De verjaardag van wijlen Eazy E. De dag dat 2Pac neergeschoten werd in Las Vegas. 7 September was al lange tijd een beladen dag voor hiphop, en daar kan de onverwachte en veel te vroege dood van de nog maar 26-jarige Mac Miller helaas nu bij opgeteld worden.
De man geboren als Malcolm James McCormick werd gisteravond (rond 12:00 ’s middags aan de west coast) gevonden in zijn huis in Los Angeles, waar hij een hartstilstand opgelopen bleek te hebben, vermoedelijk als gevolg van een overdosis. Het zet een tragische en zeer abrupte punt achter één van de interessantste creatieve ontwikkelingen die we in recente jaren bij een rapper gezien hebben. De onverwachte finale van die ontwikkeling blijkt nu het vorige maand verschenen Swimming te zijn, zijn vijfde studio-album.
’s Werelds beroemdste muziektijdschrift Rolling Stone, maakte zichzelf in de ogen van veel hiphop-liefhebbers op 7 augustus nog tamelijk belachelijk door “Mac Miller Sheds His Frat-Rap Persona on ‘Swimming’” als kop boven een recensie van dat album te zetten. Iedereen die hem in de afgelopen vijf jaar ook maar een beetje gevolgd had, wist namelijk dat hij dat imago al jaren eerder vakkundig afgeschud had. Het was een predikaat dat de uit Pittsburgh afkomstige jonge rapper, niet geheel onterecht, rond 2010 opgeplakt kreeg. Mac Miller maakte toen al zo’n vijf jaar lang (sinds zijn vijftiende) mixtapes onder diverse namen, maar brak buiten de regio van zijn geboorteplaats pas echt door met de mixtapes K.I.D.S. en Best Day Ever. Op die laatste had hij met single Donald Trump zelfs een regelrechte hit te pakken.
Zijn debuutalbum Blue Slide Park volgde daarop in 2011, en landde direct op nummer 1 in de Amerikaanse charts. Dat hij dat ook nog eens klaarspeelde op een independent label, maakte dat heel de hiphopwereld rechtop zat om te checken wie dit stoner fenomeen uit Pittsburgh dan precies was. Wat men te horen kreeg kon echter buiten zijn fanbase weinig mensen bekoren. Het was capabele, maar een tikje kleurloze, studentikoze stonerrap die prima wegluisterde, maar je zodra de plaat afgelopen was ook meteen weer vergat.
Zijn tweede album, Watching Movies With The Sound Off, volgde twee jaar later, maar in de tussentijd had de maker ervan niet bepaald stilgezeten. Met een serie mixtapes die steeds beter ontvangen werden en waarop hij meer van zijn persoonlijkheid liet zien, bouwde hij aan zijn reputatie, en met zijn tweede album bekroonde hij die reeks op succesvolle wijze. Op diverse tracks zat hij zelf achter de knoppen (onder zijn producers-alias Larry Fisherman) en stuurde zo zijn carrière een heel andere richting in.
In zijn recensie voor HIJS roemde Bowie destijds de eigenzinnige en ongeforceerde stijl van de plaat, waarop “ruimte is voor luchtige tracks” maar ook “meer introspectie en diepte” die de luisteraar een blik gunt op het veranderde leven van de rapper, en wat hij heeft meegemaakt na het succes van Blue Slide Park. “Watching Movies is een plezierige plaat geworden en toont de groei van Mac als rapper, met in plaats van de poppy radiohits een mellow onderlaag, erg bewonderenswaardig”, zo luidde het eindoordeel.
Mac Miller was in de aanloop naar de plaat ook bevriend geraakt met Earl Sweatshirt, en besloot funk/soulband The Internet uit diens Odd Future-collectief mee op tour te nemen als backing band. Zijn muzikaal avontuurlijke inslag, en bereidheid om het podium met andere talenten te delen, pakte zeer gunstig uit. Het bewijs daarvoor is vastgelegd op Live From Space, het live album met The Internet dat volgde uit die tour. Goede live albums zijn sowieso een unicum in rap, maar de energie die Miller in de hierop te horen versie van titeltrack Watching Movies stopt, geeft aan dat hij niet zomaar een performer is. Geen gelanterfant op het podium waarbij ongeïnspireerd ad-libs gerapt worden terwijl lyrics van de band komen, nee, hier horen we een warme, soulvolle band en een rapper die álles geeft om daar tof overheen te spitten.
Met een uitstekende live reputatie (met of zonder band) op zijn naam, gaat hij in de jaren daarop steeds tekstueel intiemer en meer concept-gedreven werken. Tegelijk geeft hij blijk van een nooit aflatende wil om met zijn hiphop de hoeken van moderne soul, soepele funk, flarden jazz, en orkestrale geluiden te verkennen, en juist hitgevoelige populaire sounds meer en meer links te laten liggen. Het had Mac Miller vast geen windeieren gelegd als hij zich aan zijn eerdere imago van vriendelijke stonerrapper had vastgeklampt, en een paar jaar lang op de automatische piloot hitjes uit was blijven poepen, maar zo zat hij overduidelijk gewoon niet in elkaar.
In plaats daarvan ontpopte Mac Miller zich als rapper die consequent weet te boeien en verrassen. Op The Divine Feminine uit 2016 horen we hem, aangevuurd door zijn relatie met zangeres Ariana Grande, een ode aan al het vrouwelijke geven, en heeft hij met de broeierige single Dang! samen met Anderson .Paak zowaar weer eens een hit te pakken. In de tussentijd hangt hij als feature op platen met de beste rappers in de game, waarbij hij altijd met opgeheven hoofd de mic hanteren kan.
Ook op het onlangs verschenen Swimming horen we weer een nieuw hoofdstuk in zijn creatieve ontwikkeling, terwijl hij zijn inmiddels verbroken relatie verwerkt. Funky baslijntjes (van onder meer Thundercat) en dromerige synths die klinken alsof ze de soundtrack vormen voor in een laboratorium pruttelende cylinders en erlenmeyers, leveren de soundscapes, waarin zijn relaxte voordracht de kern blijft. Ook met die vocalen is hij dan al lang niet meer bezig enkel zijn rapskills te bewijzen. Hij rekt zijn onbezorgde flow op met uitwaaierende stukken melodie, en drapeert deze als een luchtig zomerdekbed over zijn beats.
We kunnen alleen maar speculeren wat de volgende halte in Mac Miller’s creatieve en persoonlijke zoektocht geweest zou zijn. Maar met enige zekerheid kunnen we wel stellen dat hij niet de makkelijkste weg ernaartoe genomen zou hebben. Daarvoor nam die aimabele stoner zijn vak veel te serieus; hij hield intens van deze rap shit, wat blijkt uit zijn drive om er nooit creatief in stil te blijven staan.
Bedankt Mac Miller, dat we je tot zover op je reis hebben mogen volgen.