Het is tien jaar geleden dat Drake definitief doorbrak met de mixtape So Far Gone. Een EP met dezelfde titel volgde, waarop enkele tracks officieel uitgebracht werden. Maar om het werk dat hem maakte tot wie hij is in zijn geheel te kunnen checken, moet je voor even terug naar de hoogtijdagen van de mixtape era.
De almacht van streamingdiensten lijkt tien jaar geleden nog ver weg. Hiphop zit midden in een renaissance van het mixtape-tijdperk, maar deze keer zijn het geen cassettebandjes aan elkaar gemixt door Mister Cee of DJ Clue om te verhandelen op New Yorkse straten. Nee, mixtapes verspreiden zich veel sneller en verder dankzij het internet. Onder aanvoering van 50 Cent en DJ Whoo Kid, en geperfectioneerd door Lil Wayne en DJ Drama, heeft de term mixtape bovendien een heel andere lading gekregen.
Een mixtape nieuwe stijl hoeft vaak niet eens meer gemixt te zijn, maar bevat een zwik nummers die de artiest in kwestie zonder blokkades het internet op knalt, omdat de tracks toch niet commercieel uitgebracht worden. Ongeclearde samples en instrumentals van hits door andere artiesten wisselen elkaar af met originele producties. Los van alle restricties is een fenomeen dat ooit uit previews en kliekjes van aankomende albums bestond, uitgegroeid tot iets dat vaak een puurdere visie biedt dan de albums die het uiteindelijk aanprijzen moet.
In 2009 checkt men de razendsnel veranderende stand van zaken binnen hiphop op sites als Datpiff en Livemixtapes, en de blogs die de releases daarop bespreken. Het is in dit landschap dat Drake op 14 februari van dat jaar zijn definitieve doorbraak maakt met een 17 tracks (bij sommige downloads 18) tellende tape die de ongeschreven regels van hiphop herschrijft: So Far Gone.
Bekend was Aubrey Drake Graham al enigszins in zijn thuisland Canada, vanwege zijn rol in de jeugdserie Degrassi: The Next Generation. Zijn passie lag echter meer bij muziek dan acteren, en hij bracht daarom in 2006 de mixtape Room For Improvement uit. Hij verkocht er een paar duizend exemplaren, maar het gros van de luisteraars leek het toch vooral met die titel eens te zijn. Op opvolger Comeback Season klonk hij al wat minder generiek, en ontpopte hij zich gedurende 23 tracks als een capabel rapper bij wie vooral de bewondering voor raptrio Little Brother goed te horen was.
Drake zijn stem klonk op beats van onder meer J Dilla, Nottz en 9th Wonder, naast die van onder meer Phonte, Elzhi en Malice. Maar de feature die uiteindelijk zijn leven zou veranderen was te vinden op de afsluitende track Man of the Year: koning van mixtape-land Lil Wayne.
Dat Drake al aardig thuis was in de hiphopscene in het zuiden van buurland Amerika, is te danken aan Jas Prince, zoon van de legendarische Rap-A-Lot Records-oprichter J Prince. Hij is fan van de Canadees en overtuigt zijn vader dat deze man the next big thing gaat worden. “Ik was zo van ‘Wacht even, je vindt dit tof?’ Die gast loopt all over the place te zingen!”, herinnert Prince senior zich in radioprogramma Big Boy’s Neighborhood. “Pa, vertrouw me. Dit is de nieuwe sound”, verzekert zijn zoon hem. Hij tekent een platendeal met Drake, en zal uiteindelijk ruimschoots gelijk krijgen.
Drake heeft Prince zijn Houston na Toronto al snel als tweede thuisstad geadopteerd, en de chemie met zuidelijke superster Lil Wayne spat van So Far Gone af. Vier gastoptredens verzorgt Weezy in totaal op de tape, als eerste in Succesful. Daarop spreekt Drizzy onomwonden de droom uit om een succesvol rapper te worden, met alle clichés die daarbij komen kijken. Maar in plaats van dat het feestelijk klinkt, sijpelt er een zweem melancholie door de dromerige sfeer van het nummer heen. Het is alsof Drake afwezig in de verte tuurt bij het zingen van het refrein.
Succesful sluit een drieluik van tracks af (met Lust For Life en Houstatlantavegas ervoor) dat de plaat opent, en waarop Drake zijn eigen geluid ineens volledig gevonden lijkt te hebben. Was hij eerder nog een optelsom van zijn invloeden, hier klinkt Drake als de Drake die heel de wereld zal leren kennen. De zanglijnen en rappartijen klinken weliswaar wat meer afgemeten ten opzichte van elkaar, en vloeien nog niet zo in elkaar over als later het geval zal zijn, maar alles hier is Drake ten voeten uit.
Een track over de sociale tol van faam, een verliefde ode aan een stripper, en gesmijt met geld dat die ondefinieerbare leegte in zijn ziel toch niet vullen kan. Het blijkt de blauwdruk van een popster, mede dankzij het geheel eigen en naadloos matchende geluid van de man die de belangrijkste beatmaker in Drake’s carrière zal blijken te zijn: Noah ’40’ Shebib.
Net als Drake is Shebib een voormalig kindacteur uit Toronto. Zijn trage, ruimtelijke producties, vol koude, wavy synths en ambient-geluiden, leveren een geluid dat precies de juiste emotionele lading aan Drake’s getob geeft, en geven zijn stem alle breedte om uit te waaieren in diverse flows en zangpartijen. “Ik sta bekend om dat lofi, onderwater geluid”, zegt de producer erover in een korte documentaire van Native Instruments. “Mensen gaan ervan uit dat ik dat met een low pass filter doe en alle top end eraf haal, maar ik haal juist de sample rate omlaag. Dus die bovenste frequenties zijn er meteen al uit. Ze worden van begin af aan al niet gesampled; ze bestaan niet eens meer.”
