Sage Francis: Uitgesproken Klootzak en Geest van de Mensheid

We zitten in de backstageruimte van de Sugar Factory te wachten als Sage Francis binnen komt gelopen. Het valt meteen op dat de rapper een pruik draagt. “Ik ben niet blij met mijn haar en draag daarom een pruik om me wat beter te voelen. Ik draag pruiken zoals anderen hoeden dragen. Met mijn bewuste keuze voor simpele kleding is een pruik een van mijn weinige uitingen van smaak”, legt hij uit.

Sage staat bekend om zijn uitgesproken mening en hij gaat daarin zelfs zo ver dat volgens eigen zeggen “sommige situaties er om vragen dat je je gedraagt als een klootzak en dat hij helaas vaak met deze situaties wordt geconfronteerd”. Een merkwaardige uitspraak die meer uitleg behoeft.

“Ik zal je een voorbeeld van vandaag geven. Ik was bezig ben met eten en het schrijven van een belangrijke e-mail en een fan kwam op me af om een gesprek aan te knopen over mijn muziek. Dat kapte ik af. Ik ben sowieso geen mensen-mens en kan vrij bot over komen. Ik stel me al snel ‘koud’ op. Die persoon is waarschijnlijk naar huis gegaan met het idee dat ik een lul ben en vanuit zijn perspectief kan ik dat nog begrijpen ook. Ergens frustreert dat me soms wel, maar aan het einde van de rit maakt het mij niets uit. De volgende dag word ik daarvoor toch afgebekt op de blog van die persoon en heb ik spijt dat ik hem niet gewoon gelijk een klap op zijn smoel heb verkocht”, voegt Sage lachend toe.

“Mijn manier van reageren is gewoon heel direct en ik zeg wat ik denk, al moet ik wel zeggen dat ik iets milder ben geworden. Nu spreek ik me alleen nog uit als ik denk dat het nuttig is of als ik er iets mee kan veranderen. Vroeger uitte ik me vaak over hiphop-artiesten en zei bijvoorbeeld dat ik ze goedkoop of gewoon slecht vond. Maar uiteindelijk gaat dat nergens over, niemand is daar bij gebaat en het maakt ook geen verschil voor hem of voor mij. Religie is een van de weinige onderwerpen waar ik me nog wel ongeremd over uitlaat.”

Studententijd

“Mijn studententijd was erg belangrijk voor me. Ik ben opgevoed in een Iers protestants gezin in een klein stadje waar ik met dezelfde mensen in de klas zat. Iedereen en alles was hetzelfde. Toen ik naar de universiteit ging en op kamers ging wonen op de campus, veranderde dat volledig. Ik kwam ineens in aanraking met mensen van over de hele wereld en kon doen wat ik zelf wilde.”

“In die tijd zette ik me in als mensenrechtenactivist. We waren allemaal zo groen als gras, maar spraken over alles met elkaar en probeerden een bewustwording bij mensen te creëren. Ik was vroeger homofoob, maar door mezelf te verdiepen in wat het nou precies was, ben ik beetje bij beetje gaan beseffen dat ik helemaal geen reden had om homofoob te zijn. Ik besefte ook dat het niet alleen met mijn afkomst te maken had, maar dat het ook een geloofskwestie was. Vanuit ons geloof kreeg ik altijd te horen dat homo zijn niet mocht en kon. Uiteindelijk ben ik onder andere daar steeds meer mijn vraagtekens bij gaan zetten.”

“In mijn studententijd heb ik eigenlijk de meeste lol gehad met activiteiten die vooral niet bij mijn collegegeld waren inbegrepen. Ik wilde later iets gaan doen in de richting van journalistiek en me eigenlijk vooral bezig houden met de muziekindustrie. Omdat dat soort vakken niet werden gegeven, ben ik toen bij de campusradio gaan werken en andere netwerken op gaan zoeken die uiteindelijk mijn carrière een grote impuls hebben gegeven. Soms ging dat best schaamteloos, iedere dag zetten we bijvoorbeeld gewoon een beat in en ging ik daar live op freestylen. Dat nam ik dan op en uiteindelijk heb ik er een mixtape van gemaakt en verkocht.”


Li(f)e en Epitaph

Op je laatste album Li(f)e haal je hard uit naar religie en God. Vanwaar die omslag van religieus naar anti-religieus? “Doordat ik met meer wereldse zaken te maken kreeg, zoals bijvoorbeeld homo’s, begon ik vraagtekens te zetten bij de opvattingen waar ik mee ben opgevoed. De laatste tien jaar ben ik me daardoor steeds meer tegen religie gaan keren. Toen ik mijn muziek terug luisterde, begon ik mijn eigen opvattingen in twijfel te trekken. Als ik hierop terugkijk, voelt het alsof ik een wit voetje wilde halen bij de hogere macht. Alsof ik wist wat God was en dat wel even zou vertellen. Dat voelde steeds minder juist, alsof ik een leugenaar was.”

Waarom heb je gekozen om juist bij het punk label Epitaph een platencontract te tekenen voor 3 albums? “Toen ik in 2004 bij Epitaph tekende luisterde ik veel punkrock. Toevallig belde Andy van Epitaph me met het voorstel om mijn nummer Makeshift Patriot te gebruiken voor een Punk-O-Rama CD. Dat vond ik een geweldig idee. In die tijd hadden een aantal hiphop labels me benaderd, maar ik had het gevoel dat ze op zoek waren naar een nieuwe Eminem. Een blanke gast die ze konden vormen en zo voorspelbaar en makkelijk verkoopbaar konden maken. Ik wist dat zoiets bij mij niet zou passen, dan hadden ze me weer opzij moeten zetten en dat ging niet werken.”

