Het was het afgelopen jaar één van de snelst groeiende genres op Spotify: lofi hiphop, een genre van online piratenstations en clandestiene jazzsamples. Maar een implosie onder het gewicht van dat succes dreigt. Bas van Leeuwen: “Er komt een shitstorm.”
“Het begint een parodie van zichzelf te worden”, zegt Bas van Leeuwen, oprichter van platenlabel Chillhop Music, onomfloerst. “Ik weet niet of lofi hiphop in deze vorm heel lang gaat blijven.” Hij kan het weten, want hij heeft de groei van het genre vanaf het begin meegemaakt. Op een kast in het Rotterdamse kantoor van Chillhop Music prijkt een gouden YouTube Award, uitgereikt voor het bereiken een miljoen abonnees. Een aantal dat sindsdien alweer verdubbeld is. De online videodienst is waar het genre ooit begon aan de huidige opmars, toen het in 2013 gebruikers de mogelijkheid gaf live video uit te gaan zenden.
Die techniek werd al snel gebruikt op een manier die YouTube zelf niet aan zag komen, en je zou kunnen omschrijven als een soort radiopiraterij voor het online tijdperk: op diverse kanalen is een animatie in Japanse anime-stijl te zien, in een continue loop, terwijl er jazzy, instrumentale hiphop klinkt. Met omschrijvingen als “beats to study/chill/read to” vinden ze gretig aftrek onder een overwegend jonge generatie. Lofi lijkt daarmee een directe tegenhanger te zijn van de hiphop die de hitlijsten en festivals juist domineert, waarin dansbare ritmes, massale moshpits, en de ratelende trap-drums uit Atlanta aan de orde van de dag zijn.
“Dat contrasteert behoorlijk”, vindt ook Lassi Kotamaki. “Maar ik zie veel mensen die het allebei luisteren. Ze trappen lol met trap, en luisteren naar lofi om te chillen.” De bescheiden jonge Fin is druk bezig met een studie medische wetenschappen aan de universiteit van Edinburgh, maar is daarnaast druk bezig als één van de hoogvliegers in het jonge genre. Onder zijn artiestennaam Idealism, heeft hij een publiek van ruim twee miljoen maandelijkse luisteraars op Spotify. En die komen uit alle hoeken van de wereld. “Er zijn zoveel artiesten die uit zoveel verschillende landen komen; er is geen enkele manier om aan te wijzen wie het precies populariseerde, en hoe. De grootste namen in lofi komen vrijwel geen van allen uit hetzelfde land”, vertelt hij. “Het is echt een internet genre.”
Een geografisch punt van origine is er weliswaar niet, maar een breed gedeelde creatieve bron wel. “Zoals de meeste artiesten herinner ik me dat ik Samurai Champloo keek, en zo Nujabes ontdekte”, blikt Kotamaki terug. De jazzy hiphop van de hand van producer Nujabes, die de anachronistische soundtrack voor het geanimeerde samurai spektakel vormde, inspireerde hem zodra hij zelf begon met het maken van beats. “Via Nujabes ontdekte ik weer J Dilla, en een soort gemeenschap van underground producers. Dat was toen al best groot, maar nu is ’t echt gigantisch.”
De twee gevierde hiphopproducers die hij noemt, zijn praktisch verheven tot godheden in de lofi scene. Een genre dat ze ironisch genoeg zelf nooit als zodanig mee hebben mogen maken, door het fatale nierfalen van Dilla, en het even noodlottige verkeersongeluk van Nujabes. Net als de beats van hiphopartiesten als Madlib en MF DOOM, was hun muziek te horen in en rondom de tekenfilms op het alternatieve station Adult Swim, de nachtelijke variant van TV-kanaal Cartoon Network. De zender bracht diverse cultseries voort, en verbond deze in de beleving van een generatie toekomstige beatmakers aan de vaak gruizige, en onorthodoxe instrumentale hiphop die daarbij hoorden.
De meeste luisteraars hebben het, wanneer ze het over lofi hebben, dan ook meer over een gevoel, dan een geluid dat technisch low-fidelity is. Dat is nog wel eens tegen het zere been van puristen van het eerste uur, die het echt om gritty beats gaat. Chillhop Music heeft daarom ook bewust voor een bredere benaming gekozen. “Heel veel muziek die wij uitbrengen is technisch geen lofi hiphop”, zegt van Leeuwen. “Nujabes is ook geen lofi hiphop; dat is juist heel ‘polished’. Maar wel gewoon jazzy.” Die jazzy, wat melancholische sound, wordt tegenwoordig samen met de immer aanwezig animatie-loops, op talloze YouTube-kanalen aangeboden. De grootsten onder hen, hebben duizenden luisteraars op vrijwel elk moment van de dag, en miljoenen abonnees.
“Al die kanalen hebben dezelfde stijl beats, en een anime plaatje met een of andere droevige titel”, schampert van Leeuwen. Hij noemt gewaardeerde concullega’s Chilled Cow en Steezy As Fuck als positieve voorbeelden die al langer bezig zijn, maar ziet ook dat de groeiende populariteit van lofi als subcultuur, inmiddels veel kopieergedrag aanwakkert. Daarbij lijken veel nieuwe spelers volgens hem vaak meer te focussen op hun eigen groei, dan op het presenteren van de artiesten wiens werk ze draaien: “Tegenwoordig zetten mensen er gewoon muziek op zonder toestemming aan artiesten te vragen.”
