Het vinden van artistieke inspiratie voor zijn major label-debuutalbum was iets waar Curtis Jackson totaal geen moeite mee heeft gehad. Hij was pas acht toen zijn drugsdealende moeder in 1983 doodgeschoten werd en zijn vader was al nooit in beeld geweest. Jackson wist al vroeg dat hij rapper wilde worden, met dank aan voorbeelden als Run DMC, maar belandde onder de vleugels van zijn grootouders net als zijn moeder in het criminele circuit; drugs dealen, gevangenisstraffen, overvallen en de beroemde en veelbesproken schietpartij waarbij hij negen kogels ving incluis. Na een jarenlange struggle met mixtapes en straatalbums – vaak beter dan de retail albums van veel van zijn collega’s -, waarvan één beluisterd werd door Eminem, ging het snel met de hustler uit Jamaica, Queens; 50 Cent bracht met Get Rich Or Die Tryin’ gangstarap terug naar de mainstream.
“The Most Anticipated Hip Hop Album In Over A Decade…”
Nadat Eminem, dankzij zijn manager Paul Rosenberg, in 2002 een cd’tje hoorde met daarop 50 Cent’s Guess Who’s Back-mixtape, besloot hij meteen werk te maken van de drang om Fiddy’s talent een groter podium te gunnen. “This is the next big thing”, zou hij tegen Dr. Dre hebben gezegd. De ‘Doc’ zag -gelukkig voor Fif- dezelfde potentie en dus werd er een joint deal tussen Shady Records, Aftermath Entertainment en Interscope voor de New Yorkse rapper gecreëerd, waardoor zijn aangekondigde album Get Rich Or Die Tryin’ in één klap werd gebombardeerd met wilde termen en titels als ‘most anticipated hip hop album in over a decade’. Want iemand waarvan Dr. Dre én Eminem dachten dat hij de grootste zou worden, móest haast wel goed, zo niet de next best zijn.
Tot dan ademt het verhaal van 50 de klassieke elementen; hij is iemand die in de goot belandde, de dood in de ogen heeft gekeken en de struggle heeft meegemaakt, maar altijd strijdlustig de microfoon weer oppakte om betere nummers op te nemen dan hij al heeft uitgebracht. Op zijn debuutplaat had hij alleen met Dr. Dre en Eminem achter de knoppen en de marketingmachine (“Mijn favoriete rapper van het moment? 50 Cent! De enige die het écht houdt”, aldus Em) natuurlijk op voorhand al goud in handen, maar hij moest het nog wel even waar zien te maken. Qua cijfers deed hij dat meteen; in de eerste week gingen er maar liefst 872.000 exemplaren over de toonbank – meer dan alle andere platen in de Top-10 bij elkaar – en kreeg een XXL-rating (classic) van het gelijknamige blad. Aan het eind van dat jaar bleek het het best verkochte album van Amerika te zijn en waren er twaalf miljoen (!) mensen in het bezit van een legale versie van de plaat.
Vandaag precies vijftien jaar geleden veranderde het hiphoplandschap voorgoed. Het geluid dat je tot dan toe op de radio hoorde was de gladde, gepolijste hiphop van bijvoorbeeld Nelly, P. Diddy en Ja Rule. Met Get Rich Or Die Tryin’, voorafgegaan door de straatsingle Wanksta, waarin hij fulmineerde tegen de wannabe-gangsterrappers van die tijd (met Ja Rule als schietschijf) met een verzonnen crimineel verleden, en vooral de megaklapper In Da Club, werd 50 gelanceerd tot wereldster. De perfect uitgebalanceerde productie van laatstgenoemde track, door Dr. Dre, DJ Quik en Mike Elizondo, was perfect voor in de club (pun intended), in je discman óf in de auto.
Of je in die tijd nou TMF, MTV of The Box aanzette; de bijbehorende video, waarin de twee ontdekkers experimenteren en bouwen aan de ideale nieuwe hiphopartiest die 50 Cent heet, was overal. De meezingbare intro waarin Shawty’s verjaardag wordt gevierd trok jong en oud met groot gemak over de streep; 50 is gekomen om te blijven en is verre van een eendagsvlieg. De singles die erop volgden spraken namelijk eveneens zowel de straat als de club aan; met zijn collabo met Nate Dogg, 21 Questions, toonde Fiddy dat gangsters ook een hart hebben met één van de mooiste one-liners ooit (“I love you like a fat kid loves cake”) en met de steel drum-smasher P.I.M.P. maakte hij de sound die hij aanvankelijk verguisde toen zijn collega’s er hits mee scoorden, nóg populairder dan het al was.