Drake en 40 blijken een gouden duo, en in de oren van luisteraars wereldwijd zijn hun stijlen inmiddels met elkaar vereenzelvigd. Veel van de producties van anderen op So Far Gone lijken zelfs geselecteerd te worden op in hoeverre ze niet uit de toon vallen binnen dat geluid. Voor Say What’s Real gaat Drake aan de haal met één van de meest minimalistische en stemmig klinkende Kanye-beats, die van Say You Will, te vinden op diens album 808’s & Heartbreak . Voor November 18th graaft hij een Houston klassieker op wanneer hij rapt over DJ Screw’s Chopped & Screwed-versie van Da Streets Ain’t Right door Kris Kross, inclusief vertraagde Biggie-sample.
Hetzelfde geldt voor de poptracks die hij omarmt. Drake gaat namelijk nog een stap verder dan veel andere rappers in de mixtape era door niet alleen hiphopbeats van concullega’s te klaren, maar ook bij de alternatieve popmuziek van het moment inspiratie te zoeken. Samen met Wayne remixt hij Santigold’s Unstoppable , en de Zweedse indiepop van van Peter Bjorn & John blijkt ook prima te werken met een rapsausje op Drake’s versie van Let’s Call It Off .
De meest succesvolle verbouwing vindt plaats bij een andere track uit Zweden, als hij van Lykke Li’s song Little Bit , van haar een jaar eerder verschenen debuutalbum Youth Novels, een duet maakt. De lage, relatief warme stem waarmee Drake zijn partijen inzet, kleurt perfect bij het hogere, intens lichte stemgeluid van de Zweedse. Hun stemmen weven in en uit elkaar, en als Drake tegen het einde van de track soepeltjes van zang naar rap glijdt, hoor je hem de zin “both hearts beating like a metronome” spitten. Het klinkt allemaal zo volstrekt natuurlijk en logisch, dat je na het luisteren ervan bijna vergeet dat het als solotrack van Li ontstond, en de twee helemaal niet samen in de studio waren.
Op deze hoogvlieger van het album volgt Best I Ever Had , de hitsingle die in heel 2009 de zomer op slot had. Drake hangt even overtuigend als onsubtiel de ladies man uit, en anticipeert zijdelings alvast op de antipathie die hij bij rappuristen oproepen gaat: “When my album drops, bitches’ll buy it for the picture / And n*ggas’ll buy it too, and claim they got it for they sister”. Hoewel de track in februari al gratis op het web verschijnt, volgt in juni van hetzelfde jaar een commerciële re-release ervan.
Dat gebeurt niet alleen via het bedrijf van Jas Prince, maar ook via Young Money, het label van Lil Wayne, nadat al maanden het gerucht gaat dat hij er een ‘flagship artist’ worden gaat en zelfs optreedt met hen tijdens de BET Awards. Tijdens de clipshoot voor de single komt aan die geruchten een eind en wordt het officieel. Drake is een Young Money-artiest en Kanye West regisseert de video bij zijn onstuitbare zomerhit.
Die is in eerste instantie meer dan een klein beetje gecharmeerd van Drizzy, en die bewondering is geheel wederzijds. Kanye heeft vijf jaar eerder al een doorbraak geforceerd als rapper in een landschap dat op dat moment gedomineerd wordt door de catchy gangsta rap van 50 Cent. Dat hij dat deed als jongen uit de middenklasse die polo’s droeg en rapte over suffe verkoopbaantjes waar hij als excuusneger gebruikt werd, maakte het des te bijzonderder. Kanye brak de mal, en ziet zijn grensverleggende houding weerspiegeld in Drake, die net zo min als hij aan het standaard achtergrondverhaal van een rapper voldoet, en in de voordracht van zijn vocalen evenveel maling heeft aan wat er van een rapper verwacht wordt.
Tien jaar later liggen de verhoudingen heel anders, en is het juist Kanye die een beoogde commerciële rerelease van de tape in zijn geheel blokkeert. Drake stuurt op 13 december 2018 een bericht waarin hij om clearance van het gebruik van zijn beat voor Say What’s Real vraagt, waarop Kanye een Twitter tirade loslaat over alles wat hem dwars zit aan de man die hij inmiddels als rivaal is gaan zien en “faker than wrestling” noemt. Na een uur eindigt de tirade met de woorden “Drake finally called”, en de conclusie “By the way, not cleared”.
Daarmee doet het bijzondere geval zich voor dat van de man die op dit moment waarschijnlijk de grootste popster ter wereld is, het belangrijkste project niet te luisteren is op de grootste kanalen. De manier waarop Drake wisselt tussen zang en rap heeft het gebruik van vocale melodie binnen hiphop voor altijd veranderd, waardoor zijn invloed buiten kijf staat. Maar een album dat algemeen als klassieker aanvaard wordt, is in zijn discografie niet te vinden.
Toch heeft Drizzy wel degelijk een klassiek project afgeleverd, want So Far Gone heeft de tand des tijds prima doorstaan, en is nog altijd het meest gefocuste en van begin tot eind luisterbare werk van zijn hand. Tijd om Datpiff maar weer eens aan te slingeren dus, mocht deze klassieke tape zich in de afgelopen tien jaar nog niet op je harde schijf verankerd hebben.