“Het zit al een tijdje vast in zo’n treurige, soort van depressiviteit en anime trend. Wat positieve vibes zouden waarschijnlijk helpen”
Idealism noemt zulke kanalen eveneens als punt van ergernis. Maar hij pleit er ook voor dat de beatmakers zelf creatief meer risico gaan nemen. “Het zit al een tijdje vast in zo’n treurige, soort van depressiviteit en animé-trend. Wat positieve vibes zouden waarschijnlijk helpen”, lacht hij. Zelf probeert hij in zijn recentere werk bovendien het gebruik van samples te vermijden. “Ik heb niks tegen sampling, ik houd er persoonlijk gewoon meestal niet van iemand anders zijn werk te gebruiken. Ik prefereer iets helemaal zelf te componeren. Minder loops, meer originele composities.”
Het nummer Tasogare, zijn samenwerking met de Japanse gitarist Yitaka Hirasaki, is daar een mooi voorbeeld van. Hoewel hij ook twijfelt hoeveel van zijn werk je nog daadwerkelijk onder de banier van het genre kunt laten vallen. “Ik realiseerde me dat je veel ambiance en textuur kunt gebruiken om hele persoonlijke tracks te maken, waarmee de luisteraar echt relateren kan. (…) Ik gebruik nog steeds een vinylkraak en dat soort dingen, om een soort intieme sfeer te creëren. Zulke lofi-elementen zijn aan me blijven hangen, ook als het technisch niet echt lofi is.”
“Het wordt moeilijker origineel te zijn, maar hij is er één die dat wel lukt”, merkt van Leeuwen op over het werk van Idealism. “Heel veel mensen kunnen met samplen ook vette beats maken, maar ik denk dat tegenwoordig met Spotify en sample packs [verzamelingen van royaltyvrije muziekflarden ingespeeld door sessiemuzikanten, die verkocht worden aan samplende beatmakers], en het gemak om dit allemaal te doen, er ook veel verzadiging in de markt is. Veel mensen maken hetzelfde.”
“Op den duur komen er major labels, en die zeggen ‘lever maar in’”
Maar niet alleen creatieve stagnatie ligt op de loer. “Ik hoor in 3 Op Reis ook artiesten waar wij mee werken. XXXtentacion heeft ook beats gebruikt van mensen die wij kennen. In hotels en bij Starbucks wordt muziek gedraaid van ons”, legt hij uit over de reikwijdte die het genre nu al heeft. En dat brengt een risico met zich mee: “90% van lofi is gebaseerd op uncleared samples, dus op den duur komen er major labels, en die zeggen ‘lever maar in’. Vroeg of laat komt er een shitstorm. Dan gaat het een stuk moeilijker worden.”
Dat de groeiende populariteit van lofi zo de doodssteek voor het genre zou kunnen betekenen, is verre van ondenkbaar. Precies hetzelfde gebeurde immers in 1991 al met een andere hiphopstijl. Biz Markie gebruikte toen in zijn nummer Alone Again een sample van Gilbert O’Sullivan’s Alone Again (Naturally). O’Sullivan’s platenlabel spande er een rechtszaak over aan, en werd in het gelijk gesteld. Dat betekende dat voor het gebruik van alle samples vanaf dat moment op voorhand rechten afgekocht dienden te worden. Het soort uitzinnige sample-collages vol verrassende terzijdes dat op Paul’s Boutique van de Beastie Boys, of op De La Soul’s Three Feet High and Rising te horen was, werd ineens onmogelijk. De veelvoud aan samples was voor platenlabels simpelweg onbetaalbaar geworden.
Van Leeuwen heeft zijn platform Chillhop Music daarom in de afgelopen jaren gestaag verbreed buiten de meest dogmatische definities van het genre. Een strategie die volgens hem nodig is om zowel creatief als zakelijk te kunnen overleven: “We willen niet dat de muziek als een wegwerp- of inwisselbaar product gezien wordt, maar dat mensen echt de tracks gaan kennen. Niet dat ze het opzetten en het niet uitmaakt wat het is, als het maar een sampled beat is.”
“We proberen het geluid te pushen, en mensen van verschillende genres samen te brengen, om er iets nieuws uit te laten komen”
Ook hun eigen motivatie speelt daarin mee: “Lofi hiphop is leuk, maar om nou alleen maar een sound te creëren waar mensen naar luisteren als ze aan het leren of werken zijn…” Hij pauzeert bedachtzaam. “Kijk, als we hier met vijf of zes mensen aan werken, dan vind ik het niet een heel overtuigend iets om heel onze dag te spenderen aan achtergrondgeluid. Ik wil de sound uitbouwen; dat mensen er echt naar gaan luisteren, in plaats van het alleen als achtergrond noise te gebruiken.”
Producer Philanthrope, die naast zijn eigen werk als artiest, A&R is bij Chillhop Music, is het met die filosofie eens. “We proberen het geluid te pushen, en mensen van verschillende genres samen te brengen, om er iets nieuws uit te laten komen.” Dat doen ze onder meer door studiosessies in hun eigen pand op te zetten, waarin beatmakers ongeremd kunnen samenwerken met instrumentalisten. Zonder zich druk hoeven te maken om het copyright op de gebruikte samples, en met volop ruimte voor nieuwe ideeën. “Het moet evolueren, want het heeft nu een basis van loops die twee maten duren, met wat drums en regengeluiden”, vindt Philanthrope. Hij twijfelt er niet aan dat hun aanpak gaat slagen: “Als je kijkt naar de comments op onze tracks, wordt veel werk dat ik helemaal niet als lofi zou kenmerken, toch onder het genre geschaard. Dus in de hoofden van luisteraars is die evolutie al begonnen.”