Die hits zijn natuurlijk leuk en mooi meegenomen, maar dat XXL een album een classic-rating zou toekennen zonder dat er flex op wordt gerapt zou natuurlijk een schande zijn. Fiddy’s hongerige en agressieve stijl blijkt buiten die hits het grootste wapen van Get Rich Or Die Tryin’. Na de intro gaat het meteen los in What Up Gangsta: They say I walk around like I got an S on my chest / naw, that’s a semi-auto and a vest on my chest, zo luidden de eerste rake zinnen van het album. En ondanks dat hij naar eigen zeggen ten alle tijde een kogelvrij vest draagt rond die tijd, klinkt de G-Unit-frontman onbevreesd en ijskoud. Om in de daaropvolgende track de deur richting zijn persoonlijkheid wat verder open te zetten dan een enkel kiertje, zodat je als luisteraar een schim van zijn leven op kunt vangen: I grew up without my pops, should that make me bitter? / I caught cases I copped out, does that make me a quitter? Dat mentor Eminem op deze eerste collabo – er zouden er nog velen volgen – er één van de beste verses uit zijn carrière uitgooit, is dan ook niet voor niets; het onderstreept het geloof in zijn kersverse protégé en hij voelt zich genoodzaakt om zijn A-game te brengen op diens debuut.
Meteen daarna klinken de negen kogels en recreëert Fifty de schietpartij waar hij het slachtoffer van was; Many Men (Wish Death) is de standout-track van zijn debuutalbum. De poging van Hommo, kort voor Homicide, om 50 om te leggen is mislukt, met dank aan zijn weergaloze doorzettingsvermogen en de hustler-spirit. Diezelfde Hommo kwam overigens drie weken later zelf om bij een schietpartij. Fiddy suggereert dat de twee incidenten met elkaar te maken hebben en dat karma ervoor heeft gezorgd dat degene die hem neerschoot, zelf slechts een paar weken later het loodje moest leggen. Dat alles in een storytelling-meesterwerk:
In the Bible it says what goes around comes around
“Hommo” shot me, three weeks later he got shot down
Now it’s clear that I’m here for a real reason
‘Cause he got hit like I got hit, but he ain’t fuckin’ breathin…
Na 50’s eerste en meteen grootste hit tot op de dag van vandaag, verandert de productie van rauw en grimmig naar melodieus op het middelste deel van het album, dat wordt ingeluid met een tweeluik aan Dr. Dre-klappers van de bovenste plank; Heat en If I Can’t. Op eerstgenoemde zijn het de rat-tat-tat’s van de geweerschoten die het ritme dragen, en eigenlijk de hele track al maken vóórdat je überhaupt nog maar iets van de tekst hebt kunnen bevatten. Productioneel gezien een juweeltje, net als de catchy toetstonen van If I Can’t, waarop 50 Cent andermaal bewijst een God te zijn op het gebied van hooks en dat je niet de beste tekstschrijver hoeft te hebben zolang het maar goed klinkt. Delivery is key, en dat weet hij te onderstrepen met nietszeggende lines als G-Unit! We get it poppin’ in the hood / G-Unit! Motherfucker, what’s good?
Over G-Unit gesproken: 50 Cent laat het op zijn debuut niet na om ook zijn crew voor te stellen aan de wereld: de hongerige Young Buck is als eerst aan de beurt op de ijskoude hustlertrack Blood Hound, waarop de twee G-Unit-mc’s al grommend hun ervaringen delen en hun vrienden roemen en met een aardig gelijke flow de productie aanvallen: My soldiers slangin’ ’caine, sunny, snowy, sleet or rain / Come through the hood and you can cop that! Dat je het even weet.
Vervolgens komt op de springerige productie van Rockwilder de microfoon in de handen van Tony Yayo terecht; Like My Style is misschien wel de meest onbekende track, maar tegelijkertijd de meest uitdagende beat geweest om op te rappen, maar de rappers bewijzen dat hun flow zelfs overeind blijft op een hele andere muzikale ondergrond. Ten slotte is daar Lloyd Banks, die met zijn zachte en toen nog lage stemgeluid een af en toe onorthodoxe flow laat horen, waarbij hij sommige rijmwoorden niet aan het eind van de zin, maar halverwege de volgende zin inpast alsof het geen moeite kost in Don’t Push Me, wat tevens de tweede track van het album is waarop Eminem een couplet rapt. Zowel Banks als Em trekken de track, op een ietwat karige Em-productie, naar een next level omdat ze met persoonlijke topics afwisseling bieden aan de almaar pistool-vasthoudende -en op zijn vijanden richtende 50 Cent.
