wat we momenteel als soort willen doen is elkaar afmaken, en geld verdienen op manieren die de wereld kapot maken.”
Wat we dan moeten doen om op een beter pad uit te komen? Brother Ali heeft ook alle antwoorden niet, maar hij neemt je graag mee in zijn zoektocht ernaar: “Alles wat ik weet is wat ik zelf doe. Ik hoop dat ’t helpt.”
Stream Brother Ali’s laatste album hieronder (nog eens):