“Epitaph deed me echter een serieus aanbod en zij waren in staat om mijn muziek bij een breder publiek onder de aandacht te brengen. Het was ook duidelijk dat Andy begreep waar mijn muziek over ging, dat was heel belangrijk voor me. Als ik zelf de keuze had gehad, had ik alleen niet voor 3 albums gekozen. Ik bekijk liever per album wat ik doe, maar had contractueel geen andere keus. Ik koos niet voor mijn eigen label omdat ik niet dezelfde resources als Epitaph had. Dit was het eerste label waar ik mee werkte dat vingers in de pap had bij verschillende onderdelen van de muziekindustrie en meerdere mensen die zich daar als team mee bezig hielden. Dat heb ik niet bij Strange Famous Records. Ik heb wel verschillende mensen in dienst, maar het is geen machine. Het zijn maar een paar mensen die ontzettend veel verschillende dingen moeten doen.”

Houding en battlen

Het komt niet iedere dag voor dat een rapper tekent bij een punklabel. Vind je jezelf ook als anders dan andere rappers?
 “Ik zie mezelf absoluut als anders en zou dan ook een waslijst redenen kunnen geven waarom. Ik denk bijvoorbeeld dat ik niet meer echt voldoe aan het idee van hiphop en ben er zelf niet meer van overtuigd dat wat ik doe nog echt hiphop is. Ik dacht altijd dat ik in de voetsporen volgde van hen die mij voor zijn gegaan. De voorbeelden die mij inspireerden om te gaan rappen. Maar ik realiseer me dat ik niet iemand ben die de straat vertegenwoordigt, dat is niet het doel van mijn muziek. Ik doe mijn best om de mens te vertegenwoordigen, de geest van de mensheid met haar goede en de slechte kanten. 
Mijn doel is juist om niet cool proberen te zijn, maar toch zo over te komen en er succesvol mee weg te komen. Een groot deel van hiphop is mode, swagger en cool zijn. Ik ben dat niet. Voor mij gaat het er om dat ik niet cool ben, maar mensen toch mijn muziek kunnen waarderen voor wat het is.”

“Verder ben ik niet alleen qua houding anders. Mijn focus ligt ook op andere dingen als ik mijn teksten schrijf. Ik let bijvoorbeeld veel meer op de kunst van het schrijven. Dat maakt me niet per definitie een betere rapper, maar wel een betere tekstschrijver. Clichés zijn ook dingen die ik bewust vermijd. Er zijn meer rappers die dat doen, maar ik doe het per definitie en ben daar heel consistent in. Ik ben extreem kritisch op mezelf en alles om me heen.”

Deze houding en werkwijze is echter wel gegroeid in de loop der jaren. “Tegen de tijd dat ik de grote battletitels won was ik er eigenlijk al mee gestopt. Toen ik jonger was, meer vuur in me had, dommer was en ik het spannend vond om andere mensen af te zeiken… tóen deed ik mee aan battles. Maar hoe ouder ik werd, hoe minder ik om battlen ging geven. De Boston Superbowl Battle was de eerste grote titel die ik buiten mijn eigen stad won. Ik merkte dat battles een geweldig promotiemiddel voor mijn muziek waren. Maar ik wilde niet dat mensen alleen maar battle tracks van mijn muziek verwachtten.”

“Dat is de fout die veel rappers maken die zich voornamelijk bezig houden met battlen. Omdat ze zich alleen maar focussen op de punchlines, laten ze niet zien dat ze écht nummers kunnen schrijven. Dat maakt ze ééndimensionaal. Ik wilde mijn aandacht richten op meer dan dat en toen ik Scribble Jam won een jaar later, was dat mijn vaarwel aan de battle scene. Uiteindelijk vind ik dat battlen meer voor de jonge rappers is die nog niet zijn doorgebroken, omdat het een goede manier is om te bewijzen dat ze talent hebben.”

“Ik vind het belangrijk om niet ééndimensionaal te zijn, ik wil meer dan één groep aanspreken. Ik zal ook nooit bepaalde groepen buitensluiten door mijn teksten. Hiphop kent veel uitingen die al per definitie bepaalde mensen buiten de doelgroep plaatsen, door de woordkeuze in de teksten van rappers zoals ‘bitches’, ‘hoes’ of ‘faggots’. Iedereen deed het, zelfs sommige van de beste rappers die ooit hebben bestaan en we accepteerden het uiteindelijk allemaal van ze. Dat is nu aan het veranderen en iedereen in mijn kring is zich daar van bewust. We gebruiken dat soort woorden niet meer in onze muziek. In het dagelijks leven gebruiken we allemaal wel eens rotwoorden, maar om dat soort woorden in je muziek te gebruiken, heeft niets te maken met ‘het echt houden’. Dan doe je eerder het tegenovergestelde en maak je een situatie die we juist moeten veranderen alleen maar erger. Het is belangrijk dat we begrijpen en rekening houden met de invloed die onze muziek en woordkeuze op mensen heeft. Het wordt tijd dat we hiphop niet meer beschouwen als een jongensclubje.”

Beeld door Joel Frijhoff (www.joelfrijhoff.com)

Geplaatst door bowie op 24 oktober 2010