Niet verrassend, maar wel mooi voor de consistentie, sluit Fiddy zijn veelgeprezen debuut af met nóg een hood anthem; Gotta Make It To Heaven is niet de sterkst mogelijke finale voor een album als GRODT, maar brengt wél de verhalenverteller in 50 weer terug in je oorschelp. Op een bongopartij en een om de twee maten terugkerende synth-riedel wordt de track pas interessant als Jackson verhaalt over zijn neef, die werd gearresteerd omdat hij zijn eigen ouderlijk huis onder vuur nam:
Cousin Twin shot up his mamma crib, now he in jail
Tripping off flicks of Blu Cantrell, pussy, and black tail
Pop mama moved, but she don’t talk to him no mo’
The shells from Twin’s fo’-fo’ blew the hinge off her door
Without that check every month how she going to pay for the crib?
Man, social service finna come and take them kids
Wie geluk had, of na het horen van het reguliere album nog twijfelde of Dre en Em met 50 Cent wel écht goud in handen hadden, kon zich nog wagen aan de bonustracks, waaronder her eerder genoemde Wanksta waarop hij, net als eerder op de plaat in Back Down, Ja Rule en zijn label Murder INC. hoogstpersoonlijk degradeert naar de derde divisie. En toen die click definitief begraven was, was er ruimte voor 50 om zijn kompanen naar voren te schuiven. Hij kreeg de ruimte om, onder de vlag van Interscope, zijn eigen imperium G-Unit Records op te bouwen, bracht met Beg For Mercy een eveneens prima debuut uit van zijn groep en voegde onder meer The Game en later ook Mobb Deep en M.O.P. toe aan het roster. Toch had niemand, op The Game na, er de beste tijd van zijn carrière en verlieten ze al snel het nest.
Met 50’s eigen carrière ging het na zijn tweede langspeler The Massacre (1,1 miljoen verkochte exemplaren in de eerste week) business-wise goed, maar muziektechnisch steeds minder. Waar er op The Massacre nog hits als Candy Shop en Disco Inferno te vinden waren, en Curtis werd gemaakt door I Get Money en Ayo Technology was er op latere platen weinig materiaal te vinden dat buiten de heads en fans gehoor kreeg of airplay vergaarde. Toch raakte 50 de honger niet kwijt en bracht hij in 2014 met Animal Ambition een rauwe New Yorkse straatplaat uit waarop de focus, de honger en de agressie helemaal terug was in zijn raps. Niet naarstig op zoek naar het aanboren van nieuwe fans of geforceerd te werk gaan om commerciële hits te creëren maar gewoon lekker rappen; precies zoals hij anderhalf decennium geleden ook deed op zijn debuutalbum, dat niet alleen volgens XXL maar ook volgens ondergetekende het predikaat ‘classic’ mag dragen.
Vijftien jaar later kan die plaat gezien worden als een onmisbaar deel van de hiphop- en popcultuur. Hoewel het geen ‘Album Of The Year’ werd bij The Grammy’s (verliezen van Outkast’s dubbelaar Speakerboxxx / The Love Below is absoluut geen schande) is het wel een van de meest invloedrijke platen geweest van het eerste decennium van dit millennium. Het subgenre gangstarap was, nadat 2Pac en Biggie waren gestorven, zelf ook op sterven na dood. Met de productionele stijl die Dr. Dre insloeg met 2001 en Eminem’s als mentor achter zich, blies 50 Cent het genre nieuw leven in en vormde Get Rich Or Die Tryin’ zonder twijfel een mijlpaal voor de start van een nieuw tijdperk.
Hij maakte het pad vrij voor artiesten als Young Jeezy, Rick Ross, The Game en later ook ScHoolboy Q waarbij de invloeden van zowel Fiddy als zijn debuutalbum hoorbaar zijn. Get Rich Or Die Tryin’ is een belangrijk -lees: onmisbaar- document gebleken in de historie van hiphop en weerklinkt nog altijd in de muziek van de huidige generatie. Of 50 het in zich heeft om met zijn aankomende album Street King Immortal nóg zo’n tijdloze klassieker te maken moet nog blijken, maar tot die tijd waan ik mezelf weer even in de brugklas en zet ik deze nog maar eens op. Het maakt ‘Fiddy’ zelf vast niet meer uit. He got rich and didn’t die.
Vier de verjaardag van Get Rich Or Die Tryin’ mee! Pak je cd erbij of stream ‘m hieronder via Spotify.